Echte mannen weten waarom. Of toch niet?

Zolang we geloven dat gender op te delen valt in binaire opvattingen, reproduceren we genderongelijkheid en voeden we de hoofdoorzaken van seksisme, holebi- en transfobie, vindt Fourat Ben Chikha. Hij trekt drie lessen uit de uitspraken van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie.

Zolang we geloven dat gender op te delen valt in binaire opvattingen, reproduceren we genderongelijkheid en voeden we de hoofdoorzaken van seksisme en holebi- en transfobie. Net daarom is de uitspraak van de staatssecretariaat voor Asiel en Migratie zo problematisch. Het is een regelrechte slag in het gezicht van alle slachtoffers van geweld omwille van gender.

Uit het onderzoek Beyond The Box wordt dit nog eens bevestigd: “Telkens opnieuw bleken ideologische overtuigingen zoals het al dan niet wenselijk achten van gelijkheid in de samenleving en het geloof dat geslacht en gender binaire categorieën zijn en biologisch gedetermineerd zijn, seksistische, homofobe en transfobe attitudes te voorspellen.”

Natuurlijk moet iedereen zijn mening kunnen uiten, maar mensen met een gezaghebbende functie zoals staatssecretarissen hebben een enorme verantwoordelijkheid en dienen enige voorzichtigheid aan de dag te leggen als ze deze formuleren. Hun mening heeft namelijk wel degelijk een impact; we zijn het intussen bijvoorbeeld al gewoon dat racisme wordt gerelativeerd.

Het is een illusie dat ‘echte mannen’ bestaan. Ons wordt van kindsbeen af aangeleerd om ons conform het ons toegewezen gender te gedragen. Het niet beantwoorden aan deze opgelegde impliciete of expliciete gendernorm maakt mensen ongelukkig en ondermijnt hun psychisch welzijn. Transgenders én non-binaire mensen komen dan als eerste in het vizier van dit enge mensbeeld. De cijfers liegen er niet om: 1 op 3 transpersonen heeft een zelfmoordpoging achter de rug, de helft van deze doelgroep worstelt met zelfmoordgedachten. Deze verontrustende cijfers zouden ons allen moeten motiveren om zorgzamer te zijn voor iedereen die niet past in een heteronormatief kader.

Laten we niet vergeten dat in landen zoals India, Nepal, Afghanistan en Pakistan – landen die het Westen vaak beschouwt als onderontwikkeld – genderfluïditeit sinds mensenheugenis een wezenlijk onderdeel is van het mens zijn. Vaak met vallen en opstaan, maar het bestaat. Het is mede dankzij ons koloniaal verleden dat we de geschiedenis van gender hebben gereduceerd tot een enge opvatting van man en vrouw.

Maar we kunnen het zelf ook anders doen. Het Gentse onderwijs zet volop in op genderinclusiviteit, o.a. door het implementeren van Lou, een methodiek die er in slaagt om kleuters te sensibiliseren rond gender. Wat kleuters kunnen, moet een staatssecretaris toch ook kunnen? De holebi-gemeenschap moet eerlijk durven zijn, N-VA is niet de juiste bondgenoot in het verdedigen van gelijke rechten. De ene dag is racisme relatief, vandaag is holebi- en transfoob geweld relatief. Welke minderheid is er morgen aan de beurt?

Ik trek drie lessen uit de uitspraak van deze ‘echte man’. De eerste is dat we de strijd tussen verschillende minderheden met elkaar moeten verbinden. Twee: solidariteit tussen verschillende minderheden is de meest doeltreffende manier om het groeiende populistische discours een halt toe te roepen. Ten derde heeft patriachale heteronormativiteit weinig te maken met ‘cultuur’. Er is niemand die verwijst naar de culturele referentiekaders van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie naar aanleiding van zijn uitspraak. Dus laten we dit in de toekomst ook niet meer doen als blijkt dat soortgelijke uitspraken uit de mond komen van ‘echte mannen’ met  een migratieachtergrond. Enkel zo slagen we er in om ooit – hoe utopisch het ook klinkt – geweld op basis van gender definitief tot het verleden te verbannen.



Over de auteur:

Fourat Ben Chikha is LGBTIQ-activist.