Democratie is niet gediend met de tochtigheid van partijtucht.

December, eind 2010, bijna exact 6 jaar na de goedkeuring van het ‘stadsplan veilig’ in november 2004, keurde de Antwerpse gemeenteraad 5 besluiten goed. De geschiedenis herhaalt zich: maar ook nu; als steeds; niet op dezelfde manier. De besluiten betreffen o.m. wijzigingen in de politiecodex met als doel ‘de leefbaarheid te verbeteren’; met als doel de overlast die – nachtelijke - openbare dronkeschap en drinkgedrag in de openbare ruimte tout court veroorzaken, te bestrijden. In één adem keurde men de maatregel om bepaalde cafés en theehuizen in zone 2060 een sluitingsuur op te leggen mee goed. Deze maatregelen zijn in hun uitgangspunt alvast contradictorisch: nachtelijke, openbare dronkenschap bestrijden door de cafés waar – al dan niet dronken – nachtbrakers kunnen toeven te sluiten, lijkt ons - nuchter denkende mensen - niet bijster efficient. Ook binnen een aantal politiekringen wordt er zo over gedacht: laat café’s en vzw’s de rol van ‘nachtopvang’ van – al dan niet dronken – mensen op zich nemen: probleem van de straat én de kleine nachtelijke neringdoender verdient er nog iets aan.
Appèl aan de Antwerpenaar December, eind 2010, bijna exact 6 jaar na de goedkeuring van het ‘stadsplan veilig’ in november 2004, keurde de Antwerpse gemeenteraad 5 besluiten goed. De geschiedenis herhaalt zich: maar ook nu; als steeds; niet op dezelfde manier. De besluiten betreffen o.m. wijzigingen in de politiecodex met als doel ‘de leefbaarheid te verbeteren’; met als doel de overlast die – nachtelijke - openbare dronkeschap en drinkgedrag in de openbare ruimte tout court veroorzaken, te bestrijden. In één adem keurde men de maatregel om bepaalde cafés en theehuizen in zone 2060 een sluitingsuur op te leggen mee goed. Deze maatregelen zijn in hun uitgangspunt alvast contradictorisch: nachtelijke, openbare dronkenschap bestrijden door de cafés waar – al dan niet dronken – nachtbrakers kunnen toeven te sluiten, lijkt ons - nuchter denkende mensen - niet bijster efficient. Ook binnen een aantal politiekringen wordt er zo over gedacht: laat café’s en vzw’s de rol van ‘nachtopvang’ van – al dan niet dronken – mensen op zich nemen: probleem van de straat én de kleine nachtelijke neringdoender verdient er nog iets aan. Dit soort maatregelen opleggen voor een bepaalde wijk ruikt naar discriminatie. Sowieso versterkt het een ongewenste en overigens foute beeldvorming over een wijk, over 2060 en bij uitbreiding daarvan de wijkbewoners: deze zijn daar trouwens minder en  minder van ‘gediend’. Die beeldvorming contrasteert overigens met wat – weerom – uit politiebronnen vernomen wordt: nachtelijke overlast, drugsdelicten, geweldsdelicten …. meldingen én aantallen van politionele interventies liggen intussen even hoog in andere wijken, m.n. het Zuid en delen van het centrum, als in 2060 of bij uitbreiding Antwerpen Noord. Waarom verschillende manieren van aanpak voor identieke problemen in vershillende wijken vragen burgers zich steeds luider af ? De maatregelen hebben een zeer ongewenst neveneffect op armoedebestrijding. Niet weinig van de 400 zaken zijn kleine ondernemingen met beperkte omzet waarmee de uitbater vaak maar net in zijn/haar levensonderhoud kan voorzien. De zaken zijn vaak de enige bron van inkomsten van deze mensen en hun gezin. Bij het wegvallen van deze inkomsten hebben zij als kleine zelfstandige ondernemer, vaak geen vangnet. Het is o.m. hierom dat vertegenwoordigers van een groep van 20 uitbaters op en rond het De Coninckplein een brief schreef naar het college met de vraag naar een onderhoud. Een delegagtie van 4 mensen  werd ontvangen. Zij deden daaro.m. de suggestie om het sluitingsuur in te voeren tijdens de weekdagen maar zonder restrictie te kunnen openhouden tijdens de weekendnachten. Op die manier zouden zij het omzetverlies kunnen beperken, hun inkomen veilig stellen en toch deels tegemoet komen aan de verzuchtingen van de stedelijke overheid. De