De natuur heeft ons niet nodig, wij hebben de natuur nodig

Nooit had ik gedacht dat mijn denken op zo’n korte tijd compleet zou overhoopgegooid worden. Revolutie. Dat is wat mij vorige week intern is overkomen en ik kan alleen maar proberen dit zo snel mogelijk met zoveel mogelijk anderen te delen. Want de tijd dringt.

Revolutie (de; v; meervoud: revoluties): ‘ontleend aan middeleeuws Latijn revolutio: 'omloop van een hemellichaam’, omwenteling. 

Nooit had ik gedacht dat mijn denken op zo’n korte tijd compleet zou overhoopgegooid worden. Revolutie. Dat is wat mij vorige week intern is overkomen en ik kan alleen maar proberen dit zo snel mogelijk met zoveel mogelijk anderen te delen. Want de tijd dringt. 

Op 30 oktober vertrok ik met een Belgische delegatie jongerenactivisten naar de COP26, ’s werelds grootste klimaatconferentie. Een conferentie die door veel wereldleiders, activisten en media uitgeroepen werd als ‘de laatste kans’. De laatste kans voordat we ons volledige koraalrif verliezen. De laatste kans om niet te moeten spreken van honderden miljoenen klimaatvluchtelingen, maar van miljoenen. De laatste kans om het aantal catastrofes - virussen, extreme weersomstandigheden, het uitsterven van duizenden soorten – in te inperken.

Hoewel ik in mijn naïviteit een alarmstemming op de COP26 had verwacht, zag ik er voornamelijk opschepperij: wereldleiders over hun beleid, bedrijven over hun innovatieve technologie, sponsors over hun zogenaamde groene impact

De avond voor de kick-off van het evenement, zong Patti Smith dezelfde boodschap die ze al zingt sinds 1988: The People Have The Power. Met tranen in de ogen stond ik daar, nog niet eens beseffende dat dit maar een startschot was voor een volledige week waarin we een gevecht zouden zien tussen de mensen en de macht. Wat ik hoopte dat een conference of the People zou worden, werd een conference of the Power.

Hoewel ik in mijn naïviteit een alarmstemming op de COP26 had verwacht, zag ik er voornamelijk opschepperij: wereldleiders over hun beleid, bedrijven over hun innovatieve technologie, sponsors over hun zogenaamde groene impact.  De fossiele brandstofindustrie had er een grotere delegatie dan eender welk land aanwezig. Zelfs groter dan de acht landen samen die het meest getroffen worden door de klimaatverandering. Eén groot greenwash-festival.

Diametraal daartegenover zag ik MAPA-activisten (Most Affected People and Areas, red.): Zij die het minst verantwoordelijk zijn voor deze crisis, maar er wel het meest door getroffen worden. Zij kwamen van over de hele wereld en verzamelden in parken en steden buiten de COP, omdat ze binnen hun stem niet mochten laten horen. Voor hen is de klimaatcrisis al decennialang, vandaag, elke dag, een realiteit. Ze hebben niets aan westerse politieke beloftes die over de toekomst gaan. In de plaats van voortdurend over hen te praten, moeten we hen laten spreken. In de plaats van inheemse volkeren te bestempelen als slachtoffers, dienen ze aanwezig te zijn op de COP en alle andere plaatsen van macht waarop ze historisch worden uitgesloten. Zij zijn de dragers van oplossingen, kennis, ervaring en connectie met de natuur. Zij weten hoe veerkracht eruitziet, zij zijn veerkracht.

Als ons neoliberaal kapitalistisch systeem een tafel is, dan zijn haar vier poten het patriarchaat, kolonialisme, racisme en milieuterrorisme

Het zijn zij die de levenloze cijfers waarover binnen gesproken werd, transformeerden in echte mensen, echte levens die we gaan verliezen wanneer we de opwarming van de Aarde niet onder 1,5 graden kunnen houden. Hier heerste wél een alarmstemming. Voor elk tiende van een graad opwarming moeten we vechten. Het maakt het verschil tussen leven en dood voor gemeenschappen en ecosystemen van over de hele wereld. 

Uitsluiting, ongelijkheid, racisme… Het deuntje kwam me bekend voor. Langzaam besefte ik dat de COP26 een weerspiegeling was van onze samenleving en dat het daarom zinloos was mijn kritiek te blijven richten op dit event, gezien het louter een voortzetting was van een groter systeem dat net aan de oorzaak ligt van deze problemen. 

Als ons neoliberaal kapitalistisch systeem een tafel is, dan zijn haar vier poten het patriarchaat, kolonialisme, racisme en milieuterrorisme. Deze klimaatcrisis is niet ontstaan in een vacuüm, het is enkel een symptoom van het maatschappelijke systeem waarvan wij deel uitmaken, dat stoelt op een klimaat van geweld. Kapitalisme heeft een prijskaartje aan de natuur gehangen, waardoor de mens ervan vervreemd is geraakt en het haar respect voor de natuur is verloren. Sprekend voor dit antropocentrisme, het altijd weer centraal stellen van de mens, is de ijdele impressie dat we ‘de wereld’ moeten redden. De natuur heeft ons niet nodig, wij hebben de natuur nodig. 

