‘De strijd tegen racisme kan het Vlaamse middenveld behoeden voor een stille dood’

Is racisme de voorbije jaren toegenomen? En kunnen en willen onze overheden iets doen aan dat maatschappelijk probleem? Nina Henkens van Kif Kif laat haar licht schijnen op diversiteit en discriminatie vandaag. ‘Racisme is de laatste jaren genormaliseerd geraakt.’

 

Reeks: Adviseurs van een leefbare samenleving

Waar moeten beleidsmakers en politici dringend meer zorg en aandacht aan besteden? Welke ontwikkelingen in onze samenleving zijn op het achterplan beland? En wat kunnen we verwachten van de gemeenteraadsverkiezingen? Voor deze reeks Adviseurs van een leefbare samenleving organiseert MO* een aantal beschouwende gesprekken over maatschappelijke thema’s die ons allemaal aanbelangen. Dit is aflevering 2: Nina Henkens van interculturele beweging Kif Kif.

 

‘Het is in trieste omstandigheden dat we elkaar zien. Het is echt afschuwelijk’, sprak burgemeester Bart de Wever (N-VA) de aanwezigen op 18 juni toe in een moskee in Hoboken. Het is misschien niet in het collectieve geheugen gegrift, maar lokaal was het bezoek van de Antwerpse burgemeester groot nieuws.

De Wever kwam de mensen een hart onder de riem steken na een ontploffing in een appartementsgebouw. Daarbij zijn minstens vier mensen gestorven, vijf anderen raakten gewond. De burgemeester sprak zijn lof uit voor de buurtbewoners, die meteen te hulp waren geschoten en slachtoffers hielpen evacueren. Een heldendaad, noemde hij het.

Na het bezoek keerde de burgemeester terug naar zijn kabinet en de mensen in Hoboken naar hun dagelijkse bezigheden. ‘Dit was the biggest joke ever’, reageerde een Antwerpse studente achteraf.

De kloof tussen burgers met een migratieachtergrond en de politiek is wellicht nog nooit zo groot geweest. Nochtans is de diversiteit in de grote steden niet alleen groter, maar ook zichtbaarder geworden. Alleen proberen we die diversiteit nog steeds te ontkennen, ziet Nina Henkens, de gedreven coördinator van Kif Kif, een interculturele organisatie die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme.

In onze omgang met mensen met een andere achtergrond ligt de klemtoon nog altijd op assimilatie, het opgaan in en versmelten met de dominante groep, zegt u.

Nina Henkens: De dominante groep doet nog weinig aan zelfreflectie. Ook in ons beleid en ons onderzoek, en in de verhalen die we aan elkaar vertellen, is het altijd de witte man of vrouw die de ander definieert.

Uit onderzoek blijkt dat het in Vlaanderen witte mensen zijn die bijvoorbeeld de minst diverse vriendenkring hebben en minder deelnemen aan het verenigingsleven. Er wordt veel gesproken over “de ander”, maar we staan er niet bij stil over wat het doet met de dominante groep om in een superdiverse samenleving te leven.

Hoe komt dat volgens u?

Nina Henkens: Ik denk dat wij historisch gezien altijd in de positie zaten waarin wij het waren die konden bepalen wat de norm was en die de ander konden beschouwen. En dat is iets waar we hardnekkig aan blijven vasthouden. Niet alleen in het verleden, met onze koloniale geschiedenis, maar ook vandaag. Ik zie dat nog steeds in verschillende vormen terugkomen, zoals racisme en paternalisme.

Twee categorieën burgers voor de wet

U zegt dat de ander beschouwen een erfenis is van het verleden, maar racisme is al decennialang een belangrijk maatschappelijk onderwerp. Hoe is de situatie de voorbije jaren geëvolueerd?

Nina Henkens: Onder invloed van rechts en extreemrechts is racisme genormaliseerd geraakt. Zeker op Vlaams niveau zijn er aanvallen geweest op de rechtspositie van mensen met een migratieachtergrond en slachtoffers van discriminatie en racisme.

