De Brusselse jeugd: tussen Bruxelles, Halle & Vilvoorde

De VUB-studie over jongeren in Brussel heeft menig commentator verbaasd. Onze hoofdstad – de enige grootstad die naam waardig in ons land – wordt gekenmerkt door diverse gemeenschappen die in de private ruimte van het gezin & de familie, naast elkaar leven en in de publieke ruimte hoogstens contact hebben op school (jongeren) of op het werk (volwassenen). Dat het onvoldoende is de “andere’ te ontmoeten op school of op het werk om er een genuanceerder oordeel op na te houden of meer begrijpend tegenover elkaar te staan, is voor mij – als leraar secundair in het Brusselse onderwijs – echter helemaal geen verrassing. En daaruit besluiten dat er in Brussel een grote tegenstelling zou bestaan tussen de autochtoon (om de gemeenplaats te gebruiken) en de allochtoon, is voorbarig.
De VUB-studie over jongeren in Brussel heeft menig commentator verbaasd.
 
Onze hoofdstad – de enige grootstad die naam waardig in ons land – wordt gekenmerkt door diverse gemeenschappen die in de private ruimte van het gezin & de familie, naast elkaar leven en in de publieke ruimte hoogstens contact hebben op school (jongeren) of op het werk (volwassenen).
 
Dat het onvoldoende is de “andere’ te ontmoeten op school of op het werk om er een genuanceerder oordeel op na te houden of meer begrijpend tegenover elkaar te staan, is voor mij – als leraar secundair in het Brusselse onderwijs – echter helemaal geen verrassing. En daaruit besluiten dat er in Brussel een grote tegenstelling zou bestaan tussen de autochtoon (om de gemeenplaats te gebruiken) en de allochtoon, is voorbarig.
 
Want de conclusies gaan voorbij aan een ogenschijnlijk klein maar fundamenteel gebrek: ze is gebaseerd op een bevraging van bijna 3.000 leerlingen van diverse origine in 32 scholen van enkel het Nederlandstalige onderwijs; de situatie in het Franstalig onderwijs is helemaal niet onderzocht. Jongeren die in het Franstalig onderwijs school lopen en vooral relaties onderhouden met Franstalige autochtonen, komen hier dus niet aan bod.
 
Een tweede fundamenteel gegeven waarmee geen rekening is gehouden, is dat het onderzoek is uitgevoerd in een periode van gespannen verhoudingen tussen Brussel en de Vlaamse rand: de incidenten met de taxichauffeurs rond Brussels Airport zijn hiervan een zoveelste bewijs. 
 
Vlamingen & diversiteit: een gespannen verhouding
 
Als leraar ondervind ik dagelijks de kloof tussen de leefwereld van de Brusselse stedelijke jeugd en de Vlaamse lesgevers die in overgrote mate afkomstig zijn uit de Vlaamse rand om Brussel, het Gentse, het Mechelse, het Aalsterse of het Leuvense.
 
Heel regelmatig krijg ik dan ook opmerkingen van de leerlingen in de zin van “Meneer, jij weet niet waar ik woon” of “Meneer, jij woont op het platteland buiten Brussel maar je weet niet hoe wij leven” of nog “Mijnheer, jij begrijpt ons toch niet, want je kent onze leefomstandigheden, onze cultuur niet”.
 
Nu kan ik mijn leerlingen geruststellen: als Brusselse leerkracht afkomstig uit St-Jans-Molenbeek, ken ik perfect hun leefwereld en weet ik in grote mate, hoe ze denken en handelen. Maar hun opmerkingen t.a.v. het inlevingsvermogen van Vlaamse leerkrachten uit de Brusselse Rand, is begrijpelijk en misschien zelfs terecht (dat moet misschien wel verder onderzocht worden).
 
Nieuwe Belgen weten bovendien perfect in welke mate de inwoners van de Vlaamse rand rond Brussel, wantrouwig tegenover hen staan. Ze kennen perfect het negatieve beeld dat van hen wordt opgehangen in de media, de slechte kwaliteiten die hen worden toegedicht, enz … En dan trekken ze zich logischerwijze terug in zichzelf en nemen afstand van (Vlaamse) autochtonen; ook van de Vlaamse Brusselaars (die ze op een hoopje gooien met die van de Vlaamse rand).
 
En nochtans, het tumult op de Brusselse luchthaven rond de problematiek van de taxichauffeurs, toont wederom aan dat die Vlaams-Brusselse spanningen dagelijkse realiteit zijn (al worden ze in de Vlaamse media gebanaliseerd). 
 
De Vlaams-Waalse tegenstelling
 
Het fundamentele belang van de menselijke verhoudingen tussen gemeenschappen in een stad, bleek onlangs nog uit de publicatie van de Canadese journalist Doug Saunders “ De trek naar de stad” : worden de nieuwe inwoners niet aanvaard, dan krijg je pas problemen.
 