De revolutie van de aarde rond de zon zal niet stoppen, een revolutie van hoe de mensheid zichzelf organiseert lijkt mij de enige optie. Ons huidige systeem is niet aan het falen, het is ontworpen om zo te zijn. Laten we ons afzetten tegen de giftige manier van denken die ons hier gebracht heeft. We moeten van een klimaat van geweld naar een klimaat van zorg. Ik ben ervan overtuigd dat als we een fundamentele klimaatverandering willen, we radicaal moeten kiezen voor zorg en liefde. Want zonder liefde voor de natuur - onszelf, elkaar, en alles rondom ons - zullen we haar ook nooit trachten te beschermen.

Het is ontstellend, wreedaardig, hoeveel moeite het kost om deel te kunnen uitmaken van een systeem van zorg. Hoeveel producten liggen er in de winkel die én veganistisch, én fairtrade, én biologisch, én gezond, én lokaal zijn? Zo moeilijk is het om iets op je bord te krijgen zonder dat er geweld aan te pas is gekomen. Sommigen, bijvoorbeeld veganisten, doen een poging om zich te onttrekken uit dit klimaat van geweld, en op de een of andere manier zijn wij geconditioneerd om deze vraag naar liefde als radicaal, extremistisch of belachelijk te zien. Nog meer zijn we geconditioneerd om te denken dat als we imperfect zijn in onze individuele daden, we het recht niet te hebben actie te eisen van onze beleidsmakers. Maar wanneer je oververmoeid raakt in een systeem waaruit niet te ontsnappen valt, dan is het hypocrisie ten top van de leiders die over het systeem beslissen om te vingerwijzen naar onze persoonlijke verantwoordelijkheid. Het is aartsmoeilijk voor de gemiddelde mens om foutloos te zijn in liefde en zorg in een systeem dat compleet gestoeld is op het tegenovergestelde. Daarom is het voor mij even belangrijk om niet boos te worden op degenen die het niet kunnen opbrengen om vlees te laten liggen, als zelf het vlees te laten liggen. Ik weiger mij te laten verdelen en de schuld leggen bij anderen wanneer de schuld ligt bij het systeem. Polarisatie is een grote afleiding van wat echt zou moeten gebeuren: focussen op samen sterk staan en de status quo omverwerpen.

Hoopgevend was het dus wel om getuige te zijn van een voor mij nooit eerder geziene consensus tussen activisten vanuit zoveel hoeken van de maatschappij en de wereld, een consensus dat het gevecht dat al eeuwen gevoerd wordt voor eigen groep, een gezamenlijk gevecht moet zijn. Dat elke groepering die met systemisch en systematisch geweld te maken krijgt, een diep besef heeft ontwikkeld dat al die systemen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en onmogelijk afzonderlijk op te lossen zijn. Eén poot loswrikken kan een tafel aan het wankelen brengen, pas bij het besef dat we allemaal deel uitmaken van hetzelfde geheel, kan de tafel omvergeworpen worden. 

Of ik denk dat we geweld in al zijn vormen kunnen uitroeien en liefde opeens zal overheersen? Integendeel, de veelheid van emoties die deze wereld kan bieden boeit mij mateloos. Geweld zal altijd blijven bestaan. Maar het feit dat systemisch geweld op zo’n grote schaal de destructie van onze eigen soort aan het bewerkstelligen is, lijkt mij genoeg reden om op zoek te gaan naar iets anders. We hoeven niet allemaal op een groene boerderij in het hol van Pluto gaan wonen, maar we moeten wel op zoek gaan naar iets nieuws. Dus mijn voorstel is dat we in de plaats van doemdenken terug durven dromen. Ons niet laten verlammen of verdelen door ingedramde schuldgevoelens. Dat heeft ons enkel geleerd om dingen te laten vallen voor het milieu in de plaats van ze proactief aan te pakken. Het is bewezen dat als slechts 3,5 procent van de maatschappij in actie schiet, dit al gegarandeerd sociale verandering teweegbrengt. Ik geloof vurig dat collectieve actie de druk hoog genoeg kan zetten om samen op zoek te gaan naar een radicaal andere wereld.

"Hope is not like a lottery ticket you can sit on the sofa and clutch, feeling lucky. Hope is an axe you break down doors with in an emergency" – Rebecca Solnit

* Deze tekst is bijna uitsluitend geïnspireerd door MAPA activisten die uitgesloten werden van de COP26 zelf.

Dit artikel werd overgenomen van StampMedia.



Over de auteur:

Lotus Li (19) woont in Brugge en volgt de Engelstalige opleiding Social Sciences aan de VUB. Ze is adviseur van de Vlaamse Jeugdraad en trekker van de werkgroep klimaat. Ook is ze ambassadeur van De Warmste Week, voorzitter en mede-oprichter van Untold Asian Stories en volgde ze sinds enkele maanden een traject als Oxfam-ambassadeur als voorbereiding op de COP26. Haar doel is vooral om positieve verandering te brengen en bij te dragen aan een systeemverandering.