Dood in een isoleercel in Leuven Centraal

In de nacht van zaterdag op zondag 30 oktober 2022 stierf Yassine S. uit Hoboken in een isoleercel in de gevangenis van Leuven Centraal. Zijn medegedetineerden op vleugel D getuigen dat hij herhaaldelijk om medische hulp had gevraagd, ook op de avond zelf.

Vanaf dan verschillen de versies. Volgens het parket zou een dokter hem hebben gezien, volgens anderen zouden alleen enkele cipiers een kijkje zijn komen nemen. Maar het resultaat van beide versies was hetzelfde: een ernstige medische interventie zoals zijn overbrenging naar een ziekenhuis bleef uit. Sterker nog: sommigen zeggen dat zijn vraag om medische hulp werd beantwoord met een overbrenging naar het cachot. Om medische redenen? Om van zijn geklaag af te zijn? Of zat hij al drie dagen in een isoleercel en zo ja waarom?

Zoals steeds werd er na zijn dood een onderzoek aangekondigd. Woordvoerster Valerie Callebaut van het Gevangeniswezen verklaarde alvast dat hen geen schuld treft en ze herhaalde de regels die in voege zijn: “Voor kwetsbare gevangenen wordt altijd een medische opvolging georganiseerd. Een arts gaat de gevangene geregeld zien en ook de penitentiaire beambten en de directie volgen hem dagelijks of zelfs verschillende keren per dag op. Of de voorgeschreven procedures correct zijn gevolgd, zal nu door de gerechtelijke diensten worden onderzocht.”

Het soort van bureaucratische, prefab antwoorden die niets met de realiteit op het terrein te maken hebben, en waar je gewoon aan wordt als je een wantoestand aanklaagt in een gevangenis.

Zou het kunnen dat er tijdens het weekend, wanneer alle activiteit in de gevangenis stilligt, en dan ook nog ’s nachts, nog minder medische zorg is dan normaal al het geval is?

Laat het ons niet hebben over de desastreuze Covid-periode, waarin artsen in sommige gevangenissen verstek gaven of deserteerden van hun post. Laten we ons beperken tot enkele simpele vragen over het gezondheidssysteem in een gevangenis. Zou het kunnen dat er tijdens het weekend, wanneer alle activiteit in de gevangenis stilligt, en dan ook nog ’s nachts, er nog minder medische zorg is dan normaal al het geval is? Klopt het dat er twee (!) artsen zijn voor de hele gevangenis? Artsen die dat boven op hun normale artsenpraktijk doen en s ’morgensvroeg elke dag een half uurtje passeren? Leest de woordvoerster soms de officiële rapporten die stellen dat er geen betrouwbare data over de zorgnoden van de gevangenen bestaan, terwijl die noden “stukken hoger zijn dan in de algemene bevolking, – psychische problemen, inclusief een enorme verslavingsproblematiek, infectieziekten, mondgezondheid, om er maar enkele te noemen – en dat het antwoord hierop door de meeste actoren als ontoereikend wordt bestempeld.” Of, voor wie het nog preciezer wil, is er het rapport van professor Cosyns van het Universitair Forensisch Centrum Antwerpen, en andere onderzoekers, die stellen dat het aantal tuberculosegevallen in gevangenissen 16 keer hoger ligt dan in de rest van het land; AIDS 5 keer hoger; hepatitis C 7 keer, psychose 5 keer, zelfmoord 6 keer, problemen met alcoholisme of andere drugs 7 keer, ervaring met heroïnegebruik 54 keer hoger.

Dat allemaal in een situatie van tekort aan personeel, aan medische dossiers, aan medische opvolging bij transfers, aan kennis van de medische voorgeschiedenis, enzovoort, enzovoort. Om nog niet te spreken over de fysieke en psychische problemen die optreden tijdens, en omwille van, een (lange) detentie en bij een verouderende gevangenisbevolking.