Ze hebben die negatieve beeldvorming, bovendien vaak ook al zelf aan den lijve ondervonden in de Vlaamse rand. Velen hebben er familie wonen en horen de negatieve commentaren over taalproblemen e.d. Dat ze dan helemaal geen toenadering zoeken tot Vlaamse autochtonen, is begrijpelijk en de huidige politiek-maatschappelijke commotie tussen Vlamingen en Walen, versterkt alleen maar dat negatieve verwachtingspatroon.
 
Positiever tot veel positiever, staan ze tegenover onze Waalse of Brussels-Franstalige landgenoten; dat is mijn ervaring. Dat er niet zelden gemengde huwelijken zijn met een Franstalige Belg in Marokkaanse gezinnen bijvoorbeeld, helpt daarbij natuurlijk een heel eind. Ook hun schoolresultaten in het Franstalige onderwijs zijn beter tot veel beter (Prof dr Karen Phalet “Segregatie & onderwijs 2de generatie Marok Belgen in Antwerpen en Brussel” 2009). Dus zomaar besluiten dat ze een ernstig risico lopen op laaggeschooldheid, is voorbarig.
 
Gaat het er dan ook beter aan toe in de Waalse grote steden zoals Charleroi, Luik, Mons of Namen ? Daar ben ik absoluut van overtuigd gewoonweg omdat de bevolking er veel meer en beter gemixt is op alle niveaus (werk, school, vrije tijd, relaties). Het valt mij telkens op hoeveel meer gemengde huwelijken er zijn in Wallonië bijvoorbeeld.
 
De breuklijn tussen (Vlaamse) autochtonen en nieuwe Belgen toedichten aan levensbeschouwing, is dan ook al helemaal onterecht: er wordt op geen enkele manier rekening gehouden met de gespannen verhoudingen tussen de gemeenschappen: het lijkt of de onderzoekers wel wereldvreemd zijn op dat vlak.  Wereldse houding Dat de Palestijnse kwestie wordt afgewezen als verklaring voor de gevoelens van antisemitisme, bewijst verder dat de onderzoekers afstandelijk staan tegenover de leefwereld van deze jongeren; laat staan ze zouden begrijpen. Dit is geen verschoning maar als je iets wil doen aan dergelijke negatieve gevoelens, moet je ook hun origine ten volle begrijpen; anders sla je de bal mis.
 
De Arabische lente, de opstand van het volk tegen hun dictators in diverse landen van de Arabische wereld, wordt in de gemeenschappen van nieuwe Belgen op de voet gevolgd. Zo ook de gespannen verhoudingen tussen Palestijnen en Israel. Hier leeft de notie van de “Oemma” – de Islamitische wereldgemeenschap – nog heel sterk.
 
De onderzoekers vermelden verder nog de problematiek van de huizenhoge werkloosheid maar gaan al helemaal voorbij aan de gevoelens van achterstelling en discriminatie. Een recent onderzoek uitgevoerd door Prof Emeritus dr. Albert Martens (KU-Leuven) uit 2005 in opdracht van het Brusselse arbeidsbemiddelingsbureau ORBEM (het huidige Actiris), toonde onomstotelijk de bestaande mechanismen betreffende discriminatie aan.
 
In Vlaanderen wordt dat systematisch genegeerd.  
 
Tot slot De VUB-onderzoekers hebben zich in deze studie heel eenzijdig laten leiden door een aantal cijfermatige resultaten zonder daarbij de context, de omgeving en dan vooral de interactie, relatie met de autochtonen in het Nederlandstalige onderwijs in rekening te brengen. Ze gaan daarbij helemaal voorbij aan het bestaan van onze Franstalige landgenoten in Brussel.
 
Integratie is een langdurig proces van wisselwerking tussen de bevolking van Turkse en Marokkaanse (of andere gemeenschappen) en de autochtone Belgen. Integratie is dus fundamenteel tweezijdig van aard met de receptiekant of de manier waarop de Belgische samenleving zich aanpast aan de aanwezigheid van een bevolkingsgroep met een andere origine en de adaptatiekant of de manier waarop allochtonen zich inpassen in deze samenleving
 
Belgen van vreemde origine kunnen selectief investeren in het in mindere of meerdere mate behouden van hun minderheidscultuur en/of contacten met de dominerende Belgische cultuur.
 
Een geslaagde integratie wordt door de Belgen vaak verklaard vanuit de individuele mogelijkheden en inspanningen van allochtonen maar evenzeer wordt de integratie mede bepaald door de mate van openheid of geslotenheid bij de Belgische meerderheid (de receptiekant), de contacten en relaties met allochtonen. Bovendien kan deze openheid/geslotenheid varieren in de tijd (zoals vandaag met de Vlaamse-Waalse tegenstellingen).
 
Deze wisselwerking is een fundamenteel gegeven waar de studie van de VUB-onderzoekers veel te weinig aandacht voor hebben gehad.