Imam Shamsi Ali – Interreligieuze inspanningen

Imam Shamsi Ali komt uit Indonesië, studeerde in Pakistan en gaf les in Saudi Arabië, maar emigreerde in 1996 uiteindelijk naar de Verenigde Staten. Hij was één van de twee imams die de president vergezelde tijdens zijn eerste bezoek aan Ground Zero, na de aanslag. Halal monk sprak met hem.
Imam Shamsi Ali – Interreligieuze inspanningen
 

Imam Shamsi Ali komt uit Indonesië, studeerde in Pakistan en gaf les in Saudi Arabië, maar emigreerde in 1996 uiteindelijk naar de Verenigde Staten op verzoek van de Indonesische ambassadeur. Al snel realiseerde hij zich echter dat hij niet op zijn plaats zat in de politiek. Hij wilde zich meer toeleggen op religieus werk voor de gemeenschap. Daarom werd hij actief in een kleine moskee van de Indonesische gemeenschap in Astoria Queens, één van de wijken in New York. Hij deed zijn werk daar in alle rust.

Toen kwam 9/11. Alles veranderde. Verschillende religieuze leiders wensten gezamenlijk op de tragedie te reageren en imam Shamsi Ali werd gevraagd om in naam van de moslimgemeenschap te spreken. Daarnaast werd hij uitgenodigd bij een aantal belangrijke publieke gebeurtenissen. Zo was hij één van de twee imams die de president vergezelde tijdens zijn eerste bezoek aan Ground Zero, na de aanslag.

Al snel werd hem ook gevraagd om in verschillende kerken en synagogen te komen spreken. Toen ik hem in 2012 in New York ontmoette zag ik het dan ook als een uitstekende mogelijkheid om met hem van gedachten te wisselen over zijn interreligieuze werk. Dit onderwerp bracht ons al snel bij de rol van het conflict tussen Israël en Palestina wanneer we zoeken naar manieren om de relaties tussen moslims en Joden te verbeteren.

Halal Monk: Het conflict tussen Israël en Palestina is en blijft een terugkerend onderwerp in de relaties tussen moslims en Joden. Blokkeert dit interreligieuze inspanningen niet al op voorhand?

Imam Shamsi Ali: Het is inderdaad zo dat veel Joden denken dat de moslims hen haten en dat hun boeken heel anti-Joods zijn. Aan de andere kant denken veel moslims dat het Joodse volk hen wil vernietigen. Ze denken dan dat alle problemen die de moslimgemeenschap overkomen – van armoede tot oorlog – door hen werden georkestreerd. We moeten dit soort ideeën zeker bespreken. Dat doen we dan ook openlijk en eerlijk tijdens interreligieuze bijeenkomsten. We willen niet nog meer olie op het vuur gooien, maar samen zoeken naar mogelijke oplossingen.

Halal Monk: Kan een groep mensen in New York werkelijk iets aan de problemen doen? Het gaat uiteindelijk om een gewelddadig conflict in andere landen?

Imam Shamsi Ali: Ik geloof echt dat interreligieus werk van groot belang is in elk deel van de wereld. Want zelfs als politieke leiders zoals Netanyahu en Abbas tot een overeenkomst zouden komen, dan nog zou de vrede niet blijvend zijn indien de mensen er zelf niet klaar voor zijn. Vanuit interreligieus werk kunnen we mensen helpen om elkaar te leren vertrouwen en om samen te leven als goede buren. Niet noodzakelijk omdat je het over alles eens bent, maar wel omdat je elkaar respecteert. In zo’n proces moet je echter wel bereid zijn om sommige zaken op te offeren. Ik geloof dat men in het Midden-Oosten nog een pijnlijk pad zal moeten gaan om uiteindelijk vrede te vinden. Geen van beide partijen zal ooit alles kunnen krijgen wat ze graag zou willen. Ze zullen sommige zaken moeten opofferen voor het grotere goed.

