Een bezoek aan het vluchtelingenkamp in Duinkerke

Dit stuk weiland, waar mensen zitten die gevlucht zijn uit een land van brokstukken, stof en gebroken dromen. Hetgeen men liefheeft is hopelijk mee, misschien wel verloren of herleid tot een verdorven gedachte.
Een bezoek aan het vluchtelingenkamp in Duinkerke

Dit stuk weiland, waar mensen zitten die gevlucht zijn uit een land van brokstukken, stof en gebroken dromen.

 

Een zachte stem riep me gisteren toe tijdens ons bezoek aan het vluchtelingenkamp te Duinkerke. Ik werd aangesproken door Rekawt, een jongeman van 27. 'My friend family'. Ik negeer hem even, het is zowat de algemene lokroep geworden zodra je het kamp binnen treedt. De jongeman komt naar me toe en neemt mijn hand vast. Hij zegt me nogmaals: 'My friend family'.  Het is een koude, ruwe droge hand die me meeneemt naar een plek achter een stel tenten. Intussen zegt hij nogmaals 'My friend family, please'. Enkele meters verder komen we aan bij een tent die wordt aangewezen door  Rekawt. 'Family', mompelt hij.  Het is een kleine iglo tent voor twee personen. Net voor de tenten liggen twee éénpersoonsmatrassen achter elkaar.  Ze vormen een soort 'pad' naar de ingang van het tentje. Mijn stappen maken een soppend geluid, veroorzaakt door een smurrie van slijk en andere smerigheid die uit de matrassen komt. Ik wil vooral niet denken aan wat er aan mijn schoenen kleeft. Ik houd het bij 'modder'. 

De voorste flap van de tent is open. In de tent zie ik een vrouw zitten. In haar handen houdt ze een kindje van zo'n anderhalf jaar. Naast haar spelen twee meisjes van drie en vijf jaar. Deze familie is net toegekomen en ze hebben niet veel, zegt een buurman. ‘Ok, thank you’, roep ik hem toe, gevolgd door 'What's your name?'.  'Karo', zo blijkt. Hij ligt languit in zijn tentje dat recht tegenover dat van het gezin staat. 'Do you have a blanket?' roept hij me toe. Dat ik er straks voor zal kijken.

Ik buig mij in de tent waar de vrouw en kinderen zitten en plaats mijn rugzak op de zompige matras net voor de tent. Uit mijn rugzak haal ik een pak luiers. Die zijn heel erg welkom lees ik af op het gezicht van de vrouw. Onderaan in de rugzak zitten enkele van die gaspulletjes. Ik hoor de vrouw zeggen 'Oohh, please please please'.  Het woord 'gas' is nog maar gevallen en er staan een aantal mensen rond mij. Gas is er heel erg gegeerd. Ik geef deze pulletjes samen met een basiskop zodat ze hun gezin kunnen voorzien van warm eten en drinken. Ik hoop echt van harte dat ze het materiaal bij zich kunnen houden op deze plek van schaarste. De mannen rondom mij druipen teleurgesteld en misnoegd af. Eén van hen roept me toe: 'Always family, we are here too'. 

Ondertussen grijpen de twee meisjes naar de mandarijntjes die los in m'n rugzak zitten. Eén van de mandarijntjes valt uit het handje van het kleinste meisje. Het rolt uit de tent en belandt in de bruinzwarte smurrie die voor de tent ligt. Het mandarijntje krijgt al snel het zicht van een smerige bol. Het oudste meisje haalt verbaal uit naar het andere meisje. Tranen rollen over de bolle wangen van het kind. Ik tast in de rugzak, overtuigd dat er nog wel mandarijntjes zijn, maar ik voel enkel de stoffen binnenkant van de tas. Een stom mopje en wat gekke bekken helpen niet, het meisje zoekt troost in de hals van haar mama die me ondertussen hartelijk bedankt voor het gastoestelletje en de luiers.

De vrouw zegt me iets in een taal dat ik niet kan thuisbrengen. Ik geraak niet verder dan 'Euhm...what?’. ‘Do you have a flashlight for her?' roept Karo vanuit zijn tent. Het daglicht maakt intussen plaats voor het eerste schemerdonker.

Ondanks de schaarste van een aantal cruciale basismiddelen zoals gas, elektriciteit, bouwmateriaal, verwarming,... gaan de mensen op zoek naar mogelijke alternatieven. Autowielen dienen als fornuis, tenten worden verstevigd met dikke boomtakken, matrassen worden ingezet als isolatiemateriaal of vormen dus een pad naar een tent.