Geef eens een voorbeeld?

Nina Henkens: Verschillende decreten proberen in feite een categorie A-burgers en een categorie B-burgers te creëren. Bijvoorbeeld het decreet Vlaamse Sociale Bescherming dat het Grondwettelijk Hof intussen deels heeft vernietigd (decreet van 2018, dat nieuwkomers verplichtte om vanaf dag één mee te betalen voor de zorgpremie maar hun tegelijk pas recht gaf op die premie na vijf of tien jaar verblijf in België, red.).

Er is bijvoorbeeld ook het decreet Sociaal-Cultureel Werk, waar Kif Kif ook onder valt. Dat bepaalt dat terugplooien op de eigen etnische en culturele identiteit een reden kan zijn om subsidies te schrappen. Hoe dat in de praktijk zou worden toegepast, is nog onduidelijk, want ook Vlaamse verenigingen kunnen hierdoor in de problemen komen. Met dat decreet hebben politici natuurlijk migrantenorganisaties geviseerd. Maar ze kunnen het juridisch niet op die manier formuleren, anders zou het een apartheidswet zijn.

Dit is een vorm van symboolpolitiek, vooral bedoeld om een rechtse achterban tevreden mee te stellen. De aanpassingen aan het decreet Sociaal-Cultureel Werk zijn in feite een idee van Vlaams Belang, dat dat in 2019 op tafel heeft gelegd tijdens een onderhandelingsronde met Bart De Wever. Het is in een zekere zin een afgezwakte versie van wat in het 70-puntenplan van het Vlaams Blok (omstreden plan dat die partij in 1992 lanceerde om een strenger migratiebeleid af te dwingen, red.).

Voorts is er ook de terugtrekking van Vlaanderen uit het interfederaal gelijkekansencentrum Unia. Het Vlaams Mensenrechteninstituut kwam ervoor in de plaats, maar dat heeft minder bevoegdheden dan Unia. Het doet vooral aan bemiddeling en veel minder aan rechtsgang. Dat is een juridische achteruitgang.

Sinds zijn oprichting heeft het Vlaams Mensenrechteninstituut in zijn adviezen en jaarverslag met geen woord gerept over racisme. Het is daarom teleurstellend dat het middenveld weinig plaats heeft gekregen in dat nieuwe orgaan. Er zijn beloftes gedaan voor de oprichting van een werkgroep voor het middenveld, maar die zijn vooralsnog niet ingelost.

De normalisering van racisme

Betekent dat dat er nu meer racisme is dan pakweg twintig jaar geleden?

Nina Henkens: Of er nu meer racisme is, kan ik niet op basis van cijfers zeggen. Wij hebben veel te weinig cijfers over racisme, omdat we bang zijn om cijfers over etniciteit te verzamelen. Dat is een ander verhaal. Maar ik zie wel dat het politieke draagvlak voor een antiracismebeleid kleiner is geworden. Zeker op Vlaams niveau.

Er is bijvoorbeeld nog altijd geen Interfederaal actieplan tegen Racisme, iets wat al meer dan twintig jaar een internationale verplichting is voor België. In de afgelopen legislatuur heeft de Vivaldi-regering daar wel op ingezet, maar de Vlaamse regering heeft zo’n plan gewoon geboycot.

Wij zien ook op de linkerzijde een verschuiving naar rechts. Er gebeuren zaken waar zelfs geen politieke reactie op komt. Het feit dat Conner Rousseau nog altijd voorzitter is van Vooruit is volgens mij een heel goed voorbeeld van hoe racisme genormaliseerd wordt. (Rousseau verwees in een café in september vorig jaar, in dronken toestand, naar de Romagemeenschap met woorden als ‘bruin gespuis’, red.).

Heeft deze normalisering van racisme ook concrete effecten gehad op de strijd tegen racisme?

