Naar antiracistische, feministische kritiek en perspectieven via het kruispuntdenken.

Met deze visie- en missietekst willen we jullie het nieuwste Kif Kif-dossier voorstellen dat de titel Gender & Diversiteit heeft meegekregen. Heb je zin om mee te werken aan dit dossier? schrijf je dan in voor het vormingstraject dat dit najaar plaatsvindt!
Naar antiracistische, feministische kritiek en perspect

De ideeën van Kif Kif over superdiversiteit sluiten nauw aan bij onze opvattingen over het analyseren en het tegengaan van discriminatie die zich veelal via kruisende assen manifesteert

 

In samenwerking met ella vzw, kenniscentrum gender & etniciteit

 

Met deze visie- en missietekst willen we jullie het nieuwste Kif Kif-dossier voorstellen dat de titel Gender & Diversiteit heeft meegekregen. We komen later nog terug op de meergelaagdheid van deze titel, maar we willen eerst aangeven dat we met dit Gender & Diversiteit-project van start gaan, omdat we menen dat er momenteel maar een beperkt aanbod is aan feministisch-multiculturele projecten en dossiers in België. Daarom is een journalistiek en educatief project dat ook de stemmen van jongeren van etnisch-culturele minderheden, en van jonge vrouwen in het bijzonder, aan bod laat komen volgens ons broodnodig.

We willen met dit dossier overigens niet alleen bijdragen aan de huidige maatschappelijke discussies over gender- en diversiteitskwesties, maar we vertrekken in dit dossier ook expliciet vanuit een kruispuntperspectief dat deze kwesties samen kan nemen en analyseren.

Het Belgische gender- en diversiteitsdebat

Hoewel we net stelden dat het aanbod wat feministische en multiculturele dossiers en projecten betreft redelijk beperkt is, worden er niettemin in België enorm veel debatten gevoerd over gender, diversiteit, vrouwenrechten en de maatschappelijke positie van etnisch-culturele minderheden. Denk maar aan de discussies over het verbod op levensbeschouwelijke tekens in het gemeenschapsonderwijs en aan gemeentelijke loketten – een verbod dat voornamelijk meisjes en vrouwen met een specifieke religieuze en etnisch-culturele identiteit treft. Ook de wegstemming van het hoofddoekenverbod door de Gentse gemeenteraad in mei 2013 naar aanleiding van een lokaal burgerinitiatief deed de gemoederen oplaaien: voor- en tegenstanders deden hun argumenten voor de zoveelste keer uit de doeken in kranten, nieuwsprogramma’s en op online fora.

Een ander voorbeeld is de media-aandacht voor de provocatieve acties van FEMEN. Aandacht die vertaald wordt naar soms lovende en dan weer kritische opiniestukken en reportages over de protestacties en de boodschap van deze van oorsprong Oekraïense zelfverklaarde feministische beweging, die vandaag de dag ook actiegroepen in Brussel, Amsterdam, Parijs en andere Europese steden heeft.

Verder waren er het afgelopen jaar ook heel wat discussies over de problematiek van seksisme op straat naar aanleiding van de documentaire Femme de la rue van reportagemaakster Sofie Peeters. Ook ontstond er aandacht voor homofoob geweld op straat als reactie op de reportage Homme de la rue, die werd uitgezonden in het discussieprogramma VOLT op Eén.

De media schenken met andere woorden toch best wel wat aandacht aan kwesties die wijzen op de achterstelling van vrouwen, etnisch-culturele minderheden en holebi’s. Bovendien is het positief dat journalisten, opiniemakers en politici een debat willen aangaan over deze kwesties, en durven vragen of bepaalde acties al dan niet als feministisch en/of multicultureel gelabeld kunnen worden. Het belang van gender en diversiteit gaat dus blijkbaar niet aan onze opiniemakers, politici en beleidsmakers voorbij. Maar de manier waarop de debatten gevoerd worden, en de gelimiteerde focus van deze debatten, zijn enorm problematisch.