Maar wat me wel sterk opviel toen ik begin 2012 naar het Midden-Oosten ging, was het feit dat beide groepen heel vaak werkelijk vrede willen. Dat contrasteert nogal met de manier waarop niet-Palestijnse moslims vaak omgaan met de hele kwestie. Zij zijn vaak ‘Palestijnser’ dan de Palestijnen. Onze woorden zijn vaak scherper en harder, wat de Joodse gemeenschap ook kwader maakt. Hetzelfde geldt andersom: sommige Joden in de VS zijn veel ‘Joodser’ dan de Israëlische Joden. Een voorbeeld: Toen ik mijn gemeenschap op een zekere dag vertelde dat ik voor de eerste keer naar een synagoge wilde gaan, stond er een Egyptische moslim op. “Ben je er zeker van dat ze de deur voor je zullen opendoen?” vroeg hij. Ik vroeg hem wat hij bedoelde en hij antwoordde: “De Joden denken dat ze de uitverkorenen zijn.” Hij bedoelde dat ze zich superieur voelen en dat ze op mij zouden neer kijken. Ik glimlachte en zei: “Open de Koran. Lees vers 110 van de derde Soera en je zal zien dat daar staat: ‘Jij bent de beste van de gemeenschappen die omhoog gehouden wordt voor de mensheid.’ Dus als wij beweren de beste gemeenschap te zijn en zij beweren de uitverkorenen te zijn, waarom zouden de besten, de uitverkorenen dan niet ontmoeten? Dat biedt toch een mooie kans?”

Ik ging naar de synagoge en gaf er een lezing. Tijdens de vragenronde stond er een vrouw op die zei: “Er zal nooit vrede zijn tussen de Joden en de moslims.” Ik vroeg haar waarom ze dat dacht. “Omdat jullie madrassa’s hebben waar jullie je kinderen leren om ons te haten en te doden.” Ik antwoordde: “Ik ben zelf een student van een madrassa, een school waarin de Koran en islam onderwezen worden, en ik ben hier niet naartoe gekomen om je te haten, laat staan om je te doden. Ik ben hier om je de hand te reiken.” Daarna vroeg ik waar ze haar beeld over madrassa’s had opgedaan en ze antwoordde dat ze naar een bepaalde film had gekeken. Daarom vertelde ik haar dat ik vóór ik naar New York kwam, ook naar films over deze stad had gekeken. En dat ik steeds beelden over metro’s, geweld en misdaad zag. Eigenlijk heel erg beangstigend. “Indien ik mijn conclusie op basis van dergelijke films zou baseren, dan zou ik hier vandaag niet zijn,” eindigde ik. Die vrouw werd achteraf een goede vriendin en ze bezocht onze moskee.

Halal Monk: Ondervond je veel vergelijkbare tegenstand toen je je op het pad van de interreligieuze dialoog begaf?

Imam Shamsi Ali: Het is inderdaad niet eenvoudig om bruggen van samenwerking te bouwen, – en de term ‘bruggen van samenwerking’ gebruik ik heel bewust omdat het niet gewoon om bruggen van begrip gaat. Aan beide kanten denken sommigen al snel dat je andere bedoelingen hebt die je bewust niet vermeldt. Of ze denken dat jij misschien wel oprecht bent, maar dat de Rabbi’s enkel met je samenwerken omdat ze meer willen weten over de gemeenschap om die schade toe te brengen. Als je mijn naam bijvoorbeeld googled, zal je fora en teksten vinden waarop gezegd wordt dat ik niet loyaal ben of dat ik te westers ben. Sommigen trekken ook mijn samenwerking met de New Yorkse politie in twijfel hoewel ik dat alleen doe om hen over bepaalde aspecten van islam te informeren.