Nina Henkens: Het antidiscriminatiebeleid in België is sterk versnipperd over lokaal, Vlaams en federaal niveau. Ik maak me vooral zorgen over de situatie op die laatste twee niveaus. Zullen bijvoorbeeld praktijktesten, iets waar we heel hard op inzetten om discriminatie op de arbeidsmarkt en in de woonmarkt tegen te gaan, nog een plaats krijgen in het Vlaamse regeerakkoord waarover nu onderhandeld wordt?

De vorige regering heeft wel middelen vrijgemaakt voor lokale besturen om aan de slag te gaan met praktijktesten. Maar als die geen middelen krijgen van andere overheden vrees ik dat we van die praktijktesten niets zullen merken.

De lokale besturen hebben praktijktesten geïmplementeerd. Heeft dat iets opgeleverd?

Nina Henkens: Het probleem met de toepassing van praktijktesten is dat men ze laat uitvoeren door academici om, op basis van het resultaat, een dialoog te starten met de geviseerde sectoren. We hebben nog geen juridische praktijktesten gezien waarbij er ook effectief naar de rechter gestapt wordt om discriminerende bedrijven te bestraffen.

Artificiële intelligentie en online haat

Welke andere thema’s moeten meer aandacht krijgen in de strijd tegen racisme?

Nina Henkens: Alles wat online gebeurt en te maken heeft met artificiële intelligentie (AI). AI heeft zijn intrede gemaakt in de samenleving en we weten dat daar ook heel veel risico's op discriminatie mee gepaard gaan. Er bestaat nog geen wettelijk kader voor, en toch wordt er al gewerkt met bijvoorbeeld technologie voor gezichtsherkenning. Deze technologie is gebaseerd op het verzamelen van data, en dat houdt risico’s in voor mensen met kleur, vooral voor vrouwen.

Doordat er veel meer data zijn over witte mannen dan over zwarte vrouwen, is de kans op fouten veel groter dat er fouten zijn bij het herkennen van zwarte vrouwen dan bij witte mannen. Ze lopen daardoor een grotere kans dan anderen om ten onrechte als dader van een misdrijf geïdentificeerd te worden.

AI wordt soms ook ingezet bij de selectie van sollicitatiebrieven. Dit is een nieuw domein waar er ook grote kans is op discriminatie, wat aandacht van het beleid verdient.

'Er zijn vormen van politiegeweld die het nieuws niet halen. En geen enkele partij in België wil van politiegeweld een politiek hangijzer maken.'

Het hoofddoekenverbod is voor ons nog steeds een belangrijk strijdpunt, net zoals racisme in het onderwijs. Er wordt wel gesproken over diversiteit, vaak gaat het over thema’s als polarisering. Maar het feit dat kinderen racisme meemaken op school en dat daar iets aan moet gedaan worden, is geen aandachtspunt. In de laatste legislatuur heeft Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zelfs de subsidies van de vzw School Zonder Racisme stopgezet.

Voorts moet ook aandacht gaan naar alles wat te maken heeft met online haat en online racisme. We pleiten voor de aanpassing van artikel 150 van de grondwet voor alle vormen van haat zaaien. Nu worden online haatberichten gekwalificeerd als drukpersmisdrijven. Daardoor belanden ze bij het Hof van Assisen en blijven ze vaak zonder vervolging. 

Politiegeweld is daarnaast ook een aandachtspunt voor ons. Jammer genoeg sterven er nog mensen na interventies door de politie. Dat komt wel in de media, maar er zijn vormen van politiegeweld die niet het nieuws halen. En geen enkele partij in België wil van politiegeweld een politiek hangijzer maken.

Mensen die klikken, kopen en stemmen

Antiracisme is geen dankbaar onderwerp in tijden van verkiezingen?

Nina Henkens: Ik denk dat we in de toekomst niet al te veel van beleidsmakers mogen verwachten als het om antiracisme gaat. Politici kijken naar burgers als mensen die klikken, kopen en stemmen. Ze zijn niet bezig met het algemene goed.