In België plegen er per jaar 15 gedetineerden zelfmoord op een totaal van 10.000 gedetineerden

En dan ook nog dit: In het begin van dit jaar publiceerde De Raad van Europa cijfers over het aantal mensen dat sterft in de Europese gevangenissen. In België, zo kon men er lezen, plegen er per jaar 15 gedetineerden zelfmoord op een totaal van 10.000 gedetineerden. Dubbel zoveel als het Europees gemiddelde. Dubbel zoveel. Een cijfer dat veel zegt over de medische omkadering en zorg.

Bij dit alles wil ik tegelijk mijn respect uitdrukken voor alle zorgpersoneel dat zijn werk zo goed mogelijk en met hart en ziel probeert te doen in een bijna permanente crisissituatie.

Het onderzoek

Maar keren we terug naar het aangekondigde onderzoek. Zo’n onderzoek vergt tijd. Tijd die ook gebruikt wordt om de emotie en de woede van gevangenen en familie te doen bekoelen. Want een revolte dreigt altijd om de hoek, zoals gebeurde in de Marollen na de dood van Faycal Chaaban in september 2006 in een isoleercel in Vorst.

Zal het onderzoek naar de dood van Yassine hetzelfde resultaat hebben als dat over het overlijden van een andere gevangene die twee jaar eerder stierf in Leuven Centraal?  Want wat er in de nacht van 30 oktober 2022 gebeurde lijkt verdacht veel op wat er toen in de nacht van 18 juli 2020 gebeurde. Een gevangene, 56 jaar oud, smeekte toen om half vier ’s nachts om medische hulp: “’Help ik ga dood’, riep hij. In de pers kon men toen lezen, op basis van getuigenissen van medegevangenen, dat de man herhaaldelijk op zijn celdeur had gebonkt en om hulp had gesmeekt. De twee buren van de man sloegen mee alarm omdat ze beseften dat er echt iets mis was. Hij had heel veel last van zijn keel en longen. De cipier heeft daarop de dokter van de gevangenis gebeld. Die zei tegen de cipier dat hij de man paracetamol moest geven. Verder hebben ze niets gedaan en bij de ploegwissel rond 6 uur werd de man dood aangetroffen in zijn cel.

Het gevangeniswezen had bij monde van Kathleen Van De Vijver, woordvoerster van het Gevangeniswezen, een andere versie van de feiten: de gedetineerde heeft rond half 6 aangegeven dat hij zich niet 100% voelde. Hij had last van zijn keel en longen waarop de cipier van wacht telefonisch contact opnam met de dokter. Er zat maar heel weinig tijd tussen het doorgeven van de klachten en het overlijden van de man. Bij aankomst van de dokter kon medische hulp niet meer baten. Het gaat om een natuurlijk overlijden. Alle procedures zijn correct gevolgd en na het overlijden kwamen politie en parket ter plaatse. En, zo voegde ze er nog aan toe: dat er eerst paracetamol werd voorgeschreven is normaal, buiten de gevangenis heb je ook geen dokter die ’s nachts zomaar onmiddellijk voor je deur staat. Het Leuvense parket bij monde van Julie Plevoets sloot de zaak af: “Voor ons is de zaak afgehandeld. Het gaat om een natuurlijk overlijden en er is geen sprake van een gerechtelijk feit”.

Het gerechtelijk apparaat speelt voor dokter

Bij de versie van de woordvoerster over de dood van de man nog het volgende. Het feit dat het gerechtelijk apparaat was dat over dit “natuurlijk overlijden” communiceerde en niet een woordvoerder van het ministerie van volksgezondheid, spreekt boekdelen. De uitspraken van de woordvoerster illustreren dat de gezondheidssector in de gevangenissen, ondanks alle formele beloftes om dat te veranderen sinds 2017, nog altijd valt onder het ministerie van justitie en een wirwar van bevoegdheden, en niet onder het ministerie van volksgezondheid. Met alle dramatische gevolgen vandien. Vorig jaar kwamen de verpleegkundigen van Lantin, Pfaive en andere de gevangenissen nog in actie tegen het feit dat ze de gevangenen niet de medische zorgen konden geven die ze nodig hadden bij gebrek aan middelen. Maar vooral vroegen ze dat de gezondheidszorg van de gevangenen niet langer onder het ministerie van justitie zou vallen (voor wie veiligheid en niet de gezondheid de prioriteit is), maar onder het ministerie van volksgezondheid. Als die transfer zou gebeuren dan zou het kostenplaatje voor de zorg in de gevangenissen naar schatting met “20 tot 40% stijgen, zonder de extra kosten voor personeel en infrastructuur mee te rekenen” zo kan men lezen in het al eerder geciteerd rapport van het KCB. Wringt daar het schoentje? Is het geld op, omdat men miljoenen investeert in het opzetten van nieuwe façades voor de gevangenissen zoals in Haren, in plaats van in de zorg binnen de gevangenissen?

