In Iran wordt geschiedenis geschreven: een terugblik op drie decennia burgerprotest

De wijdverbreide protesten in Iran zijn de afgelopen weken aanhoudend in de media. Mahsa Amini's naam passeert gestaag de 300 miljoen hashtags op sociale media, en wordt ook wel de meest populaire hashtag in de geschiedenis van internet genoemd. Hoe komt het dat in het land met het op één na hoogste executiecijfer ter wereld, na China, de dood van een jong meisje zo'n wijdverbreide verontwaardiging veroorzaakt? Is het gewoon weer een tijdelijk protest of gaat het hier om een grootschalige revolutie? Voor een antwoord op deze en andere vragen moeten we een blik werpen op de recente geschiedenis van burgeropstanden in Iran.

De protesten in Iran moeten namelijk niet afzonderlijk worden bestudeerd. Elk groot protest in de afgelopen drie decennia had een blijvend effect op de situatie van de oppositie in het land. Het eerste grote protest onder leiding van de jongeren waren de studentenprotesten van de universiteit van juli 1999. De studenten protesteerden tegen de nieuwe wetten die de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid ernstig beperkten. Aangezien de inlichtingendienst van het regime het brein was achter de nieuwe wetten, vroegen de studenten de hoogste leider van het land om in te grijpen. 

Die leider - ayatollah Ali Khamenei - heeft de ultieme politieke macht in Iran. Die macht reikt zo ver dat soms, wanneer Khamenei iets zegt in een openbare toespraak, het Iraanse parlement het als een wet aanneemt. Daarom scandeerden de studenten tijdens de protesten van juli 1999: "Seyed Ali [de naam van de leider, red.], excuseer ons, maar het is tijd dat u naast ons staat." De protesten werden neergeslagen door veiligheidstroepen en leidden tot de zogenoemde Kuye Daneshgah-ramp waarbij meer dan zeventig studenten verdwenen. 

In 2019, toen de gasprijs 's nachts en zonder voorafgaande waarschuwing verdrievoudigde, overspoelden woedende menigten de straten, plunderden warenhuizen en scandeerden 'weg met Khamenei'

Teleurgesteld in de leider, wendde de jeugd zich tot de president voor verandering. In 2009 stemden veel mensen voor Mir-Hossein Mousavi als president, omdat hij fundamentele politieke veranderingen beloofde. Helaas vielen de officiële resultaten van de verkiezingen in het voordeel van Mousavi's rivaal. Dat leidde tot protesten bij de Iraanse presidentsverkiezingen van 2009, de meest wijdverbreide en gewelddadige openbare protesten in Iran na de Islamitische Revolutie. Zoals gewoonlijk drukte het regime de demonstraties met geweld de kop in. 

Hoewel het vervolgens bijna tien jaar stil bleef in het land, had de meerderheid van de bevolking hun lesje geleerd. Ze realiseerden zich dat de corrupte politieke structuur van het regime elke vorm van geleidelijke of juridische verandering ten gunste van het volk verhindert, zolang een fanatieke dictator als Khamenei aan de macht bleef als leider. Die conclusie leidde de afgelopen jaren tot meer protest. In 2019, toen de gasprijs 's nachts en zonder voorafgaande waarschuwing verdrievoudigde, overspoelden woedende menigten de straten, plunderden warenhuizen en scandeerden 'weg met Khamenei'. De protesten leidden tot het bloedbad van Bloody November, waarbij na een landelijke beperking van de toegang tot internet, in één week tijd naar schatting 1.500 mensen door het regime werden vermoord. De opstand die uitmondde in Bloody Aban [zoals het bloedbad genoemd werd op basis van de Perzische kalender, red.] was een bewijs van de woede van de mensen tegenover het regime.

Het afbrokkelen van de propagandamachine

De raketaanval op vlucht 752 door de Islamitische Revolutionaire Garde in 2020 was een andere tragische gebeurtenis die de macht van de propagandamachine van het regime teniet deed. Drie dagen lang zette het regime alle mogelijke media in om de piloten en een technisch defect de schuld te geven van de vliegtuigcrash. Dit terwijl de meeste westerse media al bewijs hadden geleverd van een raketinslag. Op de derde dag nam de Islamitische Revolutionaire Garde officieel de verantwoordelijkheid voor de aanval op zich en noemde het een 'menselijke fout'. 

