De Palestijnse Autoriteit

De rol van de Palestijnse Autoriteit wordt steeds vaker in vraag gesteld. Deze analyse, gebaseerd op betrouwbaar cijfermateriaal, tracht enkele ideeën aan te reiken om het functioneren van de PA beter te begrijpen en toekomstperspectieven te bieden.
De Palestijnse Autoriteit

Mahmoud Abbas krijgt een lesje van het Palestijns volk

 

Het grote publiek beschouwt de Palestijnse Autoriteit, met president Mahmoud Abbas en eerste minister Salam Fayyad, als de vertegenwoordiger van het Palestijns volk. Naar de mening van vele Palestijnen, zowel binnen als buiten de Bezette Gebieden, is de rol van de PA echter problematisch. Bijgevolg moet de internationale solidariteitsbeweging (en met haar de vele activisten) nadenken over het in te nemen standpunt ten opzichte van de PA. Ik zal trachten hier enkele ideeën naar voren te schuiven op basis van een materialistische analyse. Want een debat is wel degelijk nodig.
Allereerst is het belangrijk om de historische evolutie van de PA te beschrijven. Deze werd opgericht in 1994, na het ondertekenen van de Oslo-Akkoorden. De Eerste Intifada, de grootste bedreiging ooit voor het zionisme, had ervoor gezorgd dat sinds 1991 langdurige vredesgesprekken plaatsvonden tussen de Palestijnen en Israëli’s. Hierbij is een woordje uitleg nodig. De Israëlische regering wilde geen directe gesprekken met het PLO (Palestine Liberation Organisation, coalitie geleid door Arafat) aangaan, ze werd namelijk beschouwd als zijnde terroristisch, dus gebeurden de onderhandelingen via tussenpersonen. Daarnaast waren de Palestijnse onderhandelaars niet van de PLO zelf, maar van het Verenigd Leiderschap van de Intifada, hoewel zij richtlijnen ontvingen van Arafat. Dit kwam omdat de PLO op dat ogenblik als organisatie tamelijk afwezig was in Palestina zelf. Deze twee actoren, bijgestaan door buitenlandse onderhandelaars, kwamen dus samen in Madrid voor vredesonderhandelingen.
Deze verliepen zeer stroef, o.a. door de revolutionaire situatie in Palestina die grote druk zette op het Verenigd Leiderschap om zich niet tevreden te stellen met peanuts. Daarom werden nieuwe, geheime onderhandelingen gelanceerd in Oslo op voorstel van Israëlische academici. Hiervan was enkel het leiderschap van de PLO in Tunis op de hoogte en deze gesprekken worden beschouwd als een dolk in de rug van de onderhandelaars in Madrid. Eén van de grote ontwerpers van de onderhandelingen in Oslo was Mahmoud Abbas, de huidige president. Over toeval gesproken. Het belangrijkste gevolg was de oprichting van de Palestinian National Authority en de hiermee gepaarde akkoorden in verband met de economie (Protocol van Parijs) en de veiligheid. Hoewel op sommige momenten, onder leiding van Arafat, de PA opstanden ondersteunde, heeft ze nooit actief de leiding genomen van het verzet. De reden hiervoor zal in de volgende alinea duidelijk worden.
Om een organisatie beter te begrijpen, is het noodzakelijk om te onderzoeken waar de fondsen vandaan komen. De Verenigde Naties bijvoorbeeld, wordt voor 22% gefinancierd door de VS, maar als je hierbij de 4 volgende landen optelt (Japan, Duitsland, Frankrijk en het VK, stuk voor stuk dichte bondgenoten van de VS) kom je aan een totaal van 51%. Voor de Palestijnse Autoriteit is het nodig om dieper in te gaan op het financieel aspect. Sinds 2009 liggen de totale uitgaven van de PA iets boven de 3 miljard dollar per jaar. Een groot deel hiervan, het clearence revenue, is afkomstig van belastingen van Palestijnse werknemers in de Bezette Gebieden en “Israël”, hoewel de Israëlische Overheid enkele procenten hiervan opeist. In 2011 stond het clearence revenue in voor 40% van de totale uitgaven. De rest van het budget bestaat uit buitenlandse hulp, maar van welke landen precies?
“Paradoxically, instability in the West Bank and the Gaza Strip is both a major reason for the increases in U.S. assistance over the past five years…” staat letterlijk geschreven in een rapport van het Amerikaans Congres over de steun aan de PA, daterend van januari 2013. Dit betekent dat wanneer er onrusten zijn, de VS meer steun geeft aan de PA om orde op zaken te stellen. Deze steun wordt onderverdeeld in 2 categorieën: directe steun aan de PA en steun via USAID, waarbij ook een deel gaat naar governance, rule of law and civil society. De directe steun schommelt de laatste jaren rond de 200 miljoen dollar per jaar, waarbij de VS na de Arabische donors en de EU, maar voor de Wereldbank gerangschikt staat. Indien men hierbij de fondsen van het USAID optelt, steekt de VS met kop en schouders boven de rest uit. Deze buitenlandse donors staan garant voor ca. 30% van de totale uitgaven van de PA. Samengeteld met het clearence revenue blijft nog steeds een belangrijk begrotingstekort aanwezig, 1,1 miljard dollar in 2011, dat steeds moeilijker te controleren valt. Het is dus duidelijk dat de buitenlandse fondsen onmisbaar zijn voor het functioneren van de PA.
De vraag of de PA de strijd kan leiden tegen het zionisme en het imperialisme is hiermee beantwoord. Op dit moment toont de realiteit ons dat het antwoord duidelijk nee is en ze zelfs een werktuig is in de handen van het imperialisme. In de toekomst zal, indien de PA een koersverandering doorvoert en een revolutionaire lijn adopteert, dit instituut simpelweg ophouden te bestaan door de onmogelijke financiële situatie waarin het zich bevindt. We kunnen hieruit 2 conclusies trekken om een zekere flexibiliteit toe te laten. In het beste geval kan de PA in de toekomst een nutteloos werktuig worden dat geen enkele functie vervult voor het Palestijns volk en zal ze uit zichzelf verdwijnen. In het slechtste geval blijft de PA op dezelfde lijn, d.w.z. een imperialistisch werktuig dat als eerste moet bestreden worden om de Palestijnse zaak uit de impasse te halen en zal ze verplicht worden te verdwijnen.
Dit betekent niet dat gepleit wordt voor interne strijd en het aanvallen van Fateh, de leidende partij in de PA. De Palestijnse bevolking is de PA beu en er zijn genoeg leiders in elke politieke beweging die dit begrijpen. Het verwijderen van de PA betekent evenmin het opheffen van elke samenwerking tussen de Palestijnse partijen en staat ook de heropbouw van de PLO niet in de weg. De enige vraag waar dan serieus over nagedacht moet worden is de volgende: waar halen de Palestijnen hun geld vandaan indien de steun voor de PA wegvalt? Een groot deel van de Palestijnen is namelijk tewerkgesteld in de publieke sector. Toch ligt in het economisch domein ook de kracht van het verzet: tijdens de totale blokkade van Gaza in 2006 verloren de Israëlische bedrijven 2 miljoen dollar per dag. De Palestijnen moeten zich weer bewust worden van hun mogelijke impact op de situatie om een krachtsverhouding op te bouwen.