Rudi Vranckx interviewt Robert Fisk op Mind the Book over journalistiek en de Arabische revolte.
Een kleine 48 uur nadat ze elk nog aan het werk waren in Libië zaten Rudi Vranckx en Robert Fisk op zaterdagavond 5 maart 2011 voor zowat 800 man in De Singel in Antwerpen. Ze waren uitgenodigd door Mind the Book, de opvolger van Het Andere Boek . Ze waren de tweede keynote speech die avond na Fawzia Koofi. Volgens coördinator Geert Briers trok het hele festival op drie dagen 5.000 bezoekers. Mind the Book wil een 'feest voor de geest' zijn voor de” liefhebbers van de goed gebrachte gedachte” en o.a. inspelen op de actualiteit. Gezien de dag na dag en soms van uur tot uur evoluerende situatie in de Arabische wereld hadden de organisatoren moeilijk nog meer relevante sprekers kunnen uitnodigen.
Een gelauwerd en ervaren verslaggever.
De Brit Robert Fisk (°1946) is verslaggever voor The Independent sinds 1989 en was daarvoor, sinds 1976 verslaggever voor The Times in Beirut, waar hij nog altijd woont. Helemaal in het begin van zijn carrière bracht hij verslag uit over “The Troubles” in Noord-Ierland. Fisk was ter plaatse tijdens de burgeroorlog in Libanon, de inval van de voormalige Sovjet-Unie in Afghanistan, de opkomst van de Taliban, de Iraaks-Iraanse oorlog, de Iraakse inval in Koeweit, de beide Golfoorlogen, het conflict in Algerije, de oorlog in Kosovo en het Israëlisch-Palestijnse conflict. Hij is een van de weinige Westerse journalisten die in Beirut bleef tijdens de burgeroorlog en die Osama Bin Laden heeft geïnterviewd, zelfs driemaal.
Op de openingsvraag van het interview, moet een journalist neutraal zijn, antwoordde hij dat een journalist “neutraal en objectief moet rapporteren aan de kant van hen die lijden.” ” Zou je terugkerend in de tijd, in een interview over de slavenhandel evenveel tijd gunnen aan de kapitein van een slavenboot als aan de geketende slaven, of aan de SS-commandant en een gevangene in een concentratiekamp? “ Een evenwichtig interview over tragedies betekent niet automatisch dat elk evenveel spreektijd krijgt. Dit in tegenstelling met bijvoorbeeld het verslaan van een voetbalmatch. Door zijn ruime ervaring en interesse voor geschiedenis kan hij gebeurtenissen in hun context plaatsen. Hij neemt kritische en onderbouwde standpunten in over de houding van het Westen, en machtshebbers in het algemeen, in de hierboven vermelde conflicten. Dit leverde hem een zevental prijzen op en een viertal eredoctoraten, waaronder een van de Universiteit Gent in 2006. Maar het bracht hem ook een resem vijanden, voornamelijk bij Amerikaanse conservatieven. Die maakten er op een bepaald moment een gewoonte van om zijn artikels in hun blogs regel per regel te bekritiseren, in tegenstelling tot een globale kritiek op het hele artikel, wat leidde tot de term “fisking”. Hij is zeer kritisch over de houding van de VS tegenover de huidige gebeurtenissen. President Obama die tijdens zijn toespraak aan de universiteit van Cairo in 2009 sprak over mensenrechten en democratie nam het recent pas op voor de betogers op het Egyptische Tahrir-plein toen het leger al van kant gewisseld was. Ditzelfde leger kreeg jaarlijks ongeveer 1,5 miljard US Dollar steun van de VS. Als kind werd Robert Fisk beïnvloed door de poging van zijn vader om de “Grote Oorlog” te begrijpen. Bill Fisk was een oudstrijder uit WO I en de meeste vakanties brachten ze door op reis naar de historische slagvelden van de Somme en de Westhoek. Hij gaf hem ook de liefde voor geschiedenis mee. Wat we de afgelopen decennia meegemaakt hebben in het Midden Oosten is nog steeds een gevolg van de hertekende grenzen na de eerste wereldoorlog. Oorlog is het ultieme falen van de menselijke geest.
Hij haat de term oorlogscorrespondent wegens te romantische bijklank en huivert bij een vraag hoe hij als verslaggever kan leven met wat hij in oorlogsgebieden ziet. Hij kan tijdens elk conflict immers steeds beslissen naar huis terug te keren, desgewenst nippend van een glas champagne op het vliegtuig. De lokale bevolking blijft achter maar niemand vraagt hen ooit hoe ze met hun trauma’s kunnen verder leven.
