"Iedereen is ergens eigenlijk een flamigrant" [gesprek met Jamila Channouf]

Zaterdag 11 juli 2015 organiseert de beweging 'Gentse Lente' de allereerste Interculturele Vlaamse feestdag genaamd de Flamigrantendag. Reden genoeg voor Kif Kif om een gesprek te hebben met Jamila Channouf, één van de medeorganisatoren.

Zaterdag 11 juli 2015 organiseert de beweging 'Gentse Lente' de allereerste Interculturele Vlaamse feestdag genaamd de Flamigrantendag. Reden genoeg voor Kif Kif om een gesprek te hebben met Jamila Channouf, één van de medeorganisatoren.

 

Iedereen is flamigrant

Jamila Channouf: Flamigrantendag gaat over de solidariteit binnen de verschillende groepen van onze diverse stad, zoals bijvoorbeeld de straatmuzikant, de armoede beweging, jongeren enzovoort... We willen solidariteit in praktijk brengen, en met allen samen werken aan één model. Er zijn enorm veel mensen die zichzelf aanbieden omwille van hun kwaliteiten om aan dat proces mee te werken. Terwijl ze misschien nog nooit een 11 juli viering hebben meegemaakt. Dat is ook het mooie aan de Flamigrantendag. We merken dat onze visie door heel veel mensen wordt gedragen en dat daarom ook een groot aantal vrijwilligers hun schouders onder het project willen zetten.

Wij willen met dit evenement nieuwe gedachten doen binnensijpelen bij de mensen wat de Vlaamse identiteit eigenlijk betekent. We kunnen namelijk die identiteit delen. Vandaar ook de term flamigrant, want iedereen is ergens eigenlijk een flamigrant. Die term is dan ook zo gekozen dat die term op iedereen van toepassing is.

We hebben dan ook de woorden allochtoon en autochtoon begraven. Wij proberen voorbij dat ’wij en zij’ denken te geraken. Anderzijds willen we ook de solidariteit binnen de verschillende bewegingen tonen. Vandaar ook onze samenwerking met de “Homeless Blue White”.

Er is meer ruimte nodig voor jongeren

Jamila Channouf: Als ik kijk naar de situatie van kleine organisaties die met jong creatief stedelijk talent bezig zijn, neigt het tegenwoordig wel naar grote organisaties die de kleintjes opeten. Integreren in een grote werking is niet de oplossing. Je moet ze de ruimte geven zodat ze zichzelf kunnen ontwikkelen. Er moeten middelen komen voor die kleine projecten zodat ze zich zichtbaar kunnen maken. Dan zie je ook een meer duurzame werking, terwijl grote organisaties die jongeren misschien meer projectmatig gaan bekijken.

Samenwerken is zeker zeer belangrijk en nodig, maar waar ik vooral de nadruk op wil leggen zijn de organisaties die misschien 20 jaar geleden relevant waren, maar nu niet meer. Ze moeten zichzelf vandaag in vraag stellen en zien hoe ze relevanter kunnen worden. Ik zie dan ook bijvoorbeeld een grote generatiekloof binnen de culturele sector. Er leeft heel wat van onderuit: er zijn heel wat jongeren met initiatieven bezig. Er moet dan ook voldoende aanknopingspunten komen en dat mis je soms.

De afstand is veel te groot. Ik pleit dan ook voor meer ruimte voor jongeren. Dat wil niet zeggen dat die andere organisaties moeten verdwijnen, maar gewoon dat in hun geheel, ruimte moet worden gemaakt voor dat aspect. Als je tien jaar geleden over hiphop begon, kreeg je meteen de reactie dat hiphop geen kunstdiscipline was, ook al leefde dat enorm en was er een publiek voor. Al zou ik dat persoonlijk geen kunst vinden, ik zal er wel ruimte voor maken. Dat willen we dan ook verwezenlijken. We willen die mensen een platform geven. We willen wat er in de buurt leeft, in het stadcentrum zichtbaar maken. Dat doen we dan ook tijdens de Flamigrantendag.

