Nooit kreeg Vlaanderen een zo elitair gelaat, en nooit werden zij die niet tot de elite behoren – en dat zijn er nogal wat – zo nadrukkelijk uitgesloten in een volstrekt gepolariseerd maatschappijmodel.
De contouren van de N-VA samenleving
Jan Blommaert
Overal te lande zijn de N-VA besturen op kruissnelheid gekomen. Het heeft een tijdje geduurd, want de plotse doorstoot van de partij naar bestuursmandaten her en der zorgde ervoor dat heel wat onervaren bestuurders het roer van hun gemeente in handen kregen. Bestuurlijk prutswerk, amateurisme en scherpslijperij waren het gevolg. En de parel aan de N-VA kroon, Antwerpen, gaf daarbij nogal dikwijls het voorbeeld.
Deze bestuurders zijn nu echter volop bezig het Vlaanderen te scheppen dat de N-VA wil en kan gestalte geven. Herinner U: dat Vlaanderen zou een inclusieve samenleving zijn aangedreven door de nestwarmte van een gedeeld moreel kader en vertrouwen in het bestuur. Zo luidde het voor de verkiezingen. We kunnen nu even de feiten bekijken.
1. De N-VA zet zwaar in op wat we ‘Vlaamsheid’ zullen noemen. Schepenen van Vlaamse Zaken, actieplannen om het ‘Vlaams karakter’ van de gemeente of stad meer scherpte te geven, 11-juli vieringen, leeuwenvlaggen en nieuwe straatnaambordjes, vereisten inzake taalkennis voor wie zich wil inschrijven in de gemeente of een sociale woning wil huren: deze dingen zijn constanten en ze worden nu royaal gefinancierd met belastinggeld. Nationalisme-van-bovenuit is een feit.
2. Vermits het nationalisme-van-onderuit niet zo best vlot, keert de N-VA zich tegen socioculturele organisaties die haar project niet of niet helemaal delen. Wie kritisch is over het nationalisme van de N-VA ziet de subsidiekraan dichtgedraaid. In verschillende plaatsen – Antwerpen op kop – worden kritische en/of allochtone culturele organisaties, jeugdclubs en dergelijke op droog zaad gezet.
3. Wat het sociale beleid betreft: de recente begrotingsvoorstellen van De Wever in Antwerpen snoeien keihard in de werking voor de armste burgers. Het Antwerpse OCMW zal op zijn eentje nagenoeg evenveel bezuinigen als de hele Stad Gent bijeen. Men neemt zich voor enkel datgene te doen wat wettelijk (vooralsnog) opgelegd is. En dat in een stad die een concentratieplaats is voor armoede en grootstedelijke problematiek. Wie arm is, hoort niet in Antwerpen.
4. De afbouw van sociale ondersteuning gaat gepaard aan een uitbreiding van het repressieve arsenaal. De N-VA is zeer enthousiast over de nieuwe regeling inzake GAS-boetes. De Stad Antwerpen investeert ijverig in bewakingscamera’s. Het veiligheidsbeleid is selectief: demonstranten die voor foute thema’s de straat op gaan kunnen worden opgepakt en beboet, wie de juiste thema’s kiest veroorzaakt blijkbaar minder overlast. Van een reeds gedeeld moreel kader is vooralsnog weinig te bespeuren; het moreel kader wordt van bovenuit met alle macht opgelegd.
5. Inzake de arbeidsmarkt en de bestrijding van de crisis volgt de N-VA slaafs het spoor van VOKA, UNIZO en andere ondernemerslobby’s. Ben Weyts is van oordeel dat de CAO’s en de index er moeten aan geloven, Jan Jambon trekt de kar van de door gigantische fraudedossiers besmeurde diamantclub, en Antwerpen schold zo maar even 52 miljoen boete kwijt aan havenbedrijven die hun contractuele plichten niet waren nagekomen. De N-VA rijdt zonder de minste scrupules voor de ploeg van de kapitaalkrachtige elites.
6. Inzake onderwijs reduceert de N-VA alles wat fout loopt tot problemen van gebrekkige taalkennis. Ze doet dat zonder hinder te ondervinden van feitenkennis, louter op ideologische gronden. Ook hier zien we nationalisme-van-bovenuit. Het cascade-model dat ons onderwijs kenmerkt wordt door N-VA dan ook op geen enkele wijze aangepakt: men lijkt best happy met een systeem van ‘winners’ en ‘losers’. Ook hier rijdt de N-VA schaamteloos voor de elites.
Deze elementen keren telkens weer terug. Net zoals een bestuurscultuur die overleg en inspraak met minder favoriete groepen burgers minacht, revanchisme predikt tegenover vroegere bestuursploegen (al zijn die, zoals in Antwerpen, nagenoeg identiek aan de huidige), deskundige standpunten naast zich neerlegt wanneer deze de eigen visies dreigen klem te rijden, blijk geeft van verregaande onkunde en onwetendheid wat betreft nationale en internationale regelgeving, en zonder omwegen de belangen van de enen laat primeren boven die van anderen. De Wever noemt dit ‘het primaat van de politiek’: hij zelf en niemand anders beslist; de rest heeft zich daar naar te schikken. Vlaanderen is niet meer van iedereen.
Ziedaar de kracht van verandering. Ziedaar dat warme en inclusieve Vlaamse nest dat de N-VA zo graag en gepassioneerd bepleit in haar propaganda. Nooit kreeg Vlaanderen een zo elitair gelaat, en nooit werden zij die niet tot de elite behoren – en dat zijn er nogal wat – zo nadrukkelijk uitgesloten in een volstrekt gepolariseerd maatschappijmodel.