Deze ogenschijnlijk positieve evolutie kent namelijk ook enkele keerzijdes. Doordat thema’s als gender en etniciteit enkel aandacht krijgen als er ook wat sensatie bij komt kijken (denk maar aan de FEMEN-vrouwen die in ontbloot bovenlijf protesteren, luide protestacties van gesluierde meisjes, of homo’s die in elkaar geslagen worden, …), worden deze kwesties tot makkelijk verteerbaar discussievoer herleid. Zo wordt er uiteraard voorbijgegaan aan de kern van de zaak, en dat is het eerste nadeel dat verbonden is aan deze zogenaamde ‘positieve’ evolutie.

Men stelt complexe thema’s dus veelal op een simplistische manier voor, waardoor de lezer, kijker of toehoorder enkel een ongenuanceerde zwart-witpositie kan innemen en vervolgens aangezet wordt om gewoon weer over te gaan tot de orde van de dag. Deze nivellerende logica heeft, samen met de toenemende populaire en polariserende tendensen in de media, heel wat invloed op hoe gender- en diversiteitskwesties in België geportretteerd worden en hoe er over deze problematiek en mogelijke interventies wordt (na)gedacht. Er is weinig plaats voor nuance, complexiteit en meergelaagdheid wanneer het over gender en diversiteit gaat, en dat is zeker zo wanneer vrouwen in het algemeen, en vrouwen en mannen van etnisch-culturele minderheden in het bijzonder, aan het woord zijn. De stemmen en verhalen van de laatste groep worden nog te vaak genegeerd in de mainstream media.

Een tweede keerzijde heeft te maken met het feit dat men door dit gebrek aan nuance uit het oog verliest dat gender- en diversiteitskwesties elkaar steeds kruisen, beïnvloeden en soms ook versterken. Gender en diversiteit worden voorgesteld als op zichzelf staande kwesties, hoewel dat in onze hedendaagse superdiverse samenleving allesbehalve het geval is. Dit betekent dat gender vaak wordt vergeten als het over etniciteit gaat (alsof etnisch-culturele minderheden enkel uit mannen bestaan) en etniciteit plots lijkt te verdwijnen als het over gender gaat (alsof alle vrouwen wit zijn, en alsof witheid niet net zo goed een identiteitscategorie is). Op die manier worden racistische en seksistische stereotypen nog eens bevestigd.(1) 

Ten slotte helpt het ook niet dat we er in België vaak van lijken uit te gaan dat de strijd voor vrouwenrechten en tegen de discriminatie van minderheden niet langer nodig is. De feministische en antiracistische strijd is in de ogen van velen overbodig geworden. Dit perspectief wordt ook wel eens ‘postmulticulturalisme’ en ‘postfeminisme’ genoemd. Deze twee termen duiden op de momenteel populaire veronderstelling dat de waarden van diversiteit, pluralisme en gelijkheid van mannen en vrouwen al genoeg verwezenlijkt zijn en nu vooral neerkomen op individuele verantwoordelijkheid om ze waar te maken. Het postfeministische en postmulticulturele credo luidt dan ook dat de tweede feministische golf van enkele decennia terug de gelijkheid van vrouwen en mannen heeft gerealiseerd, en dat etnische minderheden zich in de eerste plaats beter zouden moeten aanpassen aan de dominante cultuur en dan volgen gelijkheid en individuele kansen immers vanzelf – of zo lijkt men binnen dit paradigma toch te denken.

Doelstellingen: naar een kritische en constructieve analyse van het huidige Belgische gender- en diversiteitslandschap

Als gender- en diversiteitsexpertes en -activistes zijn we ervan overtuigd dat er op het vlak van multicultureel, feministisch en multicultureel feministisch denken nog heel wat werk aan de winkel is in België en daarbuiten. Met dit dossier, dat zich expliciet baseert op het kruispuntdenken, hebben we de volgende doeleinden voor ogen:

- We willen allereerst de hierboven beschreven pijnpunten in kaart brengen, analyseren en tegelijkertijd waardevolle alternatieven construeren;

- We willen kritische en genuanceerde analyses maken van actuele gender- en diversiteitskwesties en we focussen hierbij op de nationale context;

- We willen ruimte bieden aan complexe en kritische verhalen en stemmen die in de mainstream media te weinig worden gehoord;

- En we willen de vrijwillig(st)ers van Kif Kif en ella instrumenten aanreiken om kritisch teksten en beelden te analyseren waarbij het kruispuntperspectief als uitgangspunt wordt gehanteerd.