De Iraanse bevolking bereikte geleidelijk aan het punt dat men een radicale machtsverschuiving eiste, een revolutie. De dood van Mahsa Amini was de druppel die de emmer deed overlopen

Met alle hierboven beschreven ervaringen en de aangetoonde misdaden en leugens van het regime tijdens Bloody November, en na het neerschieten van vlucht 752, bereikte de bevolking van Iran collectief het punt waarop ze elk vertrouwen in de regering en het regime waren verloren. De bevolking van Iran gaf alle hoop op verandering via vreedzame en politieke weg op. Dat bleek ook uit de presidentsverkiezingen van 2021, waar slechts 48,5% van de stemgerechtigde bevolking daadwerkelijk ging stemmen: de laagste opkomst ooit in de geschiedenis van de Islamitische Republiek. Dit was een alarmerend signaal, maar Khamenei weigerde dat te erkennen. Hij noemde de verkiezingen 'een van de meest glorieuze verkiezingen in de geschiedenis van Iran'. 

Zoals blijkt uit deze korte geschiedenis van protesten in Iran, kwamen de mensen geleidelijk aan op het punt dat men een radicale machtsverschuiving eiste, een revolutie. De dood van Mahsa Amini was de druppel die de emmer deed overlopen. Hoewel Amini werd vermoord door de zedenpolitie die de verplichting op het dragen van de hijab handhaaft, scandeerden de demonstranten nooit 'dood aan de moraalpolitie'. Ze begonnen hun protesten direct met 'weg met de Islamitische Republiek'. Ze vroegen niet om een wijziging van het huidige dresscode-beleid, ze vroegen om een verandering van regime. De mensen wachtten ook niet op de media om Mahsa's doodsoorzaak te onderzoeken of op een officieel forensisch rapport. Het incident met vlucht 752 bewees hen dat geen enkel woord dat uit de propagandamachine van het regime komt, te vertrouwen is. 

Een revolutie, een feministische beweging of gewoon weer een protest? 

Door de geschiedenis van de protesten in Iran als puzzelstukjes samen te voegen, wordt duidelijk dat wat er momenteel in Iran gebeurt niet zomaar een protest is. Al bijna een maand staan mensen op straat. Dit is het meest langdurige en voortdurende protest in de geschiedenis van het islamitische regime. De eerste weken vonden de protesten enkel 's nachts plaats, maar nu is het een 24/7 straatoorlog tegen het regime. Niet alleen universiteitsstudenten en jongvolwassenen hebben zich bij de strijd aangesloten, maar ook middelbare scholieren steunen de strijd door 'weg met Khamenei' te zingen op scholen en op straat. Veel winkeliers zijn in staking gegaan. De afgelopen dagen zijn zelfs de werknemers van de petrochemische sector, de economische ruggengraat van het regime, in staking gegaan. 

De afgelopen dagen zijn zelfs de werknemers van de petrochemische sector, de economische ruggengraat van het regime, in staking gegaan

Aan de andere kant heeft het regime inmiddels al zijn kaarten uitgespeeld: het enscèneren van nutteloze demonstraties om steun te betuigen aan de leider en het regime, het inzetten van de media om te doen alsof er niets aan de hand is en de situatie onder controle is, het veranderen van de straten van steden als Zahedan en Sanandaj in oorlogsgebieden en het doden van ongewapende demonstranten… geen van deze strategieën slaagde erin om de protesten te doen stoppen. Wat we in Iran meemaken, is niet enkel een feministisch protest dat verandering wil, het is een totale revolutie, voornamelijk geleid door vrouwen. 

Het is meer dan een feministische beweging omdat Iraanse demonstranten in hun protestslogans spreken over het omverwerpen van het regime en niet over gelijke rechten voor vrouwen. Niemand in Iran zingt 'mijn lichaam, mijn keuze'. Ze zingen 'Vrouw, leven, vrijheid'. Dat komt omdat het volk van Iran niet eens enkele van de zeer fundamentele vrijheden heeft, zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst of vrijheid van informatie. Niemand praat over gelijke rechten aan die van mannen op basis van de huidige wetten, want gelijkheid in de onvrijheid betekent nog steeds geen vrijheid. Hoewel mannen in Iran wel degelijk meer vrijheid hebben, moeten ze zich nog steeds houden aan de onrechtvaardige wetten van het regime. Om daar een einde aan te maken, willen de mensen in Iran een regimewisseling, en betere rechtsstelsels die de belangen van de mensen kunnen beschermen en niet de belangen van het regime. De enige manier om die droom waar te maken is door middel van een revolutie. Deze keer zijn vrouwen de leiders van de revolutie, als de meest onderdrukte groep in een religieuze samenleving. Om een lang verhaal kort te maken, het volk van Iran wil vrijheid en vrijheid gaat verder dan geslacht of overtuigingen. 