Ik keer terug richting parkeerplaats en werp nog een laatste blik op het terrein. Tenten die er vorige week nog stevig bij stonden, liggen er kapot gewaaid en opengereten bij, badend in modder en drek. Ik zie Muriel bij de jongeren uit Vietnam. Ze haalt haar sjaal van rond haar hals en wikkelt die rond die van Hung. Adil snelt me voorbij, in zijn handen drie stevige tassen met douchezeep, vochtige doekjes,... 'Het zijn de laatste, maar 't is niet genoeg Patrick' zegt hij. Ik kijk wat verweesd rond. Ik zie heel wat bedrijvigheid, hoor getimmer en geklop. Ik zie ook iemand een boompje omzagen met een zaagblad vol afgesleten tanden. Shelters en tenten worden 'winterklaar' gemaakt. Ik wil eens diep ademhalen, maar de dampen die me tegemoet komen beletten dit.

We komen nog een oudere man tegen langs het pad. De man begroet ons hartelijk, 'Salaam-Alaikum'. Hij trekt een karretje achter zich met materiaal, olie, rijst, thee, een blik soep,... Hij wil naar Engeland. Hij heeft er familie wonen en hoopt hen zo snel mogelijk te zien, 'Inshallah'. Ik zeg hem dat ik hoop voor hem en zijn aanverwanten dat hij zo snel mogelijk zijn familie tegemoet kan komen. De man kust ons op de wangen, neemt het handvat van het karretje en sloft verder op een baan van modder en afval.

Dit stuk weiland, waar mensen zitten die gevlucht zijn uit een land van brokstukken, stof en gebroken dromen. Hetgeen men liefheeft is hopelijk mee, misschien wel verloren of herleid tot een verdorven gedachte. Dit zijn mensen op de vlucht voor terreur in eigen land, toegekomen op een plek waar je het label 'illegaal' opgespeld hebt gekregen. Ik heb het ook nooit begrepen. Wie kan mij in godsnaam uitleggen hoe een mens illegaal kan zijn?

Het zijn bovenal mensen die erkend moeten worden vanuit de tragedie die ze hebben doorstaan. Tragedie die niet door een muisklik verdwenen is. Tragedie die grenzen en bureaucratie moeten overstijgen.Wat een regelrechte schande!

Op zondag 20 december 2015 gaan we opnieuw richting Duinkerke.  We rekenen op ongeveer 100 personen om die dag voedsel te bedelen, materiaal uit te delen, tenten te herstellen,... Kortom: om mensen door de dag te helpen.

Via deze weg willen we graag een oproep doen om materiaal in te zamelen.  Onderstaande materialen zijn erg schaars.  Indien je materiaal hebt uit deze lijst, neem gerust contact op via de Facebookgroep: 'Bredene met een hart voor vluchtelingen' of stuur een email naar [email protected]

Er is een depot in Bredene en een plaats in Gent waar je het materiaal kan afgeven.

Enorm bedankt voor de steun!

#MeerDanBroodnodig

 

Algemeen materiaal:

●       Zaklampen
●       Kaarsen
 

Materialen om shelters mee te maken/shelters te verstevigen:

●       Waterdichte zeilen (bâches)
●       Tenten & piketten
●       Touwen, duct tape
●       Paletten

Kledij:

●       Mutsen, handschoenen en sjalen
●       Joggingbroeken
●       Warme kousen
●       Stevige schoenen (mannen, vrouwen en kinderen)
●       Warme jassen

 

Gereedschap:

●       Scharen, hamers, nagels, zagen

Materialen om mensen warm te houden:

●       Tenten
●       Matrassen
●       Dekens & slaapzakken
●       Kussens
●       Vuurkorven, brandhout & kolen (houtskool, steenkool)
 

Voeding:

●       Olie (maïs, arachide, zonnebloem, olijf)
●       Rijst
●       Vers fruit & Noten (pinda, okkernoten, cashew, pistache)
●       Babyvoeding & melk (volle, halfvolle, melk voor baby’s en kleine kinderen, groeimelk)
●       Kruiden (kaneel, kurkuma, kerrie, nootmuskaat, peper, paprika,...)
●       Drinkwater & thee (builtjes, losse thee)

 

Materialen om te koken:

●       Potten & pannen
●       Gasbranders & campinggas
●       Aanstekers & lucifers
●       Houtblokken
●       Bestek

 

Medicatie & EHBO:

●       Paracetamol
●       Hoestsiroop

 

Verzorgingsproducten:

●       Vochtige doekjes
●       WC-papier