Terminologie: gender, diversiteit en kruispuntdenken

Maar wat bedoelen we nu precies met termen zoals gender, diversiteit en kruispuntdenken, en wat hebben ze met elkaar te maken? Deze termen vormen immers de centrale analytische concepten van dit Gender & Diversiteit-dossier. We lichten daarom kort toe wat wij onder deze begrippen verstaan, en hoe wij ze willen gebruiken als mogelijke werkinstrumenten en invalshoeken.

De sociale constructie van gender

‘Gender’ duidt niet op de biologische verschillen tussen vrouwen en mannen, maar gaat over de sociale rollen, beeldvorming en verwachtingen die ermee gepaard gaan. Gender staat dus voor de sociaal-culturele constructie van vrouwelijkheid en mannelijkheid. Volgens deze constructivistische visie zijn de verhoudingen tussen individuen en groepen in de samenleving en de dominante genderpatronen en -normen in de eerste plaats het resultaat van maatschappelijke processen en van culturele betekenisgeving. Vrouwelijkheid en mannelijkheid zijn eerder een verzameling van genderpatronen, -verwachtingen en -idealen dan natuurlijke en onveranderlijke gegevens. Deze invalshoek impliceert dat deze genderpatronen (en de maatschappij die betekenis geeft aan deze patronen) veranderd kunnen worden.

De sociale constructie van diversiteit

De term ‘diversiteit’ kan in principe naar alle verschillen tussen mensen verwijzen. Meestal omvat de term die specifieke verschillen waarop de nadruk wordt gelegd, omdat men ervan uitgaat dat deze bepalend zijn voor iemands identiteit en ervaringen. Het gaat dan veelal over iemands etniciteit, gender, seksuele voorkeur, sociaal-economische klasse, (in)validiteit en/of geloofsovertuiging. Diversiteit wordt in dit dossier niet gezien als een psychologisch concept dat verwijst naar verschillen in karakters van mensen. De bovengenoemde categorieën hebben namelijk niet enkel individuele, maar ook groepsgebonden consequenties voor iemands positie in de samenleving en de kansen die men op basis daarvan krijgt. Zo zullen de ervaringen van een witte, hoogopgeleide man die geboren en getogen is in België en die van een vanuit Turkije gemigreerde hoogopgeleide jonge vrouw die beiden een job zoeken of aan het werk zijn in België wezenlijk van elkaar verschillen. Dit ligt in het samenspel van de categorieën van gender en etniciteit, maar ook van die van seksuele oriëntatie, klasse, leeftijd, en andere categorieën.

Zowel gender als etniciteit dienen dus beschouwd te worden als maatschappelijke ordeningsprincipes. Op basis van gender en etniciteit (en andere zichtbare en minder zichtbare categorieën zoals sociale klasse, (in)validiteit, etc.) wordt onze samenleving immers op een manier geordend die vooral in het voordeel speelt van een maatschappelijke bovenlaag – en deze bovenlaag of geprivilegieerde klasse tracht steeds om de bestaande machts- en ongelijkheidsstructuren in stand te houden. Net daarom is het belangrijk dat de concepten van gender en diversiteit opgenomen worden in maatschappelijke analyses, omdat zij machtsstructuren en machtsdynamieken mee kunnen helpen blootleggen en veranderen.

De laatste jaren is er een tendens aan de gang waarbij de term diversiteit vaak vervangen wordt door ‘superdiversiteit’. Met dit concept van superdiversiteit willen onderzoekers wijzen op de nieuwe dimensies van diversiteit die zich manifesteren op alle bovengenoemde vlakken ten gevolge van de diversificatie van migratie in een geglobaliseerde wereld. Op het gebied van etniciteit, taal, cultuur en religie zien we vandaag de dag immers een versnippering aan achtergronden van etnische minderheden. Onderzoekers wijzen dan ook op de relevantie van het concept superdiversiteit in het maken van analyses en van het beleid, omdat in de praktijk diversiteit een veel complexer gegeven is dan tot nu toe werd gedacht.

