"Een organisatie als Untold Asian Stories is geen seconde te vroeg gekomen"

Untold Asian Stories is de eerste organisatie in Vlaanderen die er wil zijn voor een nieuwe generatie met Aziatische roots. Een generatie die volledig anders kijkt naar racisme en discriminatie dan voordien. Maar hoe komt zo'n organisatie tot stand? Een vraag die ik anderhalf jaar geleden niet had kunnen beantwoorden. Het was namelijk een sprong in het diepe, waar ik nu voor het eerst op terugkijk.

In 2020 stond een portret van mij in De Standaard. De centrale vraag van het interview was hoe het was om achttien jaar te zijn of te worden in tijden van corona. Tussen het beantwoorden van de vragen door, zei ik dat ik Aziatische representatie erg heb gemist tijdens het opgroeien in Brugge. Zelden zag ik iemand in de media die eruit zag als ik en indien dat wel zo was, dan was het een erg stereotiep beeld. 

Wederzijdse herkenning

Ergens in Leuven ging een lichtje branden toen iemand  het stuk in de krant las.  Diezelfde dag nog kreeg ik een berichtje van ene Ann met de vraag of ik misschien samen iets wilde doen rond hetgeen wij beiden blijkbaar zo gemist hadden: erkenning voor de moeilijkheden die we van kleins af aan meemaakten, het zien van herkenning bij mensen die hetzelfde doorstonden en een correctere representatie van mensen met Aziatische roots in de media. 

Plots beseften we dat Vlaamse Aziaten, na al die generaties in stilte wroeten, nooit echt een platform hebben gekregen of hebben geclaimd

Sinds dat berichtje is de bal aan het rollen gegaan: we vroegen er een derde medeoprichter – Emily – bij, en stonden eerst maandelijks en uiteindelijk wekelijks tot dagelijks in contact met elkaar. Sinds onze organisatie zes maanden geleden is gelanceerd, is de bal gaan stuiteren, tuimelen en tot op vandaag niet stil gevallen. 

De eerste keer dat Ann, Emily en ik samenkwamen toonde voor mij meteen aan waarom een organisatie als de onze nodig is in de maatschappij. De eerste paar uur dat we spraken, waren namelijk totaal geen brainstorm over hoe we een organisatie konden starten. Wel deelden we gevoelige stukken uit onze levensverhalen, iets dat ons nog nooit zo makkelijk overkwam als nu, omwille van de gedeelde ervaringen, pijnpunten en emoties die we meteen bij elkaar aanvoelden.

Ikzelf ben geadopteerd, en daardoor ken ik dus amper Aziatische mensen in Vlaanderen. Ik heb doorheen mijn jeugd bar weinig kansen gehad om bepaalde dingen te delen, waar ik tot voor kort ook de woorden niet voor kende. En daar, op die zomermiddag, openden wij deuren voor elkaar. Deuren die we misschien lang voor anderen zonder migratie-, adoptie-, of Aziatische achtergrond, gesloten hebben gehouden, want hoe kan je onze ervaringen echt begrijpen als je er nooit mee in aanraking bent gekomen? Ik voelde plots de kracht van het erkennen en herkennen van emoties en verhalen. Dat gaf mij de motivatie om deze safe space ook voor andere Vlaamse Aziaten mogelijk te gaan maken. Tegelijk bracht het ook een bepaalde druk en een verantwoordelijkheidsgevoel met zich mee. 

Aziaten als 'voorbeeldminderheid'

Toen we meer gingen stilstaan bij de vraag waarom we een van de enigen waren, kwamen we snel tot de essentie van de zaak. Door culturele en socio-economische factoren, in combinatie met beeldvorming en vooroordelen in Vlaanderen, hebben Aziatische migrantenfamilies zich erg vaak stil gehouden. Het motto was vooral ‘werk hard en klaag niet’. Snel groeiden we uit tot een 'modelminderheid': we integreerden ‘goed’, in stilte, waren goed voor de economie en werkten hard. Voor mij is dit beeld over Vlamingen met Aziatische roots erg kwalijk om drie redenen. 

Ten eerste impliceert het bestaan van een ‘voorbeeldminderheid’ dat er ook ‘slechte’ minderheden zijn, wat bijgevolg heel polariserend kan zijn en daardoor ook als een politiek middel kan gebruikt of zelfs misbruikt worden om groepen tegen elkaar op te zetten. Voor mij spreekt bijvoorbeeld deze uitspraak van Bart De Wever uit 2015 boekdelen: ‘Ik heb nog nooit een Aziatische migrant ontmoet die zegt slachtoffer van racisme te zijn. Ook in de criminaliteitscijfers zie ik hen nauwelijks’.

Door culturele en socio-economische factoren, in combinatie met beeldvorming en vooroordelen in Vlaanderen, hebben Aziatische migrantenfamilies zich erg vaak stil gehouden. Het motto was vooral ‘werk hard en klaag niet’

Ten tweede brengt het stigma van de modelminderheid veel druk met zich mee voor Vlaamse Aziaten. In deze maatschappij bestaan zoveel vooroordelen over hoe slim, muzikaal, onderdanig, stil wij zouden zijn. Hoewel een deel van deze stereotypen ‘positief’ zijn en de opmerkingen die wij hierover herhaaldelijk krijgen goed bedoeld zijn, brengen die aannames verwachtingen met zich mee die velen als een zware druk ervaren.
 