suggestie ging verloren in dovemansoren. Waar de bereidheid van een aantal uitbaters om met de stedelijke overheid en andere actoren een aantal dingen aan te pakken al langer aanwezig is, is er nooit een initiatief van die overheid geweest om systematisch met deze handelaren rond de tafel te gaan zitten en hen partner te maken in de – commerciele en sociale - ontwikkeling van het plein en zijn omgeving. De éénmalige toelichting van de maatregelen naar de betrokkenen, eind december 2010, waarop slechts een kwart van de betrokken handelaars aanwezig was heeft het merendeel van de betrokkenen niet bereikt. De expliciete boodschap die aan de aanwezigen werd gegeven ‘dat zij niet het probleem vormden, maar wel de afwezigen’ schetst treffend het gebrek aan draagvlak en competentie van de stedelijke overheid om met de grote groep van de kleine handelaars van en rond het plein en bij uitbreiding  2060/Antwerpen Noord aan de slag te gaan. Naast het deficit op het vlak van armoedebestrijding slaat de stedelijke overheid hier ook op het vlak van het bevorderen van partipatie en sociale cohesie de bal pal mis. Het is dom beleid. Suggereert met niet zoveel woorden ook een studie van de managementsschool van de universiteit Antwerpen. Daarin werd onderzocht wat de opportuniteit zou kunnen zijn om de buurt om en rond het begin van de Dambruggestraat tot halverwege de Offerandestraat om te toveren in een straat met enkel mega ‘outlookstores’. Dat idee wordt in die studie met de grond gelijk gemaakt. De voorgestelde alternatieven luiden grosso modo als volgt: ga met huidige handelaars aan de slag en zet het kosmopolitisch karakter in de verf. Erken die diversiteit, ook als commerciele meerwaarde. Verder, nog steeds volgens de studie, heeft de wijk vooral nood aan scholen en enkele grote low budget retailers.  Intussen sloten als gevolg van de maatregel, reeds 4 zaken hun deuren. Meerdere zaken, vooral van allochtone uitbaters, kregen het sluitingsuur opgelegd. We kregen intussen de dossiers onder ogen met de ‘argumenten’ die gebruikt werden om deze of gene zaak een sluitingsuur op te leggen. Een bloemlezing: - spugen op straat
- aanwezigheid van ‘illegalen ( een horecauitbater mag volgens nog stees geldende wetten in dit land, de identiteit van zijn klanten NIET controleren )
- klachten van buren over straatlawaai
- lawaaihinder uit cafés waar de decibelbegrenzer door de politie zelf werd ingesteld
- teveel meldingen van inbraken door de uitbater bij de politie
- meldingen van incidenten buiten op straat
- binnen gelopen meldingen bij de politie die over …. niets gingen
-  … Het lijstje is bijlange na niet volledig. Sommige klachten gaan meerdere jaren, tot 5 jaar, terug en betreffen vorige uitbaters van het etablissement. Een aantal van de dossiers zijn nagenoeg volledig samengesteld op basis van telefonische klachten bij plantons van de politie zonder dat er verder een PV werd opgemaakt.  Onze conclusie: de dossiers om sluitingsuren op te leggen zijn flinterdun en gebaseerd op willekeur. Het is elke burgerlijke rechtsstaat onwaardig. De betrokken uitbaters willen zich hier niet langer bij neerleggen en vragen de gemeenteraadsleden van de meerderheidspartijen om de goedkeuring van de betreffende maatregelen en wijziging van de politiecode van 26 november te herroepen. Omwille van hun eiegen zaak en inkomen. Maar ook, en wij met het, omwille van het deficit op vlak van armoedebestijding, partipatie, sociale cohesie en sociaaleconomische ontwikkeling van de wijk. Maar evengoed omwille van het democratisch deficit op politiek vlak: immers over de partijgrenzen van de Antwerpse meederheid heen waren er gemeenteraadsleden die zich niet konden en kunnen vinden in dit beleid.  Eén nam moedig ontslag. De anderen bogen onder de partijtucht en zwegen. Ook daarom de vraag aan U om de petitie te ondertekenen. Immers de stedelijke Antwerpse democratie is niet gediend met de tochtigheid van de partijtucht.  In bijlage vindt u de petitie.