In dit dossier houden wij niettemin vast aan het concept diversiteit omdat deze term volgens ons ook goed in staat is rekening te houden met de toegenomen diversificatie op het vlak van etniciteit, taal, cultuur, religie en burgerschap van de afgelopen decennia. Bovendien wordt dit begrip nog altijd het vaakst gebruikt in de media, de academische wereld, het middenveld en het beleid.

Kruispuntdenken en discoursanalyse: methodes voor multidimensionale analyses

Het kruispuntdenken, soms ook intersectioneel of caleidoscopisch denken genaamd, bekritiseert de traditionele visie van gender en diversiteit als op zichzelf staande categorieën. Het stelt ons in staat om de bovengenoemde aspecten van identiteit en ervaringen van een individu of een groep samen te denken. 

De Afro-Amerikaanse advocate en academica Kimberlé Crenshaw was eind jaren tachtig samen met de Afro-Amerikaanse organisatie Combahee River Collective één van de grondlegsters van dit kruispuntdenken. Crenshaw wilde in haar werk voornamelijk een kritisch perspectief centraal zetten dat aandacht heeft voor die specifieke sociale positioneringen, identiteitscategorieën en -structuren die elkaar kruisen en ontmoeten. Zij dacht vanuit de positie en ervaringen van zwarte vrouwen in de V.S. en wilde een beter beeld geven van hoe deze vrouwen geraakt werden door seksisme en racisme door enkele spraakmakende Amerikaanse rechtszaken te analyseren. Uit Crenshaws onderzoek bleek dat Afro-Amerikaanse (maar ook andere gekleurde) vrouwen tegelijkertijd te maken krijgen met discriminaties op basis van hun etnische identiteit en van hun vrouw-zijn. Afro-Amerikaanse vrouwen bevinden zich volgens Crenshaw dus op het kruispunt van racisme en seksisme. In Nederland werd dit kruispuntdenken opgepikt en verder ontwikkeld door de Nederlands-Surinaamse antropologe en docente vrouwenstudies Gloria Wekker.

Het kruispuntdenken heeft niet alleen aandacht voor discriminatie en onderdrukking, maar ook voor de privilege(s) die personen bezitten. Discriminatie, achterstelling, onderdrukking en uitsluiting op basis van identiteitscategorieën waartoe de samenleving je rekent, nemen verschillende vormen aan naargelang tijd en plaats. Hetzelfde geldt voor de privileges die je bezit op basis van de maatschappelijke hokjes waarin je wordt geplaatst. Waar de één wordt gediscrimineerd, kan de ander dus bevoordeeld en geprivilegieerd worden.

Het samenspel van achterstelling en privileges kan dus met andere woorden in het dagelijks leven heel complex zijn. Iemand kan bijvoorbeeld in de ene situatie bevoordeeld worden (door zijn witheid) en tegelijkertijd toch maatschappelijk nadeel ondervinden (door man en homoseksueel te zijn). In een andere situatie kan deze persoon door het samenspel van de elementen van witheid, mannelijkheid en homoseksualiteit juist enorm veel privileges bezitten. Een ander voorbeeld: als vrouwen structureel worden achtergesteld op de arbeidsmarkt of worden gepusht in de richting van deeltijds werk om de combinatie van arbeid en zorg mogelijk te maken, dan betekent dit dat mannen (zij het niet alle mannen) daar een structureel voordeel bij hebben, in de eerste plaats op financieel vlak. En zo hebben witte huurders alle belang bij het feit dat leden van etnisch-culturele minderheden vaak worden gediscrimineerd op de huurmarkt. En als een lesbisch koppel met een donkere huidskleur veel moeite heeft om een huurhuis te vinden of een kindje te adopteren, dan kunnen er meerdere vormen van uitsluiting in het spel zijn die enkel samen geanalyseerd kunnen worden.

Als we het over privileges hebben, mogen we niet vergeten dat witheid en heteroseksualiteit de voornaamste privileges zijn in onze Belgische samenleving. Maar omdat ze in hoge mate worden ervaren als ‘natuurlijk’ en ‘neutraal’, en bijgevolg als de norm geaccepteerd worden, is het voor veel mensen moeilijk om ze te zien in termen van privileges en als structurele voordelen ten opzichte van anderen. Zo zijn de arbeidsmarkt en woningmarkt voor de hand liggende voorbeelden van hoe personen met een witte huidskleur en van een hogere sociale klasse bevoordeeld worden.

