‘Mag ik ook fier zijn?’ maakt erkenning afhankelijk van anderen.
De twee weken oude campagne ‘Ik ben Vlaming. Mag ik ook fier zijn?’ van het Minderhedenforum lokt discussie uit in sociale en klassieke media. In linkse en rechtse kringen zijn de meningen verdeeld gaande van rotslecht tot uitstekend. De broodnodige maatschappelijke discussie over de Vlaamse identiteit en burgerschap mag net als de campagne zelf geen doel op zich zijn. Het is voor mij en andere Vlamingen een middel om de nationalistische burgerschapsinvulling van de Vlaamse identiteit aan het wankelen te brengen en te vervangen door inclusief antiraciaal burgerschap.
DE ZWARTE LEEUW
Toegegeven, toen ik het beeld van de campagne zag, dacht ik WTF?! De zwarte leeuw van Vlaanderen is het nationalistisch symbool bij uitstek van dé Vlaamse identiteit. Door dit beeld te gebruiken lijkt de campagne de etnisch-nationalistische invulling van Vlaming zijn niet direct in vraag te stellen. Dit werd mooi verwoord in een opiniestuk van Ama Koranteng-Kumi.
Zo bekeken is de goedbedoelde campagne koren op de molen van N-VA. Deze Vlaams nationalistische partij meldde bij monde van hun jongerenvoorzitter Tomas Roggeman al langer dat wie hier gesocialiseerd is, Nederlands spreekt en ons gedeelde culturele fundament aanvaardt, Vlaming is en zich daardoor deel verklaart van onze samenleving.
Vlaming zijn op basis van deze inclusieve, maar nationalistische identiteit is niets anders dan assimilatie, want Jan met de pet hoeft niets te doen om fier te mogen zijn. Dit inclusief burgerschap à la N-VA is een inkleuring van de etnische status quo. Het is niet omdat Khadija en Ursula Vlaming zijn/worden dat het nationalistisch speelveld verandert. Als enkel de spelers veranderen van naam staan we geen stap dichter bij inclusief antiraciaal burgerschap (niet-nationalistisch). Daarover verder meer.
Het choquerende effect van de zwarte leeuw heeft zijn doel om discussie uit te lokken niet gemist, maar misschien wel overschoten. Door die etnische invalshoek vinden sommigen de campagne niet meer dan een PR stunt. De campagne zou zelfs bijdragen aan het versterken van de nationalistische Vlaamse identiteit waardoor de point verloren gaat. In het Engels heet dit ‘Hitting the target but missing the point’.
MAG IK OOK FIER ZIJN?
Missen voorvechters van de campagne zoals ik de point? Niet noodzakelijk, de campagne zonder de zwarte Vlaamse leeuw zou minder storen, maar ook minder verstoren volgens mij. De zwarte leeuw in de campagne kan bekeken worden als een provocatie die iedereen in Vlaanderen oproept om de nationalistische definiëring van Vlaams burgerschap in vraag te stellen. Of de invulling van Vlaams burgerschap effectief gedenationaliseerd kan worden, is de inzet van een al lang lopend debat en niet afhankelijk van een controversiële campagne.
Het is wel degelijk belangrijk wie Vlaming is en wie dat bepaalt in onze superdiverse samenleving. Vlaams burgerschap is gekoppeld aan alle politieke, economische, culturele en sociale rechten die de Vlaamse overheid moet garanderen. Dat hebben we te danken aan een staatshervorming of zes.
‘Mag ik ook fier zijn?’ maakt erkenning afhankelijk van anderen. Het contrast met de complexloze eerste zin ‘ik ben Vlaming’ legt bloot dat de definiëringsmacht in Vlaanderen ongelijk verdeeld is. Enkel politieke strijd op basis van solidariteit over etnisch-culturele grenzen heen kan daar iets aan veranderen.
‘Ik ben Vlaming’, neemt gelijkheid van iedereen in Vlaanderen als uitgangspunt. ‘Mag ik ook fier zijn?’ toetst die gelijkheid af aan de werkelijkheid. De antwoorden die we krijgen, vertellen ons hoe ver we van de democratische idealen van gelijkheid, vrijheid en solidariteit staan. Deze idealen vormen de universele normen en waarden van de antiraciale Vlaamse gemeenschap.
‘Mag ik ook fier zijn?’ is geen vraag die gesteld wordt om het mouwschild met de zwarte leeuw op te spelden en deel uit te mogen maken van deze Vlaemsche club. Niemand moet zich Vlaming voelen om burger te zijn op politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak in een antiraciale gemeenschap. In die zin hebben we geen staat nodig die onze identiteit bepaalt.
ANTIRACIALE GEMEENSCHAPSVORMING
Het alternatief voor Vlaamse gemeenschapsvorming op basis van etniciteit is de antiraciale gemeenschap. De Vlaamse gemeenschap zijn dan alle mensen die in Vlaanderen wonen met en zonder papieren. De strijd voor dit inclusief burgerschap wordt gevoerd door mensen over de gekende etnisch-culturele grenzen heen.