Categoriaal denken doet ons blindstaren

Jamila Channouf: We zitten nu aan een 3de en 4de generatie. Mijn kinderen hoeven geen subsidies meer om hun taal te stimuleren of om uit de armoede te geraken. Ze behoren niet tot die doelgroep. Ik wil dat ze van alle segmenten van onze samenleving deel kunnen uitmaken, zonder dat ze binnen een bepaalde categorie vallen. Dat categoriaal denken doet ons blindstaren, en heeft er ook voor gezorgd dat er heel wat organisaties met goede bedoelingen zijn lamgelegd. Daarom dat we met 3000 Gentenaars de woorden allochtoon en autochtoon hebben begraven. Nu hebben we eindelijk de term flamigrant die iedereen van onze samenleving omvat. De cirkel is rond.

Heel het huidige integratiedebat vind ik eigenlijk zinloos. In wie of wat moet je jezelf integreren? Ik heb me dat altijd afgevraagd. Je moet je integreren, je moet je aapassen…  Oke, maar aan wie? Aan welk model? Aan je buur die hippie is, of aan je andere buurman die op het Vlaams Belang stemt. Er is al enorm veel diversiteit aanwezig binnen de groep van “Vlamingen”. 

Ik denk dat zowel links als rechts veel te leren heeft, wat betreft Vlamingen te bereiken die onder de kerktoren wonen. Om hen te kunnen klaarstomen voor deze samenleving, die steeds in beweging is en als maar meer divers wordt. In stedelijke context is dit minder nodig dan iemand die in een dorp woont en totaal niet in contact komt met de superdiverse realiteit. Het is belangrijker om met een integratieproces meer te gaan inzetten op de Vlaming zelf dan op de nieuwkomer. Het integratieproces moet te veel van één kant komen terwijl de realiteit veranderd is.

Ontwikkelen van nieuwe visies

Jamila Channouf: We hebben heel veel mensen die het woord nemen, en die zich positioneren in de situatie als zijnde slachtoffer. Terwijl de echte slachtoffers niet aan het woord komen. In zo’n debat komen we geen stap verder. Iemand met een diploma en werk is voor mij geen slachtoffer. Dat valt niet te vergelijken met iemand die dakloos is geworden. In het maatschappelijke debat zie ik dat er niet los gekomen wordt van die slachtofferpositie. Als je jezelf ziet als woordvoerder, benoem dan gewoon de zaken hoe ze zijn. Als we het bijvoorbeeld hebben over jeugdwerkloosheid als zijnde antiracismebeweging, moeten we ook de Vlaamse jongeren niet vergeten, waar werkloosheid ook massaal aanwezig is.  We moeten het opnemen voor iedereen in onze communicatie.

Verbinden is enorm belangrijk, de opera moet dan ook bijvoorbeeld openstaan voor kansarmen. Wat ik voornamelijk heb gezien rond diversiteit is dat het wel interessant is om al die subsidies binnen te rijven. Maar dan moet je niet achteraf beweren, dat het aan de doelgroep ligt en dat er toch geen bereik is.  Als dat zo is moet je jezelf gaan beginnen vernieuwen en dat zie ik veel te weinig gebeuren

Ik geloof echt in het ontwikkelingen van nieuwe visies om die thema’s de benaderen. Okee er zijn spijtig genoeg enorm veel besparingen. Het is dan ook nu het moment om zaken te gaan herdenken, als je kijkt hoe bepaalde instanties geïnstitutionaliseerd zijn geraakt, en totaal geen voeling meer hebben met wat er van onderuit leeft.  Als het bijvoorbeeld gaat om jeugdproblematiek en dergelijke, gebruiken ze niet de juiste instrumenten om met die jongeren te kunnen omgaan. Dat zijn dan ook verloren subsidies. Je ziet dat ook wel in de benadering van thema’s rond diversiteit bijvoorbeeld. Er zijn nieuwe inzichten nodig om de prioriteiten te kunnen leggen waar ze moeten liggen.