De revolutionaire Woman Life Freedom-beweging heeft, in tegenstelling tot eerdere protestbewegingen, onomkeerbare veranderingen teweeggebracht de Iraanse samenleving. Nog steeds zijn er wekelijkse straatmarsen tegen het regime in Zahedan. Mensen schrijven anti-regimeslogans op muren, hangen spandoeken op aan viaducten en schreeuwen in het holst van de nacht revolutionaire slogans.
Hoewel het weigeren om een hoofddoek te dragen in Iran officieel een misdaad is waarop gevangenisstraf en boetes staan, is het nu een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid geworden
En dan zijn er natuurlijk de vrouwen die zonder de verplichte hoofddoek over straat lopen. Hoewel het negeren van de hijab in Iran officieel een misdaad is waarop gevangenisstraf en boetes staan, is het nu een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid geworden. Die ongehoorzaamheid is niet zonder gevaar. De hardnekkigheid van het protest heeft de religieuze hardliners en de ayatollahs zo woedend gemaakt dat ze zijn begonnen met de invoering van niets minder dan een apartheidssysteem.
Na de dood van Mahsa Amini in handen van de zedenpolitie, gaan Iraanse functionarissen rechtstreekse confrontaties uit de weg met vrouwen die zich niet aan de kledingvoorschriften houden. Wellicht zijn ze bang voor een nieuw incident en het opnieuw oplaaien van de woede van de Iraniërs, waardoor een nieuwe golf van landelijke protesten op gang komt. Aan de andere kant zijn er de ultra-religieuze groepen – een belangrijk deel van de aanhangers van het regime – die onrustig worden; ze vragen de regering om een einde te maken aan het ‘gebrek aan respect voor de islam en moslims’. In oktober schokte bovendien een nieuw incident de wereld: de dood van Armita Geravand. Volgens omstaanders hadden Geravand en haar vriendinnen ruzie met een ‘hoofddoek-agent’ in de metro van Teheran en viel de agent haar aan, met fataal hoofdletsel en hersenletsel als gevolg.
Maanden voor Armita's dood waren er al tekenen van escalerend geweld tegen vrouwen die weigerden een hijab te dragen. Zo viel een man die beschouwd werd als lid van de Basij-groep een moeder en dochter aan in een zuivelwinkel omdat ze geen hijab droegen. Later ging er nog een video viral waarop dezelfde man vrouwen in een bus verbaal mishandelt op een soortgelijke manier.
Het regime, dat duidelijk tussen twee vuren zat, moest de burgerlijke ongehoorzaamheid van Iraanse vrouwen de kop indrukken voor de spanning tussen de oppositie en de religieuze hardliners zou overkoken. Eerst was er in het islamitische parlement van Iran sprake van een wetsvoorstel om deze vrouwen op een zogenaamde ‘intelligente manier’ enorme boetes op te leggen en hun de toegang tot het mobiele netwerk, internet en andere overheidsdiensten te blokkeren.
Het ministerie van Wetenschap, Onderzoek en Technologie kondigde aan dat de toegang tot onderwijs en universiteitsvoorzieningen in het hele land zou worden geweigerd aan vrouwen die geen hoofddoek dragen
Later, na de Iraanse nieuwjaarsvakantie, kondigden het ministerie van Wetenschap, Onderzoek en Technologie – verantwoordelijk voor de universiteiten in Iran – en het ministerie van Onderwijs aan dat de toegang tot onderwijs en de universiteitsvoorzieningen in het hele land zou worden geweigerd aan vrouwen die geen hoofddoek dragen. Dit betekende dat honderden studenten en universiteitsprofessoren er werden weggestuurd.
Daar bleef het niet bij. Iraanse nieuwszenders deelden videobeelden van vrouwen die de toegang werd ontzegd tot onder meer de luchthaven in Shiraz, tenzij ze akkoord gingen met het dragen van een hoofddoek. Ook werden er affiches opgehangen in metrostations in het hele land met de boodschap dat vrouwen die zich niet aan de kledingvoorschriften houden de toegang tot het openbaar vervoer wordt ontzegd. Tegelijk werden er extra politieagenten in de metrostations gestationeerd om de nieuwe regels te handhaven.
Al deze discriminerende acties gingen vooraf aan Khamenei's toespraak waarin hij de mensen die de hijab niet respecteren veroordeelt en het een ‘religieuze en politieke verboden handeling’ noemt. Vóór hem waarschuwden vele andere religieuze figuren zoals Ahmad Alamolhoda – de door Khamenei benoemde religieuze leider van Mashad – vrouwen voor 'de dag dat het geduld van de religieuze groepen opraakt', en vroegen ze die groepen om actie te ondernemen om 'de Islam te beschermen'. Een duidelijke aanmoediging van geweld tegen vrouwen die zich niet aan de kledingvoorschriften houden. Het laatste slachtoffer van dergelijk geweld is Roya Heshmati, die werd veroordeeld tot 74 zweepslagen omdat ze in het openbaar geen hijab droeg en een foto daarvan deelde op sociale media. Heshmati werd op 3 januari op last van de rechtbank gegeseld.
Deze hoofddoek-apartheid is de nieuwste misdaad tegen de menselijkheid door het Iraanse regime. Dat stelt ook VN-rapporteur voor Iran Javid Rahman in zijn laatste rapport over de situatie van de mensenrechten in Iran. Alsof het systematisch martelen, verkrachten en executeren van demonstranten nog niet genoeg is, ontnemen Khamenei en zijn handlangers hen ook hun burgerrechten, enkel en alleen op basis van hun kleding. Dit is een nieuw dieptepunt voor het regime en al zijn aanhangers. Zeer teleurstellend is dan ook de terughoudendheid van de Europese Unie om dit regime en zijn knokploegen, zoals de IRGC en de Basij, op de terrorismelijst te zetten.
In plaats van op te komen voor de rechten van de Iraniërs, hebben de VS Iran onlangs voorzien van miljarden dollars aan bevroren tegoeden. Terwijl het Iraanse regime de ene misdaad tegen de menselijkheid na de andere begaat, geweld pleegt tegen vrouwen die geen hoofddoek willen dragen, en hen hun burgerrechten ontneemt, lijkt het Westen te geloven dat ze met de ayatollahs kunnen onderhandelen. Zo hopen ze te voorkomen dat Iran de wereld zal gijzelen met hun kernwapenprogramma. IJdele hoop, die de wereld duur zal komen te staan.
Over de auteur:
Ali Arkani werkt sinds 2017 als onafhankelijk journalist. Zijn focus ligt bij de entertainmentsector. Daarnaast schrijft hij over maatschappelijke en politieke onderwerpen, waaronder de rol van vrouwen in de Iraanse en internationale film. Daarbij werkte hij onder meer samen met het filmfestival MOOOV.