Het Geval Vander Taelen

Luckas Vander Taelen is een ambetanterik. Hij is zeer zichtbaar in de media. Met uitgesproken standpunten. Die dikwijls buiten de lijnen van de gevestigde vertooggemeenschappen vallen. Een progressief die repressie tegen ontoelaatbaar gedrag in de openbare ruimte verdedigt.
Het Geval Vander Taelen

Werden de Vlaamse macho’s dan door boetes teruggedrongen? Of hadden we daar onze Dolle Mina’s en een goeie cultuurstrijd voor nodig?

 

Luckas Vander Taelen is een ambetanterik. Hij is zeer zichtbaar in de media. Met uitgesproken standpunten. Die dikwijls buiten de lijnen van de gevestigde vertooggemeenschappen vallen. Een Brusselaar die dwarsligt in Vlaanderen. Een Vlaming die dwarsligt in Brussel. Een progressief die repressie tegen ontoelaatbaar gedrag in de openbare ruimte verdedigt. Iemand die weerwerk krijgt vanuit het eigen kamp en argumenten schijnt te leveren voor de tegenstrevers. Die er soms wel en soms niet bij hoort…

Dit artikel verscheen op 24 / 08 / 2012 op deredactie.be

Machogedrag in Brussel

Laten we het even hebben over zijn “campagne” tegen het machogedrag van (een aantal) allochtone jongeren in de straten van Brussel. En laten we de vraag of dat “tactisch verantwoord” is nu eens voor het einde houden, wanneer we weten waarover die tactiek dan wel moet gaan. En laten we ook voortdurend beseffen dat het gaat om de mening van een Vlaamse Brusselaar in het kader van een Vlaams mediatiek landschap.

Zijn de feiten die Vander Taelen aangeeft waar? Ja! In bepaalde stadsdelen in Brussel zijn er (groepen) jongeren die de andere voorbijgangers aanspreken op hun gedrag en kledij en dat is vooral voor jonge vrouwen zeer onaangenaam. Ook al kan men een verklaring zoeken voor dat gedrag, het is niet te tolereren. Er moet dus opgetreden worden. Maar voor we de mogelijke maatregelen beoordelen is het goed de achtergrond te analyseren.

Arm en rijk Brussel

Brussel is een zeer duale stad, waarin arm en rijk ruimtelijk zijn opgedeeld. Geheel Brussel bestaat dus uit zones waarin bepaalde bevolkingsgroepen dominant aanwezig zijn. Neen, er zijn geen monoculturele getto’s en ook geen “no-go” zones, tenzij men die in Woluwe of Ukkel zou zoeken of in de “gated communities”. Maar de jonge bevolking, van allochtone afkomst, waarvan soms meer dan de helft werkloos is vindt men vooral in de arme wijken van de kanaalzone. Witte , geschoolde middenklasse gezinnen komen dan ook meer voor in de residentiële buurten van de buitenrand. Brussel, 2de rijkste gewest van Europa, maar met een bevolking die gemiddeld 15% minder verdient dan de andere Belgen, met meer dan een kwart armen, met een derde van de jeugd die leeft in gezinnen zonder inkomen uit arbeid, met 100.000 werklozen, met in die wijken tot 50% jeugdwerkloosheid, met een te krappe en oncomfortabele behuizing… Het moet toch telkens weer worden benadrukt: het gaat om wijken waar de leefomstandigheden onvergelijkbaar slechter zijn dan in de gemiddelde Vlaamse voorstad. En dus, waar het volkomen begrijpelijk is dat bij gebrek aan alternatief en voorzieningen, vele jongeren hangjongeren zijn. En dat ze die straten en pleinen als hun territorium beschouwen.

Gedragsregels en onderwijs

Goed, maar verklaart dat op zich het onbetamelijk gedrag? Is dat een argument voor nogal opdringerig baltsgedrag? Neen. En het is nu weer ook niet zo dat elke jonge Magrebijn last heeft van zijn hormonen. (Dat hoort dan weer bij de fantasie van de doordeweekse Vlaming). Gedrag is ook cultureel ingebed. Veralgemenen mag niet, maar naar patronen zoeken wel. En in een multiculturele samenleving heb je dus een diversiteit aan gedragsregels. Maar vermits de stad van iedereen is, moeten er enerzijds minimale gedeelde regels zijn en anderzijds voldoende openheid en tolerantie voor het verschil. En dan hebben we het over het conflict tussen culturele gemeenschap en socialisatie. Het machogedrag van de jongens heeft natuurlijk te maken met hun familiale achtergrond. Hun opvattingen over vrouwen en kledij hebben natuurlijk ook te maken met religie en gemeenschapscultuur. En het feit dat sommigen onder hen eerder door de groepsnorm dan door de sociale norm worden gestuurd heeft natuurlijk te maken met het falen van een andere socialisering. Allereerst omdat het Brussels onderwijs niet goed werkt voor de multiculturele stadsjeugd en is opgevat als Franstalig en Nederlandstalig gemeenschapsonderwijs. Jazeker, met een achterliggende witte middenklasse “gemeenschaps” opvatting. Dat weten we al lang door veel onderzoek, door het feit dat 28% van de jongeren het onderwijs verlaten zonder diploma, door de grote aantallen laaggeschoolden… We weten het en we doen er nauwelijks iets aan. We weigeren de discussie over een stedelijk onderwijsproject, zozeer zijn we zelf gevangen in ons communautarisme. En vele jongeren weten dat ook. En dus ontstaat er vijandschap en balorigheid tegen een samenleving die overigens ook ongestoord haar normen over gedrag en kledij oplegt in reclame en hoofddoekverboden bijvoorbeeld. En zo zijn er in die wijken, geen gedeelde normen voor het gedrag in de publieke ruimte.

