Bredero wist het al, dat het kan verkeren. Na jaren waarin elke politicus die zich niet tot extreem rechts wenste te bekennen de multiculturele samenleving mantragewijs een verrijking noemde, luidt het nieuw mantra nu dat ze misluktis.
Tot die vaststelling komen op korte termijn verschillende Europese regeringsleiders. Merkel ging voor, toen zij in oktober 2010 de multiculturele samenleving failliet verklaarde. En nu is het dus de beurt aan David Cameron. De voornaamste reden daarvoor is uiteraard het terrorisme dat sedert “nine-eleven” nooit meer is verdwenen.
Daarmee is al meteen de eerste kritiek gegeven: de reductie van de multiculturele samenleving tot een samenleving van “wij” – de Merkels, de Camerons, wij de Europeanen die het geluk hebben hier al vele generaties te vertoeven – en “zij”. De “zij” wordt dan verengd tot dé moslimgemeenschap, en in feite tot een kleine groep radicalen heerschappen (m/v) als de Haagse imam Fawaz, de Britse imam Hamza (de man met de haak), of om het hier te lande te zoeken bij een Abou Imranof een Malika El Aroud. Zij halen elke dag de krant, met uitspraken over “ons”, kafirs, die vroeg of laat wel de gevolgen zullen dragen voor hun goddeloosheid en losbandigheid.
Dat wordt natuurlijk breed uit gesmeerd in de pers, terecht, maar hoe dicht staan hun zotternijen bij de visie van de gemiddelde moslim in dit land, in Europa? Heel dicht, als ik populaire media en gesprekken aan de toog moet geloven. Heel dicht. Dat is even ongenuanceerd als de stelling dat alle katholieken pedofielen zijn omdat er nogal wat pedofiele priesters rondlopen en daarom onterecht. Het grootste deel van de moslimgemeenschap wil enkel wat wij allen willen: een gelukkig bestaan opbouwen, met een zo goed mogelijke toekomst voor kinderen en kleinkinderen.
En neen, geloof me vrij: ik ben niet blind voor de standpunten die leven in delen van de moslimgemeenschappen in dit land, in het Westen. Ik weet dat minstens een deel onze manier van leven voorbij de norm vindt (en dat vinden wij van hen ook), ik weet datminstens een deel het moeilijk heeft met holebiseksualiteit (en dat vindt een deel van “ons” ook), en ja, ik weet datminstens een deel niets moet weten van gemengde huwelijken (en dat vindt een deel van “ons” ook). Tja.
Neen, als er al iets mislukt is dan is het wel de “wij”. “Wij” – lees de overheid, dus “wij allen” – zijn er nooit in geslaagd rekening te houden met de gevolgen die de instroom van nieuwe arbeidskrachten in de vorige eeuw tot gevolg zou hebben. “Wij” hebben toen enkel rekening gehouden met kortetermijnpolitiek, toen we dachten het arbeidstekortgemakkelijk op te lossen door jonge sterke mannen, die in een aantal landen voor het grijpen lagen, hier het werk te laten verrichten dat wij niet meer wensten te doen. Was het zo gek toen al te vooronderstellen dat zij wel eens in dit land, in het Westen een nieuwe toekomst zouden willen uitbouwen? Neen. Maar toch heeft dat lang niet geleid tot een visie, tot een beleid om deze nieuwe groep in onze samenleving in te passen. Dat moest niet, want we dachten dat ze ooit wel weer, allicht samen met de staatsschuld, zouden verdwijnen.
Neen, als er al iets moet hangen deze dagen dan is het wel “wij”. “Wij” die ons eerst hebben laten leiden door desinteresse – er waren mensen die de klusjes opknapten, dus alles perfecto!. “Wij” die er geen probleem met hadden dat deze groep zich nestelde in achterstandsbuurten, waar er geen groen was, waar er weinig speel- en sportgelegenheden waren, waar er enkel teveel slechte woningen waren. “Wij” die er nog steeds geen problemen met hebben dat hun kinderen schoollopen in gettoscholen, want dat is overzichtelijk en zo zitten ze niet samen met “onze” kinderen van wie we de toekomst moet verzekeren. Neen, als er vandaag iets mis is, dan is het wel “ons”onvermogen om antwoorden te geven op de problemen die zich stellen.
En we moeten daarbij ook durven zeggen dat het hele gamma van rechten en vrijheden waar we ons zo graag en veel op beroepen het zoeken en vinden van antwoorden ook zo moeilijk maakt. Want in een samenleving die gekenmerkt wordt door vrijheid van meningsuiting mogen zotternijen worden gezegd, zolang de dunne grens van aanzetten tot geweld niet wordt overschreden. Want in een samenleving die gekenmerkt wordt door het recht op eerbiediging van het gezinsleven, kunnen we niet anders danaanvaarden dat tweede- en derdegeneratie Belgen hun partner zoeken in het land van herkomst. Ook al weten we dat dit niet echt tot een betere inbedding leidt, zeker niet van de kinderen uit dat huwelijk. Ook al vinden we dat geen goede evolutie.
Neen, als er vandaag al een proces moet worden gevoerd dan is het van “ons” onvermogen om knopen door te hakken. Hoe veel jaar palaveren we nu al niet over het ja dan neen mogen dragen van hoofddoeken in openbare besturen, in scholen, in bedrijven … ? Maar is de overheid – wij, allen – er tot op heden eenmaal in geslaagd om hierover tot een beslissing te komen? Neen. Vooraleer we mensen beschuldigen dat ze zich niet naar “onze” norm stellen, moeten we misschien eerst eens vaststellen wat “onze” norm is.
Zolang we daar niet in slagen kunnen we best ophouden met de multiculturele samenleving failliet te verklaren. Hoogstens kunnen we ze onder curatele stellen, maar ook een curator kan enkel iets redden als er een duidelijk kader, en perspectief is.
Zolang we daar niet in slagen kunnen we best ophouden met de multiculturele samenleving failliet te verklaren. Hoogstens kunnen we ze onder curatele stellen, maar ook een curator kan enkel iets redden als er een duidelijk kader, en perspectief is.