Lucht(vervuiling) wordt, net als andere ‘natuur’, sociaal geproduceerd. De kwaliteit ervan wordt beïnvloed door machtsverhoudingen, ongelijkheden en conflicten.
Onderzoekers Maarten Loopmans, Filip Marrécau en Anneleen Kenis brachten in een recent artikel de ruimtelijke ongelijkheid van luchtkwaliteit in Antwerpen in beeld. Ze tonen hoe deze sociale ongelijkheden weerspiegelt en versterkt. Eveneens bespreken ze hoe actiegroepen (de verbeelding van) deze ruimtelijke ongelijkheid al dan niet mobiliseren in hun initiatieven om luchtkwaliteit op de agenda zetten in de stad.
*
Lucht is een homogeen mengsel van gassen in de onderste lagen van de aardse atmosfeer. Het is een essentiële component van het menselijk metabolisme en dus een van de meest fundamentele voorwaarden voor menselijk leven. Medische studies benadrukken al decennia de negatieve effecten van luchtvervuiling op de menselijke gezondheid. Maar ruimtelijke en sociale ongelijkheden in luchtkwaliteit krijgen heel wat minder aandacht. Lucht wordt bestudeerd vanuit een fysisch, gezondheids- of technologisch perspectief, maar lijkt geen onderwerp voor sociale of politieke wetenschappers.
Lucht(vervuiling) wordt, net als andere ‘natuur’, sociaal geproduceerd. De kwaliteit ervan wordt beïnvloed door machtsverhoudingen, ongelijkheden en conflicten. Toch is een politieke analyse van lucht(vervuiling) geen evidentie. Andere metabolische processen als water(vervuiling) of voedsel(afval) zijn het object van expliciete politieke, collectieve besluitvorming. Ze vereisen intense planning en coördinatie. Water moet naar consumenten worden geleid via pijpleidingen, riolen voeren het afvalwater af. De distributie van voedsel en voedselafval vereist grote en complexe infrastructuurwerken, van conservenfabrieken over transportroutes tot koelinstallaties. Lucht is echter nooit zelf een object van (ruimtelijke) planning. Luchtvervuiling treedt meestal op als een externaliteit van andere (ruimtelijk geplande) stedelijke metabolische processen zoals wegeninfrastructuur, landbouwbeleid, de planning en regulering van industriezones. Het belang en de effecten van luchtvervuiling wordt pas na de feiten (h) erkend.
Ook het onzichtbare en ontastbare karakter van lucht(vervuiling) maken van lucht een weinig populair politiek thema. De samenstelling van lucht, de polluenten die het bevat, en hun effecten op de menselijke gezondheid, blijven grotendeels onzichtbaar voor het blote oog. De ongelijke machtsverhoudingen die in de lucht zijn ingeschreven en die de ruimtelijke verdeling van ‘goede’ en ‘slechte’ lucht bepalen zijn dan ook moeilijk leesbaar. Om luchtkwaliteit tot een politiek strijdpunt te verheffen is een stevige vertaalslag nodig. Dat maakt de politisering van luchtkwaliteit een interessant onderwerp van onderzoek.
Wij en Zij
Zonder passie is er geen beweging. Passie veronderstelt collectieve identificatie. Collectieve identificatie veronderstelt een ‘wij’ en een ‘zij’. Met andere woorden: zonder conflict is er geen beweging. Zonder ‘wij’ en ‘zij’ is er geen politisering. Individuen moeten zichzelf tot een collectieve actor omvormen. Gemeenschappelijke belangen worden gedefinieerd, onderling vertrouwen wordt versterkt. Een collectieve identiteit verbeeldt de belangen die mensen met elkaar delen en die ze via de beweging verdedigen; bij voorkeur mobiliseert deze identiteit ook het onderlinge vertrouwen nodig om zich in te zetten voor en met elkaar. Een beweging die een sterke identiteit weet te vormen, kan haar leden motiveren tot een grote inzet voor het collectief.
Zo’n identiteit is niet kant en klaar voor handen. Ze wordt gecreëerd doorheen de bijeenkomsten, activiteiten en acties van de beweging en is het resultaat van zowel bewuste als onbewuste keuzes en vertaaloefeningen. Tijdens de ontwikkeling van een politiek conflict worden stukjes beelden en verhalen in elkaar gepuzzeld tot een min of meer samenhangend discours. Tegelijk wordt dat discours verspreid binnen de samenleving, in de hoop meer mensen achter zich te krijgen om de beweging te versterken.
Nu is er geen ‘wij’ zonder een ‘zij’. Elke poging om individuen samen te smeden tot een ‘wij’, veronderstelt de (bewuste of onbewuste) definitie van een ‘zij’, een tegenstander of doelwit van mobilisatie. Een expliciet benoemde en identificeerbare tegenstander maakt de strijd niet alleen tastbaarder, de strategieën en acties van de tegenstander zijn ook vaak een trigger voor extra bewegingsenergie, ze lokken tegenreacties uit.
Een sterke politisering is cruciaal: voor- en tegenstanders worden gedwongen zich te uiten, hun argumenten aan te scherpen en te delen. Politisering is een uitdaging voor elke sociale beweging. Het strijddoel moet op de politieke agenda worden gezet, het moet het onderwerp worden van publiek debat. Met een ontastbaar en onzichtbaar thema als luchtvervuiling staan bewegingen voor een extra uitdaging. Hoe smeed je een ‘wij’ en een ‘zij’ rond iets ontastbaars als luchtvervuiling? Hoe maak je belangen zichtbaar als je onderwerp van strijd zelf onzichtbaar is?
Enkele antwoorden op deze vragen en de verdere conclusies van dit boeiende onderzoek – dat uiteraard ook relevant is voor andere vormen van sociale strijd – kan je nalezen in het artikel dat gepubliceerd werd in het Agora Magazine. Klik hier om de pdf te downloaden.