Als kritische en rationele burgers moeten we ons afvragen wat de waarde is van de categorieën waarmee we verschillen tussen mensen benoemen en beleidsmatig hanteren. Die categorieën hebben een reële impact op het leven van mensen in onze rechtstaat. Burgerschap baseren op één etniciteit is wereldvreemd en contraproductief in de superdiverse realiteit.
Etniciteiten zijn geen natuurlijk gegeven zoals geboorteplaats of leeftijd, maar gebaseerd op sociale instituties (formele en informele afspraken) die - hoewel moeilijk veranderbaar, want gestold in gedrag en structuur - altijd doorbroken kunnen worden.
De antiraciale gemeenschap zoals ik ze zie, sluit de koppeling uit tussen etniciteit en burgerschap op het niveau van de samenleving als geheel. Maar die superdiverse samenleving bestaat wel uit een mengelmoes van min of meer herkenbare etnische groepen. Etnische groepsvorming op basis van taal, religie, klasse, leeftijd, gender en seksuele voorkeur in Vlaanderen gebeurt echter niet in een vacuüm. Deze groepen zijn in voortdurende interactie met elkaar op zoek naar hun grenzen.
De antiraciale Vlaamse samenleving bestaat uit een volk met meervoudige identiteiten ingebed in vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Er is geen nood aan een eenduidige etnische identiteit op gemeenschapsniveau. Hoe meer mensen hun eigen levenstraject kunnen bepalen door te kiezen tot welke groep(en) ze wel en niet behoren, hoe sterker de identificatie met onze antiraciale gemeenschap.
De grenzen van de Vlaamse samenleving zijn dezelfde die vandaag al de enige grenzen zouden moeten zijn namelijk die van onze democratische rechtstaat ingebed in ons federaal land en Europa. De grens ligt op het moment dat je een ander zijn rechten schaadt die gestoeld zijn op vrijheid en gelijkheid.
Tolerantie is geen doel, maar een uitgangspunt van de democratische (Vlaamse) burger. Dit betekent dat we als burgers gewoonten en voorkeuren van elkaar onaangenaam kunnen vinden, maar we wederzijds elkaars recht op gewoontes en voorkeuren erkennen en verdedigen.
Mijn antiraciale politieke gemeenschapsvorming mag niet kleurenblind zijn. De column van Nozizwe Dube spreekt hier boekdelen over. Er is kleurenbewustzijn nodig om de etnisch nationalistische geest terug in de fles te duwen. Dat gebeurt telkens we gelijkheid van alle Vlamingen als uitgangspunt nemen en die toetsen aan de realiteit. Hoe meer gelijkheid we vaststellen op vlak van onderwijs, arbeid, wonen en dienstverlening, hoe minder we aan etniciteit moeten doen.
Meer info
Ik baseer mijn contouren van een antiraciale gemeenschap op werk van Dr. Francio Guadeloupe en Sandew Hira. Hierbij een link naar een debat tussen beide belangrijke denkers over de relaties tussen ras, klasse, etnische identiteit en natievorming.
Dr. Francio Guadeloupe heeft antropologie en ontwikkelingssociologie gestudeerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen (RU) en de Universiteit van Amsterdam (UvA). Guadeloupe doet onderzoek naar nationale identificaties, multiculturaliteit en media berichtgeving over etniciteit en religieuze bewegingen in relatie tot het koloniaal verleden en het kapitalisme. Zijn PhD dissertatie, Chanting Down the New Jerusalem is uitgegeven door de University of California Press.
Guadeloupe over Hira: "Uiteindelijk valt of staat het samen-leven in ons onvolmaakte Koninkrijk der Nederlanden op het lef en kritisch vermogen om oude ideeën overboord te gooien. Op zijn manier daagt Sandew Hira ons uit om dit te doen. Alleen daarom al moeten we met hem in gesprek."
Sandew Hira, de schrijversnaam van Dew Baboeram, is historicus en econoom. Hij heeft meer dan 20 boeken geschreven en talloze artikelen over o.a. geschiedenis en kolonialisme. Zijn laatste publicatie is het essay getiteld Decolonizing the Mind -- een fundamtenele kritiek op het wetenschappelijk kolonialisme. Hira werkt nu aan een 40-delige encyclopedie van de koloniale geschiedenis van Suriname. Sandew Hira is directeur van het International Institute for Scientific Research (IISR).
Hira over Guadeloupe: "In het huidige klimaat in de Caraïbistiek heerst angst voor het kritische debat. Francio staat op eenzame hoogte als zwarte intellectueel die niet schroomt om het publieke debat aan te gaan over zijn stellingen. Dat vind ik knap en bewonderenswaardig."
Hakim Benichou is antiracisme activist en bestuurskundige