Wat kan België doen? 

Als hoofdstad van de Europese Unie speelt België een belangrijke rol in de politieke expressie. De EU heeft het gebruik van geweld door het Iraanse regime al veroordeeld en heeft zelfs een resolutie aangenomen waarin zij de demonstranten in Iran steunt. In België betuigden enkele politici zoals N-VA-parlementslid Darya Safai, minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib en Open VLD-parlementslid Goedele Liekens hun steun door in het parlement hun haar te knippen. Hoewel dergelijke steunbetuigingen worden toegejuicht, werkt de Belgische regering helaas in de schaduw ten gunste van het islamitisch regime. 

Als België doorgaat met de gevangenruil, geeft het een duidelijk signaal aan het islamitisch regime in Iran dat het weg kan komen met terrorisme in Europa door zijn burgers te gijzelen. Het eerste wat België moet doen, is dus uit deze deal stappen

De beruchte deal voor de overdracht van gevangenen tussen de twee regeringen stelt de Belgische autoriteiten in staat om Asadollah Asadi - de Iraanse terrorist die een mislukte bomaanslag in Parijs orkestreerde - terug te brengen in de warme omhelzing van zijn leidinggevenden in Teheran. Asadi, die zijn straf van 20 jaar in België uitzit, is nooit in beroep gegaan tegen zijn straf, vermoedelijk omdat  hij wist dat het regime in Iran de Belgische autoriteiten op de een of andere manier tot een deal zou dwingen. Het Iraanse regime houdt momenteel veel buitenlanders gegijzeld, waaronder een Belg. Het regime heeft dit scenario van gijzeling de afgelopen vier decennia herhaaldelijk gebruikt, met als meest recente de Iraans-Amerikaanse journalist Jason Rezaian en de Iraans-Britse burger Nazanin Zaghari-Ratcliffe. Als België doorgaat met de deal, geeft het een duidelijk signaal aan het islamitisch regime in Iran dat het weg kan komen met terrorisme in Europa door zijn burgers te gijzelen. Het eerste wat België kan doen, is dus uit deze deal stappen. 

Er zijn nog meer manieren waarop België het volk van Iran kan helpen in hun strijd voor vrijheid. Er zijn veel Iraanse vluchtelingen in België. Helaas wordt aan de meeste van hen geen bescherming geboden door de overheid. Volgens de gegevens van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) krijgt minder dan 35% van de Iraniërs die internationale bescherming in België vragen daadwerkelijk verblijfsrecht. De regering steunt officieel de Iraanse protesten en sluit zich aan bij andere leden van de Europese Unie in het veroordelen van het Iraanse regime voor het gebruik van geweld tegen het volk. En toch noemt het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen Iran een veilig land, en wijst men asielaanvragen van mensen uit Iran af. Een herziening van het huidige beleid met betrekking tot Iraanse vluchtelingen zou dus een concrete stap kunnen zijn mensen uit Iran die vluchten voor het regime de bescherming te geven waar ze recht op hebben. 

De protesten in Iran zijn net begonnen. Het zal even duren voordat de mensen het regime omverwerpen, dit is niet zomaar een 'Midden-Oosterse lente'. Dit is een revolutie geleid door vrouwen, in een van de regio's met de grootste inperking op de rechten van vrouwen ter wereld. Dit is een strijd voor 'Leven' en 'Vrijheid', geleid door 'Vrouwen'. Deze idealen kunnen nooit vernietigd worden, zelfs niet door een dictatoriaal regime; want zoals het beroemde revolutionaire personage 'V' van Alan Moore zegt: Ideeën zijn kogelvrij. 

De bron van de afbeelding bij dit artikel is niet bekend. Het is een van de vele Iraanse protestbeelden die online circuleren, vaak van anonieme makers.



Over de auteur:

Ali Arkani werkt sinds 2017 als onafhankelijk journalist. Zijn focus ligt bij de entertainmentsector. Daarnaast schrijft hij over maatschappelijke en politieke onderwerpen, waaronder de rol van vrouwen in de Iraanse en internationale film. Daarbij werkte hij onder meer samen met het filmfestival MOOOV.