Dat is ook de analyse die historicus Anton Jäger in zijn boek Hyperpolitiek (april 2024, red.) maakt. Daarin schrijft hij dat er de voorbije jaren heel veel gepolitiseerd is. Er waren golven van protest, denk maar aan bewegingen als Black Lives Matter, de Gele Hesjes of de Arabische Lente, maar er is weinig veranderd, stelt hij vast.

'Als mensen het ergens niet mee eens zijn, grijpen ze naar sociale media in plaats van ergens samen te komen of naar de vakbond te gaan.'

Dat is heel herkenbaar. Volgens mij is het het gevolg van een versnippering in de samenleving en van het feit dat we elkaar alleen nog zien als individuen. Als mensen het ergens niet mee eens zijn, grijpen ze naar sociale media in plaats van ergens samen te komen of naar de vakbond te gaan.

Dit is geen toeval, het heeft ook te maken met de afbraak van de vakbonden en het verzwakte middenveld in het algemeen.

 

Het middenveld speelt niet de rol waarvoor het opgericht werd, zegt u?

Nina Henkens: Er zijn zeker organisaties en groepen die heel veel bereikt hebben. Maar volgens mij zit het klassieke Vlaamse middenveld in een heel grote crisis, die we zelfs nog niet echt goed kunnen benoemen omdat we niet goed weten wat er juist aan de hand is. Het draagvlak voor het middenveld als actor die mee het beleid bepaalt, is in ieder geval nog nooit zo klein geweest. 

In 2020, helemaal aan het begin van de vorige legislatuur, trokken de Black Lives Matter-protesten ook door ons land. Ze hebben de hele samenleving beroerd en geleid tot interessante gesprekken en bewustwording. Maar ze hebben maar weinig verandering in het beleid gebracht. Daar zijn verschillende redenen voor, maar een verklaring daarvoor is denk ik de verzwakte positie van het middenveld en het feit dat middenveldorganisaties ook veel te weinig relaties hebben met bijvoorbeeld de zwarte gemeenschappen, maar ook met andere grassrootsorganisaties in België.

De groepen die de laatste jaren voor sociale verandering hebben gezorgd, zijn meer die grassrootsgroepen. Het zijn groepen die gebruik gemaakt hebben van directe actie en minder geïnvesteerd hebben in het overleg- en dialoogmodel waar het Vlaamse middenveld nogal hard aan vasthoudt.

Zoals?

Nina Henkens: Het studentenprotest tegen de genocide in Gaza is een voorbeeld van hoe directe actie een impact kan hebben. Dankzij het studentenprotest knipten verschillende universiteiten hun banden met Israëlische universiteiten door. Axa, een miljardenbedrijf, heeft al zijn activiteiten in Israël stopgezet onder druk van de BDS-beweging (internationale boycotbeweging die Israël aanspoort zijn mensenrechtenverplichtingen ten opzichte van de Palestijnen na te leven, red.). Dat is een grote verwezenlijking.

Ook de manier waarop die studenten zich georganiseerd hebben en naar de buitenwereld gecommuniceerd hebben, in dialoog getreden zijn en samengewerkt hebben, vind ik indrukwekkend. Ze waren van diverse afkomst en overtuiging en hebben op een heel volwassene en respectvolle manier actie gevoerd. Dat staat in schril contrast met het klassieke middenveld, dat zich de laatste jaren minder getoond heeft.

Hopelijk kan de strijd voor de rechten van de Palestijnen een politieke leerschool zijn voor heel veel mensen die zich daarbij betrokken voelen. Want we worden ook niet meer politiek gevormd door onze media of onze politieke partijen. Vroeger werd politieke opvoeding gezien als iets belangrijks. Die werd gegeven door de school, en de socialisten deden aan volksverheffing. Nu gebeurt dat heel weinig.

Ik denk dat de Palestijnen en de beweging daarrond nog een van de weinige bewegingen zijn die ons politiek aan het opvoeden zijn als samenleving.

 

Dit interview verscheen eerder op de website van Mo* Magazine

 


Over de auteur:

Samira Bendadi schrijft voor MO* over minderheden en migratie in de samenleving en de regio Noord-Afrika.