Je wordt altijd eerst geconfronteerd met wantrouwen en frictie. Maar uiteindelijk leverden mijn inspanningen resultaat op en kon ik veel gemeenschappen overtuigen van de waarde van interreligieuze dialoog. Zo kan ik met een trots hart wijzen op de ‘twinnings’. Dat zijn gemeenschapsmomenten waarbij de ene dag een groep moslims een synagoge bezoekt en op een andere dag een groep Joden op bezoek komt in de moskee. We eten samen en bespreken verschillende thema’s. Die momenten zijn bedoeld om synagogen en moskeeën als ‘tweelingen’ te maken. In 2008 namen zo’n vijftig moskeeën en synagogen deel aan deze twinnings. In 2009 was dat reeds het dubbele en in 2010 waren er zelfs twinnings in Frankrijk, Engeland en Rusland.

Halal Monk: Na vele jaren van deze inspanningen en ervaringen, wat lijkt jou de beste manier om tot een groter begrip tussen de verschillende gemeenschappen te komen?

Imam Shamsi Ali: Ik vermoed dat voorbeelden van effectieve samenwerking een belangrijk element is om de meeste mensen te overtuigen. Zo steunden veel Joden de moslimgemeenschap in de verdediging van het ’Park51 project’, wat meer bekend is als de ‘Ground Zero moskee’. Veel moslims waren er zelfs terughoudender over dan zij. Deze moslims vroegen zich af waarom we voet bij stuk moesten houden voor dit project. Ze vonden dat ze al genoeg te verduren hadden gekregen en wilden niet nog meer problemen creëren. Maar juist veel niet-moslims, met inbegrip van Joden, verdedigden hun rechten.

Hetzelfde gebeurde toen Peter King een zeer controversiële hoorzitting organiseerde in het Congres met als titel ‘De radicalisering van de Amerikaanse Moslimgemeenschap’, waarbij de boodschap was dat nagenoeg alle moslims in Amerika een potentiële bedreiging vormen. Een goede vriend van me, Rabbi Marc Schneier, de vice-president van het World Jewish Congress, stelde voor om een protestbijeenkomst te organiseren onder het motto ‘Vandaag ben ik ook een moslim’. Hij organiseerde dit samen met hip-hop gigant Russel Simmons, die zichzelf overigens een niet-religieuze Yoga beoefenaar noemt. Door hun inspanning kwamen duizenden mensen van verschillende geloofsgemeenschappen samen om aan te geven dat een dergelijke aanval op moslims, een aanval is op alle Amerikanen.

Dat moet wel van twee kanten komen natuurlijk. Dus toen op 19 maart 2012 de dramatische aanslag in Toulouse plaats vond, waarbij de dader vier Joden van de Ozar Hatorah school dood schoot, was ik de eerste om een formele verklaring te publiceren waarbij ik mijn afgrijzen uitte en het gebeuren sterk veroordeelde. Ik veronderstel dat dergelijke gebeurtenissen de ogen van veel mensen openden voor al het interreligieuze werk dat in de jaren ervoor gebeurd was.

Maar naast dergelijke uitingen van solidariteit is het minstens even belangrijk dat we de discussie blijven voeren. En we moeten die op basis van onze eigen religieuze fundamenten voeren, binnen onze eigen gemeenschap. Zo vertel ik bijvoorbeeld vaak aan moslims dat we in de Koran geen enkele passage aantreffen waarin staat dat we ons niet moeten inlaten met andere gemeenschappen. Sommigen verzen zijn inderdaad zeer kritisch over Joden maar die verzen gaan niet over het Joodse volk in het algemeen. De Koran bekritiseert enkel de Joden die Mozes niet volgen. De Koran verwerpt met andere woorden enkel de hypocrieten. Maar profeet Mohammed ondertekende verdragen met iedereen, ook met diegenen die er voor kozen om hem niet te volgen. Ik zie dus niet waarom wij dat niet zouden kunnen doen.

>>>

Dit interview verscheen eerder in het Engels op www.halalmonk.com.