Maar denk bijvoorbeeld ook aan het feit dat de mainstream media en geschiedschrijving ons vooral het perspectief en de ervaringen van de witte middenklasse meerderheid bieden. Journalistiek en geschiedschrijving zijn nooit neutrale bezigheden, maar zijn net discursieve praktijken die beoefend worden vanuit de posities en perspectieven van de schrijvers. Wat wil het bijvoorbeeld zeggen wanneer de koloniale geschiedenis van België tijdens de geschiedenislessen wordt behandeld als niet meer dan een bijzaak of voetnoot? Welke betekenis zit er achter het feit dat de wereld van vrouwen bijvoorbeeld nauwelijks als een relevant onderdeel van de geschiedenis wordt beschouwd? Door deze discursieve praktijken ontstaan het dominante discours dat het kolonialisme ver achter ons ligt, en dat vrouwen geen belangrijke actoren waren (en zijn) in de wereldgeschiedenis.

Een kritische discoursanalyse maakt het echter mogelijk om dat wat ‘normaal’ lijkt in vraag te stellen en aan te tonen dat er ook andere mogelijkheden zijn. Overigens zijn niet alleen witheid en mannelijkheid maar ook heteroseksualiteit geconstrueerd tot ‘natuurlijke’ normen, waardoor niet-heteroseksualiteit soms als onnatuurlijk en abnormaal of zelfs als verderfelijk gezien wordt.

Wij zijn er tot slot van overtuigd dat het kruispuntdenken en de methode van discoursanalyse, zoals ze hierboven omschreven worden, ons kritische en constructieve invalshoeken kunnen bieden om actuele gender- en diversiteitskwesties te bekijken, te analyseren en te bediscussiëren. Macht, ongelijkheid en privileges zijn hierbij telkens de sleutelwoorden.
Gender & Diversiteit. Een kritisch journalistiek en educatief project

Dit project, dat het eerder omschreven kruispuntperspectief centraal zet, zou tot slot niets waard zijn als het geen plaats zou geven aan de vaak ongehoorde stemmen van bepaalde bevolkingsgroepen in dit land. Vandaar dat we denken dat een project zoals dit het beste gedragen kan worden door een organisatie als Kif Kif, die zich niet alleen inzet voor gelijkheid en tegen racisme, maar daarnaast ook via journalistieke, educatieve initiatieven en vormingen jongeren de kans geeft om deel te nemen aan maatschappelijke debatten. Daarnaast sluiten de ideeën van Kif Kif over superdiversiteit nauw aan bij onze opvattingen over het analyseren en het tegengaan van discriminatie die zich veelal via kruisende assen manifesteert; assen die ons tonen dat diversiteit een veel complexer gegeven is dan vaak wordt voorgesteld.

De focus op participatie en emancipatie staat centraal in dit project: hoewel we initieel zelf een aantal opiniestukken, interviews en artikels zullen publiceren waarin we de doelstellingen en de inhoudelijke accenten van dit dossier verder kenbaar zullen maken, willen we met dit Gender & Diversiteit-project vooral jongeren stimuleren en aanzetten om hun eigen stem te zoeken en te articuleren als het op gender en diversiteit aankomt. Vandaar dat dit project niet alleen uit een online raadpleegbaar dossier van artikels, kritische interviews, analyses en getuigenissen zal bestaan. Het project omvat ook een journalistieke en feministische vorming voor vrijwillig(st)ers, waarna deze vrijwillig(st)ers zelf als schrijfster/schrijver voor dit dossier aan de slag kunnen gaan.

Deze visie- en missietekst eindigt tot slot met een leeslijst, zodat de reeds actieve Kif Kif- vrijwillig(st)ers, potentiële vrijwillig(st)ers en alle andere geïnteresseerden zelf al meteen kennis kunnen maken met het feministische kruispuntdenken.

Dit vanuit de feministische gedachte dat beter inzicht in en bewustwording van dynamieken van uitsluiting en privilege kan leiden tot verzet tegen ongelijkheid en verandering. We zijn er immers van overtuigd dat de analyses en inzichten die het kruispuntdenken ons biedt ons veel te vertellen hebben over de context waarin wij leven, en ons bovendien de nodige handvaten kunnen geven om deze context radicaal te analyseren, opnieuw te verbeelden en ten goede te veranderen.

