Internationale vrouwendag, een feestdag in mineur?

8 maart 1975, de Verenigde Naties richtten de eerste Internationale Vrouwendag in. Nu, precies 40 jaar later, staat 8 maart nog steeds bekend als een dag waarop vrouwen in de kijker worden gezet ongeacht nationale, etnische, linguïstische, economische of politieke verschillen.

8 maart 1975, de Verenigde Naties richtten de eerste Internationale Vrouwendag in. Nu, precies 40 jaar later, staat 8 maart nog steeds bekend als een dag waarop vrouwen in de kijker worden gezet ongeacht nationale, etnische, linguïstische, economische of politieke verschillen. 

Een zorgeloos feest zal het jammer genoeg niet worden. In haar toespraak voor de Internationale Vrouwendag gaf Phumzile Mlambo-Ngcuka, de executive director van UN Women, te kennen dat gendergelijkheid nog in geen enkel land ter wereld bereikt werd. Daarmee bedoelde ze concreet dat geen enkel van de 189 landen die in 1995 de Beijing doelstellingen voor gendergelijkheid ondertekenden deze 20 jaar na datum gehaald hebben.Van 9 tot 20 maart komt de Commission on the Status of Women (CSW) samen voor een herziening van deze doelstellingen. Beijing+20 zal kijken naar de nieuwe uitdagingen voor vrouwen en blijft ijveren voor een wereld waarin vrouwen beschikken over vrijheid en de mogelijkheid om zelfstandig keuzes te maken en zich bewust zijn van hun rechten, waaronder het recht om te leven zonder geweld, het recht op onderwijs, deelname aan beleidsvorming en een gelijk loon voor gelijk werk. Op deze Internationale Vrouwendag willen de Verenigde Naties onder het motto "Empowering Women, Empowering Humanity: Picture it!" aandacht vragen voor de reeds geboekte vooruitgang, maar ook voor de uitdagingen die ons nog te wachten staan.

 

Hoewel er reeds in 1993 een verbod kwam op geweld tegen vrouwen blijkt uit cijfers van de International Labour Organisation (ILO) van de Verenigde Naties dat 1 op de 3 vrouwen het slachtoffer is van fysiek of seksueel geweld. Tegen geweld tegen vrouwen bestaan verschillende spraakmakende campagnes waarvan de meest recente deze is van de Zuid-Afrikaanse tak van het Leger des Heils, met een duidelijke knipoog naar de commotie omtrent de kleur van een jurk afgelopen week. 

 

Wat betreft onderwijs valt er een positieve tendens te bemerken. In de meeste ontwikkelingslanden is er wat betreft primair onderwijs sprake van gendergelijkheid. Wanneer we echter kijken naar het secundaire en hoger onderwijs wordt duidelijk dat er nog veel ruimte is voor verbetering.

Het aandeel vrouwen in het parlement kende de afgelopen 20 jaar vrijwel een verdubbeling. Het percentage blijft met 22% echter behoorlijk laag.

De loonkloof, ten slotte, neemt af, maar blijft overeind. Zo blijkt uit de cijfers die Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie, bekend maakte naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag. België hoort bij de beste leerlingen van de EU-klas. Vrouwen verdienen in ons land 'slechts' 9,8% minder dan mannen. De loonkloof ligt in België dus een pak lager dan het EU-gemiddelde van 16,8%, maar de weg naar een gelijk loon voor gelijk werk is nog lang. Zo menen de Verenigde Naties dat het nog minstens 70 jaar zal duren vooraleer de loonkloof volledig gesloten is.   

 

Ulrike Vandamme is Masterstudente Gender & Diversiteit (Ugent) en momenteel stagiaire bij Kif Kif

>>> Lees hier het dossier Gender & Diversiteit