Oorlog wordt te romantisch voorgesteld. De huidige generatie Europese politici kennen oorlog enkel van televisie en Hollywood films waarin de goeden het opnemen tegen de slechten. De realiteit is anders, zoals in 1991 op de weg naar Basra waar honden stukken van door bombardementen omgekomen Irakese soldaten afreten en mee de woestijn in trokken om ze daar verder op te eten. Dergelijke beelden komen nooit op tv. Een dode soldaat die toevallig wel op tv wordt vertoond ziet er ingetogen uit. Oorlog gaat niet in eerste instantie over winnen en verliezen. Maar over doden. Oorlog is het ultieme falen van de menselijke geest. Vandaar dat hij als journalist altijd probeert naar het waarom te vragen en niet enkel naar hoe en wie. Amerikaanse conservatieven zien dit echter als onpatriottisch gedrag. Niet alleen wordt oorlog als iets romantisch voorgesteld, we kennen onze geschiedenis niet meer. Dit geeft politici de kans om de geschiedenis opnieuw uit te vinden. Denk bijvoorbeeld aan het geclaimde trouwe bondgenootschap tussen de VS en Groot-Brittannië tijdens WO II, terwijl de VS initieel niet eens in de oorlog geïnteresseerd waren. En dan is er nog het menselijk aspect. Eens revolutionairen of politici uit de oppositie aan de macht komen hebben ze de neiging het volk te vergeten. Een Egyptische collega van Fisk vergeleek dit met het binnengaan van een “sea of quietness”, een zee van kalmte. Binnen de journalistiek is in conflictgebieden een verontrustende trend ontstaan van “laptop journalisten” die zich opsluiten in een kantoortje en nauwelijks op het terrein komen om bronnen te controleren. TV redacties gebruiken kranten als bron en krantenredacties TV uitzendingen. Veel Westerse nieuwsagentschappen zijn bijvoorbeeld nooit in de Gazastrook geweest. Hoewel dit dan weer ertoe leidde dat Palestijnen zelf nieuws begonnen te verslaan en er meer Palestijnse “stringers”,ad hoc freelance journalisten, worden ingezet. En we zien de opkomst van het gebruik van beelden van smartphones. Een onzekere toekomst.
Achteraf bekeken, bladerend door zijn boeken en op het Internet browsend doorheen zijn artikels en interviews, valt het op dat veel uitspraken van Robert Fisk op Mind the Book soms bijna letterlijke geciteerd werden uit vroeger werk. Hadden we te maken met een door jetlag en deadlines vermoeide zestiger die op zekerheid speelt? Kroop hij in de rol van lesgever die wereldwijd voor telkens een ander publiek dezelfde hoofdstukken uitlegt? Nieuw en nog voorzichtig geformuleerd was zijn inschatting hoe de gebeurtenissen in de Arabische wereld verder zullen evolueren.
De Arabische wereld zit met een massa jonge mensen. Velen hebben een universitair diploma behaald. Weinigen vinden werk. Zeker in Tunesië en Egypte kwam de revolte vanuit het volk en werd gedragen door iedereen, inclusief vrouwen, christenen en de middenklasse. Egyptenaren blijven betogen ook nadat het leger de macht heeft overgenomen. In elk land waar momenteel protesten, revoltes tot ontluikende burgeroorlogen plaatsvinden dragen betogers nationale vlaggen. Dit protest heeft niks te maken met religie. Het gaat om mensen die willen zijn zoals “ons” in het Westen. Dat Westen, de VS op kop, zit nu onverwacht in een ongemakkelijke situatie. Na jarenlang hameren op het belang van mensenrechten en democratie, maar tegelijk achter de schermen dictators steunen omwille van olie en andere strategische belangen, krijgen democratische krachten binnen die landen overal de overhand. Hoe langer die ontwikkeling duurt, hoe meer de bevolking zal beginnen vragen stellen over o.a. de houding van Israel. Binnen Israel is behalve door enkele visionaire journalisten nog geen debat hoe ze op de nieuwe situatie moeten inspelen. Tegelijk zitten ook de extremistische moslimfundamentalisten in een ongemakkelijke situatie. Ze krijgen te maken met meer en meer mensen die voor zichzelf denken. Robert Fisk vindt de Egyptische revolutie het mooiste, meest hoopgevende verhaal uit zijn hele carrière maar waarschuwt dat het verhaal nog niet is afgelopen. Het is o.a. moeilijk inschatten wat voor invloed uit Saoedi-Arabië zal komen. Hij verwacht dat een eventuele opstand daar van een heel andere aard zal zijn, ondermeer omdat de werkende klasse er vooral uit buitenlanders bestaat. De sjiitische minderheid heeft ondertussen al enkele kleinere betogingen georganiseerd en op Facebook werd vrijdag 11 maart uitgeroepen tot Dag van Woede. De Facebookpagina startte pas een goeie week geleden en had maandagochtend iets meer dan 29.000 “likes”. Vrijdag 4 maart begon de Saoedische overheid enkele duizenden veiligheidstroepen te mobiliseren.