Leeslijst

De volgende leestips zijn handig onderverdeeld in de categorieën van basisteksten, verzamelingen van documentatiecentra, academische werken en artikels, en meer populair-wetenschappelijke werken, zodat de lezer zelf haar/zijn weg kan zoeken in het feministisch-multiculturele denken, en in het kruispuntdenken in het bijzonder.

Basisteksten

Botman, J., Jouwe, N., en Wekker, G. (Red.) (2001). Caleidoscopische Visies: de Zwarte, Migranten- en Vluchtelingenvrouwenbeweging in Nederland. Amsterdam: KIT.

In dit boek over zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen in Nederland toont men hoe een intersectioneel of caleidoscopisch perspectief de analyses van de situaties waarin deze vrouwen zich bevinden, helderder maakt.

Collins, P. H. (2009). Black Feminist Thought: Knowledge, Consciousness, and the Politics of Empowerment. New York: Routledge. (Original work published in 1990).

In dit boek legt de Afro-Amerikaanse feministe Patricia Hill Collins de basisprincipes van black feminism uit, en toont ze hoe zwarte vrouwen in de V.S. steeds onderdrukt zijn geweest op vlak van hun gender, klasse, etniciteit en seksualiteit via kruisende, elkaar co-construerende machtssystemen.

Combahee River Collective (1982). A Black Feminist Statement. In C. Moraga & G. Anzaldúa (Eds.), This Bridge Called My Back. Writings by Radical Women of Color. (pp. 210-218). Berkeley, CA: Third Woman Press. (Original work published in 1977).

Het Combahee River Collective was een activistische groep van zwarte lesbische vrouwen uit de V.S. die in de jaren ’80 voor het eerst een kruispuntdenken ontwikkelden en tegelijkertijd mee aan de grondslag lagen van het Amerikaanse black feminism, waarin het kruispuntdenken van meet af aan centraal stond. In dit beroemde document articuleren deze vrouwen hoe ze in de V.S. tegelijkertijd gediscrimineerd werden op vlak van hun gender, etniciteit, klasse en seksualiteit. Met dit statement wilden ze anderen bewustmaken van hun situatie en tonen dat de analyse van discriminatie en privileges moet gebeuren vanuit een intersectioneel perspectief, om zo de complexiteit van maatschappelijke hiërarchieën beter te begrijpen.

Crenshaw, K. (1989). Demarginalizing the Intersection of Race and Sex: A Black Feminist Critique of Antidiscrimination Doctrine, Feminist Theory and Antiracist Politics. The University of Chicago Legal Forum, 1989,139-67.

De Afro-Amerikaanse feministe, advocate en academica Kimberlé Crenshaw was de eerste die het concept van intersectionaliteit (intersectionality) formuleerde en vanuit de Amerikaanse rechtstheorie onderzoek deed naar hoe zwarte vrouwen op een erg specifieke wijze gediscrimineerd werden. In deze tekst, die niet alleen het begin vormde van het intersectionele of kruispuntdenken en feminist legal theory, en ook centraal stond in black feminism, onderzoekt Crenshaw op een erg duidelijke wijze de problemen waar zwarte vrouwen, omwille van de combinatie en de kruising van hun gender en etniciteit, mee kampen door enkele opvallende Amerikaanse rechtszaken te analyseren.

Crenshaw, K. (1991). Mapping the Margins: Intersectionality, Identity Politics, and Violence against Women of Color. Stanford Law Review, 43 (6), 1241-1299.

Dit is een vervolg op Crenshaws eerdere tekst uit ’89. In dit artikel onderzoekt ze vanuit haar intersectioneel perspectief de kruisingen tussen de gegenderde en raciale dimensies van geweld op zwarte en gekleurde vrouwen. Daarnaast breidt ze in dit artikel haar vroegere concept van intersectionaliteit uit naar structurele, politieke en representationele intersectionaliteit.

Davis, K. (2008). Intersectionality as Buzzword: A Sociology of Science Perspective on What Makes a Feminist Theory Successful. Feminist Theory, 9 (1),67-85.

