Iemand die in een rolstoel zit en die een appartement wil huren heeft 36% minder kans om uitgenodigd te worden voor een plaatsbezoek, terwijl dat voor personen zonder handicap 43% is. Mannen met een Turkse naam worden in Antwerpen in ruim een kwart van de gevallen omwille van die naam niet uitgenodigd voor een plaatsbezoek. Mohamed El Majjoudi, projectcoördinator bij Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad, Joy Verstichele, coördinator van het Vlaams Huurdersplatform, Nele Spaas, beleidsmedewerker bij LEVL, Eva Declerck, inhoudelijk coördinator bij Çavaria en Kif Kif-coördinator Nina Henkens gingen maandag in gesprek over praktijktesten als wapen in de strijd tegen huurdiscriminatie.
Mohamed El Majjoudi legt uit wat praktijktesten zijn en welke verschillende soorten testen er bestaan: “Het woord zegt het eigenlijk zelf: het zijn testen in de praktijk, om discriminerend gedrag op te sporen en vast te stellen. Ze kunnen worden ingezet op verschillende domeinen: op de arbeidsmarkt, bij controles door de politie, en ook op de woonmarkt.”
We weten dat kwalitatief wonen een voorwaarde is om aan andere zaken in het leven te werken. Bijvoorbeeld de zoektocht naar werk, of een goede opvoeding van de kinderen
“Je ziet bijvoorbeeld een advertentie van een appartement dat te huur staat op immoweb en je wilt testen of de makelaar of verhuurder discrimineert. Dat kan al met een simpele e-mail: de zogenaamde ‘correspondentietest’. Je stuurt twee vrijwel identieke mails naar die verhuurder, en een met bijvoorbeeld de naam Mohamed, en de andere met de naam Peter. Als die huurmakelaar alleen reageert naar Peter, en niet naar Mohamed, dat kun je concluderen dat er sprake is van discriminatie.”
Een andere vorm van praktijktesten is ‘mystery shopping’. Daarbij wordt vertrokken vanuit het standpunt van de verhuurder. “Je doet je voor als verhuurder en zegt bijvoorbeeld ‘ik heb hier een appartement maar ik wil eigenlijk geen mensen van allochtone origine’. Vervolgens kun je bekijken of makelaars ingaan op dat verzoek tot discriminatie.”
De eerste praktijktests werden rond 2012 door het Minderhedenforum georganiseerd (de organisatie waaruit LEVL is ontstaan), legt Nele Spaas van LEVL uit. “Enkele jaren later zijn ook academici begonnen praktijktesten in te zetten. Op dit moment gebeuren praktijktesten vooral in opdracht van gemeenten. Zo zetten onder meer Leuven, Kortrijk, Mechelen, Ninove, Sint-Niklaas en Hasselt deze testen in om discriminatie op te sporen. Maar ook het Brussels gewest heeft haar verantwoordelijkheid genomen, in tegenstelling tot Vlaanderen”, aldus Spaas. Ze voegt er aan toe dat de testen nog nauwelijks worden ingezet om verhuurders ook effectief te sanctioneren; op de testen in Brussel en Gent na blijft het voornamelijk bij academische praktijktesten.
Discriminatie van LGBTQI personen
Verhuurders discrimineren niet enkel op culturele achtergrond. Ook mensen met een handicap, LGBTQI personen en mensen zonder vaste baan worden benadeeld in hun zoektocht naar een woning. “Hoewel in de berichtgeving rond eerdere testen heel stellig gezegd werd dat er geen structurele discriminatie was van LGBTQI-personen, zijn er belangrijke kanttekeningen bij die resultaten te plaatsen” legt Eva Declerck van Çavaria uit.
“De testen die gedaan zijn in Antwerpen en in Gent focusten enkel op de eerste fase van de selectie van een huurder (wanneer mensen bellen of mailen voor een bezichtiging). Daarin werd dan bijvoorbeeld aangegeven ‘ik ben een man en mijn partner is een man’. Maar bij de fysieke ontmoetingen bij de bezichtiging van een woning komen er ook discriminaties naar voren. En dat werd niet getest. Een andere beperking van dat onderzoek is dat het enkel ging over seksuele oriëntatie. De discriminatie van transgender personen werd niet getest. Terwijl wij wel weten dat daar ook discriminatie voorkomt.”
Mohamed El Majjoudi geeft aan dat discriminatie bij het zoeken naar een woning enorme gevolgen heeft voor de slachtoffers ervan. “We weten dat kwalitatief wonen een voorwaarde is om aan andere zaken in het leven te werken. Bijvoorbeeld de zoektocht naar werk, of een goede opvoeding van de kinderen”, legt hij uit. “Het niet vinden van een kwalitatieve woning ontneemt mensen het recht om burger te zijn.”
“Wij praten niet genoeg over wat discriminatie doet met mensen. Als je dit aan wilt klagen krijg je direct te opmerking ‘kijk, die begint weer over discriminatie hoor’, en zo wordt je eigenlijk het zwijgen opgelegd. Het schaadt mensen aan de binnenkant. Men voelt zich een tweederangsburger, het zelfvertrouwen wordt beschadigd.”