De Brit Robert Fisk (°1946) is verslaggever voor The Independent sinds 1989 en was daarvoor, sinds 1976 verslaggever voor The Times in Beirut, waar hij nog altijd woont. Helemaal in het begin van zijn carrière bracht hij verslag uit over “The Troubles” in Noord-Ierland. Fisk was ter plaatse tijdens de burgeroorlog in Libanon, de inval van de voormalige Sovjet-Unie in Afghanistan, de opkomst van de Taliban, de Iraaks-Iraanse oorlog, de Iraakse inval in Koeweit, de beide Golfoorlogen, het conflict in Algerije, de oorlog in Kosovo en het Israëlisch-Palestijnse conflict. Hij is een van de weinige Westerse journalisten die in Beirut bleef tijdens de burgeroorlog en die Osama Bin Laden heeft geïnterviewd, zelfs driemaal.
Op de openingsvraag van het interview, moet een journalist neutraal zijn, antwoordde hij dat een journalist “neutraal en objectief moet rapporteren aan de kant van hen die lijden.” ” Zou je terugkerend in de tijd, in een interview over de slavenhandel evenveel tijd gunnen aan de kapitein van een slavenboot als aan de geketende slaven, of aan de SS-commandant en een gevangene in een concentratiekamp? “ Een evenwichtig interview over tragedies betekent niet automatisch dat elk evenveel spreektijd krijgt. Dit in tegenstelling met bijvoorbeeld het verslaan van een voetbalmatch. Door zijn ruime ervaring en interesse voor geschiedenis kan hij gebeurtenissen in hun context plaatsen. Hij neemt kritische en onderbouwde standpunten in over de houding van het Westen, en machtshebbers in het algemeen, in de hierboven vermelde conflicten. Dit leverde hem een zevental prijzen op en een viertal eredoctoraten, waaronder een van de Universiteit Gent in 2006. Maar het bracht hem ook een resem vijanden, voornamelijk bij Amerikaanse conservatieven. Die maakten er op een bepaald moment een gewoonte van om zijn artikels in hun blogs regel per regel te bekritiseren, in tegenstelling tot een globale kritiek op het hele artikel, wat leidde tot de term “fisking”. Hij is zeer kritisch over de houding van de VS tegenover de huidige gebeurtenissen. President Obama die tijdens zijn toespraak aan de universiteit van Cairo in 2009 sprak over mensenrechten en democratie nam het recent pas op voor de betogers op het Egyptische Tahrir-plein toen het leger al van kant gewisseld was. Ditzelfde leger kreeg jaarlijks ongeveer 1,5 miljard US Dollar steun van de VS. Als kind werd Robert Fisk beïnvloed door de poging van zijn vader om de “Grote Oorlog” te begrijpen. Bill Fisk was een oudstrijder uit WO I en de meeste vakanties brachten ze door op reis naar de historische slagvelden van de Somme en de Westhoek. Hij gaf hem ook de liefde voor geschiedenis mee. Wat we de afgelopen decennia meegemaakt hebben in het Midden Oosten is nog steeds een gevolg van de hertekende grenzen na de eerste wereldoorlog. Oorlog is het ultieme falen van de menselijke geest.
Hij haat de term oorlogscorrespondent wegens te romantische bijklank en huivert bij een vraag hoe hij als verslaggever kan leven met wat hij in oorlogsgebieden ziet. Hij kan tijdens elk conflict immers steeds beslissen naar huis terug te keren, desgewenst nippend van een glas champagne op het vliegtuig. De lokale bevolking blijft achter maar niemand vraagt hen ooit hoe ze met hun trauma’s kunnen verder leven.