Vorig jaar kwamen de verpleegkundigen van Lantin, Pfaive en andere de gevangenissen nog in actie tegen het feit dat ze de gevangenen niet de medische zorgen konden geven die ze nodig hadden bij gebrek aan middelen

De woordvoerster kan een persoonlijke mening hebben over een behandeling met paracetamol en kan haar opinie hebben over hoe het gaat met het verstrekken van medische zorgen buiten de gevangenis. Maar als ze dat doet als woordvoerster van het gevangeniswezen gaat ze haar bevoegdheid te buiten. Temeer daar ze er vergat bij te zeggen dat iemand in levensnood buiten de gevangenis altijd een ambulance kan bellen of naar de spoedafdeling kan gaan. Zoals ze wel weet is dit niet het geval in een gevangenis.

Iets over menselijke relaties in de gevangenis

Het is klaar voor iedereen dat in de mate dat er goede, menselijke relaties zijn tussen directie, personeel en gevangenen er veel ergs kan voorkomen worden. Enkele maanden geleden ontving ik de kopie van een brief van een gedetineerde in Leuven Centraal die hij had geschreven aan de makers van Panorama. In die brief stelde hij voor dat ze een uitzending zouden maken over de wantoestanden in de gevangenis. Hier is, zo schrijft hij, sinds een tiental jaar alles veranderd. Van een gevangenis alleen bestemd voor langgestraften, met een specifiek opendeursysteem en andere maatregelen (zoals een vogel op cel) die het voor dat publiek mogelijk moesten maken om het vol te houden, wordt de gevangenis nu ook meer en meer gebruikt als depot voor minder lang gestraften (surpopulation oblige). Een toenemende populatie die dan ondergebracht wordt in duo-cellen die vroeger niet bestonden, een lagere personeelsbezetting, vroegere ‘voordelen’ voor de gevangenen die stap voor stap worden teruggeschroefd (geen vogel meer op cel). In vergelijking met de periode onder directeur Verschuren, die papa werd genoemd door de gedetineerden en die alle gedetineerden met naam en toenaam kende en aanspraak, zo schrijft hij, zijn de relaties tussen de gevangenen en de huidige directie en PSD beneden alle peil. In tegenstelling tot vroeger luidt het antwoord op alle vragen en voorstellen van de gedetineerden nu: “het mag niet van Brussel”. Ondanks alle retoriek die we al twintig jaar horen over “de humanisering van de detentiecondities via de bouw van nieuwe gevangenissen” is er duidelijk nood aan minder tralies en meer mens.

Tot slot. Op een maandagochtend in april 2021, werd een 48-jarige gevangene dood aangetroffen in zijn cel in Leuven centraal. Doodsoorzaak onbekend. Het parket, een wetsdokter, het labo en de politie kwamen ter plaatse.

Ik schreef dit stukje op 1 november 2022, de dag om de doden te eren, ook die in de gevangenissen. Misschien is een jaarlijkse herdenking van de doden in de gevangenis, zoals men dat al jaren doet in Frankrijk, ook bij ons op zijn plaats.

Dit artikel werd overgenomen van DeWereldMorgen.



Over de auteur:

Luk Vervaet is activist en schrijver en werkte als leraar Nederlands in verschillende gevangenissen. Hij is auteur van onder meer 'Le making-of d'Anders B. Breivik' (2012), 'Nizar Trabelsi : Guantanamo chez nous ?' (2014) en 'De grote stap achterwaarts, teksten over straf en gevangenis' (2016).