En dat zit Vander Taelen terecht dwars. Hij vindt, in tegenstelling tot sommige van zijn linkse vrienden, dat een duurzame stedelijke ontwikkeling nood heeft aan enkele gedeelde normen. En die groeien niet spontaan. Daar moet aan worden gewerkt. En hij oordeelt het probleem belangrijk genoeg om er afzonderlijk aandacht aan te besteden.

Repressie is niet de oplossing

En dan komt het: waar, hoe en door wie? Niet door middel van een directe repressie, gedragen door overlastboetes en politie. Die confrontatie is immers deel van het probleem. Want er is in Brussel inderdaad ook een probleem van racisme en discriminatie, van gebrek aan stedelijke en “community policing”, van een afwezigheid van samenlevingsopbouw (gemeenschapsmaterie!), van onaanvaardbare smerigheid soms op de straten… En daarenboven: werden de Vlaamse macho’s dan door boetes teruggedrongen? Of hadden we daar onze Dolle Mina’s en een goeie cultuurstrijd voor nodig? En heel wat secularisering om onder de morele knoet van de kerk onderuit te komen. En ook daar valt nog heel wat werk te verzetten. (Bekijk de cijfers maar eens over de gender ongelijkheid in de huishoudelijke taken. Man, man! Niks om fier over te zijn. Onze jongens hangen ook nog in hun luie zetel.)

Eerst in eigen huis

Maar voor een goede cultuurstrijd is er een kamp nodig. En zelfs een front. En dat bouwt Vander Taelen niet op. Want het onbetamelijk gedrag zal eerst en vooral in de eigen gemeenschap, binnen de peer group, moeten worden beteugeld. En daarvoor zullen we moeten rekenen op secularisering en op een strijdbaar feminisme. Ik kijk dan eerder naar Kif Kif en naar Jamila Idrissi, Nadia Fadil of Fatima Zibouh, dan naar Bianca Debaets of Veronique Peters. Maar dan moeten wij wel dat werk niet tegenwerken met koren op de molen van de Islamofobie die door rechts voortdurend wordt aangewakkerd. (Of het nu van hun geloof komt of van hun moeder, het kan me niet schelen, op straat moeten ze hun manieren houden). Misschien is het ook wel nodig evenzeer met scherp te schieten op de onaanvaardbare tekortkomingen van de “eigen cultuur”: de weigering de huisvestingsmarkt te reguleren en aanvaardbare prijzen op te leggen, het verzet tegen een integrale aanpak van de Brusselse onderwijsproblematiek of de ontoereikende economische politiek om een stedelijke tewerkstelling te ontwikkelen… En dan wil ik het nog niet hebben over het sexisme van allerlei slag bij het eigen volk. Niet alle bouwvakkers zijn allochtonen. ( Ja, een cliché, ik weet het en veralgemenen mag niet).

Zolang de samenleving geen sociaal contract die naam waardig aanbiedt voelen de macho’s zich gesterkt in hun puberaal verzet. Maar sterke meningen over de Ander spuien, terwijl men zelf maar wat blijft aanmodderen is natuurlijk ook maar een zwaktebod. Om een multicultureel stadsproject vorm te geven is er in elke gemeenschap nog veel werk aan de winkel. Want om van multicultuur naar intercultuur, laat staan naar een cosmopolitische stadscultuur te gaan moet men vooral zichzelf in vraag stellen. Laten we dus vooral de eigen normen en waarden en het daaraan gekoppeld gedrag eens deftig onder handen nemen. Ik kan me voorstellen dat Luckas Vander Taelen zich wel kan vinden in zo’n arrangement.

 

Eric Corijn is cultuurfilosoof en sociaal wetenschapper, hoogleraar VUB, directeur centrum voor stadsstudies COSMOPOLIS, auteur van het boek "Brussel!".