Oorlog wordt te romantisch voorgesteld. De huidige generatie Europese politici kennen oorlog enkel van televisie en Hollywood films waarin de goeden het opnemen tegen de slechten. De realiteit is anders, zoals in 1991 op de weg naar Basra waar honden stukken van door bombardementen omgekomen Irakese soldaten afreten en mee de woestijn in trokken om ze daar verder op te eten. Dergelijke beelden komen nooit op tv. Een dode soldaat die toevallig wel op tv wordt vertoond ziet er ingetogen uit. Oorlog gaat niet in eerste instantie over winnen en verliezen. Maar over doden. Oorlog is het ultieme falen van de menselijke geest. Vandaar dat hij als journalist altijd probeert naar het waarom te vragen en niet enkel naar hoe en wie. Amerikaanse conservatieven zien dit echter als onpatriottisch gedrag. Niet alleen wordt oorlog als iets romantisch voorgesteld, we kennen onze geschiedenis niet meer. Dit geeft politici de kans om de geschiedenis opnieuw uit te vinden. Denk bijvoorbeeld aan het geclaimde trouwe bondgenootschap tussen de VS en Groot-Brittannië tijdens WO II, terwijl de VS initieel niet eens in de oorlog geïnteresseerd waren. En dan is er nog het menselijk aspect. Eens revolutionairen of politici uit de oppositie aan de macht komen hebben ze de neiging het volk te vergeten. Een Egyptische collega van Fisk vergeleek dit met het binnengaan van een “sea of quietness”, een zee van kalmte. Binnen de journalistiek is in conflictgebieden een verontrustende trend ontstaan van “laptop journalisten” die zich opsluiten in een kantoortje en nauwelijks op het terrein komen om bronnen te controleren. TV redacties gebruiken kranten als bron en krantenredacties TV uitzendingen. Veel Westerse nieuwsagentschappen zijn bijvoorbeeld nooit in de Gazastrook geweest. Hoewel dit dan weer ertoe leidde dat Palestijnen zelf nieuws begonnen te verslaan en er meer Palestijnse “stringers”,ad hoc freelance journalisten, worden ingezet. En we zien de opkomst van het gebruik van beelden van smartphones. Een onzekere toekomst.
Achteraf bekeken, bladerend door zijn boeken en op het Internet browsend doorheen zijn artikels en interviews, valt het op dat veel uitspraken van Robert Fisk op Mind the Book soms bijna letterlijke geciteerd werden uit vroeger werk. Hadden we te maken met een door jetlag en deadlines vermoeide zestiger die op zekerheid speelt? Kroop hij in de rol van lesgever die wereldwijd voor telkens een ander publiek dezelfde hoofdstukken uitlegt? Nieuw en nog voorzichtig geformuleerd was zijn inschatting hoe de gebeurtenissen in de Arabische wereld verder zullen evolueren.
De Arabische wereld zit met een massa jonge mensen. Velen hebben een universitair diploma behaald. Weinigen vinden werk. Zeker in Tunesië en Egypte kwam de revolte vanuit het volk en werd gedragen door iedereen, inclusief vrouwen, christenen en de middenklasse. Egyptenaren blijven betogen ook nadat het leger de macht heeft overgenomen. In elk land waar momenteel protesten, revoltes tot ontluikende burgeroorlogen plaatsvinden dragen betogers nationale vlaggen. Dit protest heeft niks te maken met religie. Het gaat om mensen die willen zijn zoals “ons” in het Westen. Dat Westen, de VS op kop, zit nu onverwacht in een ongemakkelijke situatie. Na jarenlang hameren op het belang van mensenrechten en democratie, maar tegelijk achter de schermen dictators steunen omwille van olie en andere strategische belangen, krijgen democratische krachten binnen die landen overal de overhand. Hoe langer die ontwikkeling duurt, hoe meer de bevolking zal beginnen vragen stellen over o.a. de houding van Israel. Binnen Israel is behalve door enkele visionaire journalisten nog geen debat hoe ze op de nieuwe situatie moeten inspelen. Tegelijk zitten ook de extremistische moslimfundamentalisten in een ongemakkelijke situatie. Ze krijgen te maken met meer en meer mensen die voor zichzelf denken. Robert Fisk vindt de Egyptische revolutie het mooiste, meest hoopgevende verhaal uit zijn hele carrière maar waarschuwt dat het verhaal nog niet is afgelopen. Het is o.a. moeilijk inschatten wat voor invloed uit Saoedi-Arabië zal komen. Hij verwacht dat een eventuele opstand daar van een heel andere aard zal zijn, ondermeer omdat de werkende klasse er vooral uit buitenlanders bestaat. De sjiitische minderheid heeft ondertussen al enkele kleinere betogingen georganiseerd en op Facebook werd vrijdag 11 maart uitgeroepen tot Dag van Woede. De Facebookpagina startte pas een goeie week geleden en had maandagochtend iets meer dan 29.000 “likes”. Vrijdag 4 maart begon de Saoedische overheid enkele duizenden veiligheidstroepen te mobiliseren.