Als laatste is het uiteraard schadelijk voor iedereen dat stereotypen in stand worden gehouden. Al waren sommige mensen van de eerste generaties migranten uit Azië misschien inderdaad erg stil en hardwerkend, dat geldt nu al lang niet meer voor alle Vlaamse Aziaten. Velen van ons zijn al derde of vierde generatie en voelen zich meer Vlaming dan Aziatisch, velen zijn geadopteerd en voelen sowieso geen directe link met hun cultuur, en ten slotte heeft ieder van ons logischerwijze ook een eigen persoonlijkheid die afwijkt van een veralgemening. 

Dus, plots beseften we dat Vlaamse Aziaten, na al die generaties in stilte wroeten, nooit echt een platform hebben gekregen of hebben geclaimd. Tot op vandaag zijn wij geen deel van het antiracismedebat in Vlaanderen of eender welk maatschappelijk debat. Daarom besloten we om eindelijk onze verhalen te vertellen en te delen, een platform te eisen en te bieden aan medemensen met Aziatische roots. Onder de alomvattende naam Untold Asian Stories publiceren we nu wekelijks een anekdote over het leven van een Vlaming met Aziatische roots, wat hopelijk voor (h)erkenning zorgt bij velen, maar ook voor begrip, openheid en nieuwsgierigheid van Vlamingen die deze ervaringen niet delen.

Jezelf versterken om bruggen te bouwen

Wat ik ook leerde, is dat bruggen bouwen niet zo eenvoudig is. Hoewel ik superidealistisch in ons eerste interview met  MO* magazine vertelde dat onze focus stond op verbindingen tussen mensen met en zonder Aziatische roots, besefte ik ook snel dat de twee kanten eerst zelf sterk genoeg moeten staan voor je er een brug kan tussen bouwen. Op de events die we met onze organisatie georganiseerd hebben, ondervonden we snel hoe kwetsbaar dit onderwerp voor velen is. Verschillende mensen vertelden ons dat ze dingen met ons gedeeld hebben die ze nooit eerder met anderen hebben durven delen. Zelfs niet met hun echtgenoot of dichtste vrienden uit angst voor onbegrip en door een levenslange geschiedenis van onbegrepen zijn. 

Soms kan je zoveel uitleg geven als mogelijk, maar sommige dingen kan de ander nu eenmaal niet volledig begrijpen. Dat betekent echter niet dat we het proberen moeten of zullen opgeven. Daarom hebben we besloten om onze maandelijkse events af te wisselen tussen events voor iedereen, en ook safe-space events waar we mensen een omgeving willen aanbieden die voor hen veilig aanvoelt, een plaats die ze misschien niet makkelijk ergens anders in de maatschappij kunnen vinden. 

Soms kan je zoveel uitleg geven als mogelijk, maar sommige dingen kan de ander nu eenmaal niet volledig begrijpen. Dat betekent echter niet dat we het proberen moeten of zullen opgeven

Ik heb vooral veel over mezelf geleerd in dit proces. Nu ik erop terugkijk, heb ik in mijn jeugd veel te maken gehad met micro-agressies, schijnbaar banale opmerkingen die me er telkens aan herinnerden dat ik er niet bij hoorde, dat ik anders was – nog voor ik het zelf besefte. De trots die ik als kind ervoer voor dingen zoals Chinese kleedjes en schoenen, zette zich al snel om in schaamte door de manier waarop de buitenwereld er mee omging. Ik besef nu dat het vaak zelfs niet gaat om wat er nu precies gezegd wordt. Een goedbedoeld, terloopse opmerking die de ander de volgende dag vergeten is, raakt mij in de kern van wie ik ben. Het is zo gevoelig omdat het mij herinnert aan alle eerdere opmerkingen, een opeenstapeling van racisme over een heel leven heen. Ik ben geen persoon van kleur - tegenover het zogenaamde neutrale wit: ik ben geracialiseerd. Het anders-zijn is mij een leven lang opgelegd. 

Op den duur wist ik niet meer of het feit dat ik Chinees ben en geadopteerd zo belangrijk was omdat het iets was dat mij Lotus maakte, dat mij uniek maakte. Of dat het zo belangrijk was geworden omdat mijn omgeving er negatief op reageerde. Ik kan mij maar Belgisch voelen in de mate dat mij dat wordt toegelaten.

Op een workshop rond anti-(Aziatisch)-racisme die ik enkele weken geleden gaf aan een groep jongeren, werd na afloop gezegd dat ze het bizar vonden dat racisme, en in dit geval specifiek tegenover Aziaten, zo genormaliseerd is. Dat de mensen die al een soort alertheid hebben opgebouwd tegenover racisme in het algemeen, die alertheid nog niet hebben tegenover Aziaten, omdat het racisme naar ons toe vaak op een andere manier wordt geuit. Dat sterkte me in mijn overtuiging, dat een organisatie als Untold Asian Stories geen seconde te vroeg is gekomen. 

Kif Kif organiseert in samenwerking met Untold Asian Stories een panelgesprek en expo met kunstenaars met Aziatische roots in België. Je kunt je hier inschrijven.



Over de auteur:

Lotus Li (2002) woont in Brugge en volgt de opleiding Social Sciences aan de VUB. Ze is sinds kort lid van de Vlaamse Jeugdraad, het adviesorgaan dat de stem van kinderen en jongeren vertolkt bij de Vlaamse Regering. Met het project Untold Asian Stories wil ze de Aziatische gemeenschap in Vlaanderen meer zichtbaarheid geven.