Soms zorgt discriminatie op de huurmarkt er ook voor dat mensen zich genoodzaakt voelen een woning te kopen, terwijl ze daar niet genoeg geld voor hebben. “Dat zijn de zogenaamde ‘noodkopers’, legt El Majjoudi uit. Mensen gaan dan een bepaalde lening aan zonder daarvoor de nodige financiële buffer te hebben als er iets verkeerd zou gaan. Ze kunnen dan later bijvoorbeeld een noodzakelijke renovatie niet meer betalen.”
Joy Verstichele heeft een historische verklaring voor die schrijnende situatie. “In Vlaanderen zitten we met een woonbeleid dat er decennialang op heeft aangestuurd dat zoveel mogelijk mensen eigenaar worden. Men wist ook dat dat nooit voor iedereen haalbaar zou zijn, dus werd er voor de mensen die dat niet konden betalen een beperkt aantal sociale huurwoningen gebouwd.”
Er zijn heel veel kandidaat-huurders, en dat betekent dat de verhuurders makelaars een zeer grote invloed hebben bij de selectie
“Bij die sociale huurwoningen wordt er gewerkt met een objectief toewijzingssysteem. Dat betekent dat daar eigenlijk geen ruimte is voor discriminatie”, aldus Verstichele. Maar het aantal sociale huurwoningen is ruimschoots onvoldoende om iedereen te huisvesten die geen woning kan kopen, legt hij uit. Dat gebrek wordt opgevuld door de private huurmarkt. “Die beslaat nu ongeveer 20% van het totale aantal woningen en daar is door de overheid historisch nooit ingegrepen om de toewijzing te reguleren,” zegt Verstichele.
“Vraag en aanbod op de private huurmarkt zijn niet in evenwicht met elkaar en er is onvoldoende betaalbaar kwaliteitsvol aanbod. Er zijn dus heel veel kandidaat-huurders, en dat betekent dat de verhuurders makelaars een zeer grote invloed hebben bij de selectie,” voegt hij toe.
Sanctioneren
Op dit moment worden praktijktesten, als ze al worden toegepast, vrijwel enkel gebruikt om discriminatie aan te tonen. Maar ook het bestraffen van mensen die aantoonbaar discrimineren is mogelijk, legt Verstichele uit. “Praktijktesten houden juridisch gezien stand om discriminatie aan te tonen voor de rechter. Dat blijkt uit een juridische analyse die onderdeel was van een onderzoek door het Steunpunt Wonen over de mogelijkheden van praktijktesten op de huurmarkt.”
En die sancties zijn belangrijk, geeft Mohamed El Majjoudi aan. “Er is een onderzoek geweest in Denemarken waarbij praktijktesten grootschalige werden aangekondigd en uitgevoerd, maar zonder te sanctioneren. De aankondiging van die testen zorgde niet voor een daling van het aantal discriminaties. Vervolgens werden er weer testen aangekondigd, maar dan met de toevoeging dat er wél sancties waren. Vervolgens bleek dat het aantal discriminaties veel minder was.”
Naast sanctioneren is een van de aanbevelingen van El Majjoudi het combineren van de verschillende soorten praktijktesten. “Elke vorm heeft zijn voor- en nadelen. Correspondentietesting is makkelijk en goedkoop, want je hoeft alleen maar een mail te sturen of te bellen, maar je ziet niet alle fases van de selectie. Daarvoor moet je dan weer werken met audit-testing, mensen effectief voor een plaatsbezoek naar de woning sturen. Alleen door ook die tweede vorm toe te passen kun je de daders duidelijk maken dat zij het discriminerende gedrag niet zomaar door kunnen schuiven naar een latere fase in het selectieproces.”
Gedoogbeleid
“Op dit moment is er niemand die zich op Vlaams niveau met dit probleem bezighoudt”, zegt Verstichele. “We zien dat er heel veel drogredenen gebruikt worden om de inzet van praktijktesten op Vlaams niveau tegen te houden. Men spreekt dan bijvoorbeeld over een ‘heksenjacht’ op verhuurders en makelaars, die daar dan het slachtoffer van zouden zijn. Dat is de omgekeerde wereld: het zijn juist de gediscrimineerde kandidaat-huurders die het slachtoffer zijn.”
“Het is een duidelijke keuze van de Vlaamse overheid vandaag om deze regelgeving niet op een efficiënte manier te handhaven. Daarom heb ik het over een gedoogbeleid van discriminatie op de huurmarkt. Er wordt altijd met een vergrootglas gekeken naar mensen ‘aan de onderkant van de samenleving’. “Fraude” wordt [bijvoorbeeld bij mensen met een leefloon] al in de mond genomen als het nog niet eens is aangetoond, en dat gaat vrijwel altijd om individuele gevallen”, geeft Verstichele aan. “Hier gaat over vele tientallen procenten van de verhuurders en makelaars die effectief discrimineren. Dan kun je moeilijk beargumenteren dat er hier geen handhaving nodig is.”