In deze verhelderende tekst legt deze Britse onderzoekster in genderstudies uit waarom het concept intersectionaliteit zo’n populair concept is geworden binnen de feministische theorie, en geeft ze tegelijkertijd een interessant overzicht van de evolutie die het concept heeft ondergaan.

hooks, b. (1984). Feminist Theory from margin to center. Boston: South End Press.

In dit boek roept deze bekende Afro-Amerikaanse feministe en schrijfster op om de feministische strijd aan te gaan tegen het Amerikaanse blanke, kapitalistische patriarchaat. hooks gaat in haar scherpe en radicale feministische analyses steeds uit van een intersectioneel denken.

Lorde, A. (2009). I Am Your Sister: Collected and Unpublished Writings of Audre Lorde. Edited by R. P. Byrd, J. Betsch Cole, and B. Guy-Sheftall. Oxford – New York: Oxford University Press.

Dit boek van de zwarte Amerikaanse schrijfster en mensenrechtenactiviste Audre Lorde geeft een mooi overzicht van haar teksten, gedichten en speeches waarin ze haar ervaringen als zwarte vrouw uit de doeken doet, en haar intersectionele theorie ontvouwt.


Verzamelingen van documentatiecentra en feministische bewegingen

De collectie over racisme en kruispuntdenken van Amazone, ondersteuningsstructuur voor de Belgische vrouwenbeweging en het resource centrum voor de gelijkheid v/m: http://amazonedocu.wordpress.com/2013/03/21/publicaties-over-racisme-in….

De collectie van Atria, Nederlands kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, over racisme en kruispuntdenken: http://www.aletta.nu/aletta/nl/nieuws/nieuwsoverzicht/_pid/column2_1/_r….

De informatieve website van ella vzw, kenniscentrum gender en etniciteit: http://www.ellavzw.be/.

RoSadoc over het zwarte feminisme en de invloed van deze beweging op het kruispuntdenken: http://www.rosadoc.be/joomla/index.php/het_geheugen/het_geheugen_in_the….

De brochure van de feministische beweging het Vrouwen Overleg Komitee, waarin ze hun visie op feminisme en multiculturaliteit duiden: http://www.vrouwendag.be/images/stories/multiculturaliteit.pdf.


Academische werken en artikels

Butler, J. (2006). Gender Trouble: Feminism and the Subversion of Identity. With an introduction by the author. New York – London: Routledge. (Original work published in 1990).

Gender Trouble, het boek van de Amerikaanse feministische en queer filosofe Judith Butler, dat vanwege z’n filosofische complexiteit tegelijkertijd zowat het meest geliefde en gehate boek binnen de feministische theorie moet zijn, is vooral bekend vanwege Butlers vernieuwende genderperformativiteitstheorie. Maar Gender Trouble toont ook aan dat Butlers feminisme – ook al is ze niet zo tuk op identiteitscategorieën en identiteitspolitiek – van begin af aan intersectioneel van aard was.

Coene, G. & Longman, C. (Red.) (2005). Eigen Emancipatie Eerst? Over de Rechten en Representatie van Vrouwen in een Multiculturele Samenleving. Gent: Academica Press.

In dit boek worden de dominante en populaire vertogen over de zogenaamde clash tussen het feminisme en het multiculturalisme met oog voor de echte ervaringen van vrouwen van etnisch-culturele minderheidsgroepen besproken en ontkracht.

Kimmel, M. S. & Ferber, A. L. (Eds.) (2009). Privilege: A Reader. Boulder, CO.: Westview Press.

In dit werk wordt er een interessante blik gegeven op het concept privilege en wat het in de V.S. betekent. Boeiend is dat de auteurs van deze verschillende essays oog hebben voor de multidimensionale kant van het concept privilege, en weergeven hoe sociaal-maatschappelijke privileges verweven zijn met gender, etniciteit, klasse en seksualiteit.

Mohanty, C. T. (1988). Under Western Eyes: Feminist Scholarship and Colonial Discourses. Feminist Review, 30, pp. 61-68. (originally published in 1984).

In dit beroemde essay bekritiseert Mohanty de vaak imperialistische neigingen van het westerse feminisme. Mohanty zelf houdt een pleidooi voor een meer zelfkritisch feminisme dat alle verschillen tussen vrouwen onderling in acht neemt, zonder deze verschillen weliswaar te homogeniseren.

Nash, J. C. (2008). Re-thinking Intersectionality. Feminist Review, 89, 1-15.

In dit artikel geeft de Amerikaanse genderstudies onderzoekster Jennifer C. Nash een redelijk diepgaande kritiek op het intersectionele denken. Eén van haar kritieken betreft de representatie van zwarte vrouwen die in het kruispuntdenken volgens haar als één monolithische, homogene groep voorgesteld worden. Nash pleit in deze tekst voor een nog meer complexe (en dus meer realistische) visie op sociale identiteitscategorieën en op relaties van macht en privilege.

Spelman, E. V. (1988). Inessential Women: Problems of Exclusion in Feminist Thought. Boston: Beacon Press.

In dit boek geeft de Amerikaanse filosofe Elizabeth V. Spelman meer uitleg over hoe vrouwen in het westerse filosofische denken zijn genegeerd, en hoe (blanke) vrouwen tegelijkertijd zelf op deze uitsluiting hebben gereageerd door op hun beurt anderen uit te sluiten. Spelman reageert in Inessential Women met andere woorden tegen een blank, middenklasse feminisme vanuit een intersectioneel perspectief.

Wekker, G. (2004). Still Crazy After All These Years… Feminism for the New Millennium. European Journal of Women’s Studies, 11 (4), 487-500.

De feministische sociaal en cultureel antropologe Gloria Wekker bracht als één van de eersten het intersectionele denken Nederland binnen, en gaf het de naam kruispuntdenken. In deze tekst legt Wekker uit wat zij onder een intersectioneel feminisme van de 21ste eeuw verstaat.

Populaire werken en artikels

Bendadi, S. (2008). Dolle Amina’s: Feminisme in de Arabische Wereld. Antwerpen: De Bezige Bij.

In dit cliché-ontkrachtend werk geeft Bendadi een interessant beeld van de vrouwenbewegingen binnen de Europese en Vlaamse moslimgemeenschappen.

Hernández, D. & Rehman, B. (Eds.) (2002). COLONIZE THIS!: Young Women of Color on Today’s Feminism. New York: Seal Press.

Dit boek gaat verder op de kritiek die sinds de jaren ’70 tijdens het ontstaan van black feminism in de V.S. gegeven werd op het Amerikaanse feminisme dat vooral de ervaringen van blanke, middenklasse vrouwen centraal zette, door vrouwen van allerlei origines en feministische strekkingen een platform te geven.

Janssen, J. et al. (2009). Dwarse Vrouwen. Verbindingen En Verbeeldingskracht. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Deze bundel opstellen geschreven door vrouwen van verschillende origines gaat over de emancipatie en autonomie van vrouwen.

Van den Brandt, N. et al. Feminisme is voor iedereen! Seksisme én racisme tegengaan… Kif Kif, 07-03-2013. (http://www.kifkif.be/actua/feminisme-is-voor-iedereen-seksisme-en-racis…)

In deze tekst wordt de intersectionele visie van ella, het kenniscentrum van gender en etniciteit, helder weergegeven aan de hand van enkele concrete voorbeelden van discriminatie die via een intersectioneel perspectief beter zouden kunnen geanalyseerd worden.

voetnoten 

(1)  Cf. de uitspraak “All the Women are White, All the Blacks are Men, but Some of Us are Brave,” die tevens ook de titel is van een beroemd boek dat in 1982 werd samengesteld door de Amerikaanse zwarte vrouwelijke onderzoekers en activisten Gloria T. Hull, Patricia Bell-Scott en Barbara Smith. Uit de ergernis over de discriminatie en achterstelling van zwarte vrouwen is in de jaren ’70 in de Verenigde Staten tevens het black feminism ontstaan, dat vandaag gezien wordt als een eerste vorm van kruispuntdenken.

 

>>> schrijf je hier in voor het vormingstraject 'Gender & Diversiteit' dat dit najaar plaatsvindt 

>>>> Het dossier vind je hier

 

 

Dit dossier is gelanceerd in het kader van het Europees project Media Changemakers