Mieke Van Hecke, hoofd van het katholieke onderwijsnet, liet dinsdagavond bij Reyers laat een prachtkans liggen om de kwaliteit van het binnen haar eigen net aangeboden onderwijs te onderstrepen.
Bij een reportage in vrije basisschool de Schatkist, ‘de school van Tom Naegels’, merkte ze terecht op dat de leerlingen die aan het woord kwamen allemaal bijna perfect Nederlands spraken. Leerlingen uit het 4de leerjaar, waarvan de overgrote meerderheid Nederlands niet als moedertaal heeft.
Een prachtige illustratie van wat een weldoordachte en doorgedreven onderwijsaanpak allemaal kan bereiken. Maar in plaats van te benadrukken hoe het harde en enthousiaste werk van leerkrachten en directie ook in concentratiescholen vruchten kan afwerpen, sneerde ze liever dat de Schatkist geen echte concentratieschool is. Vervolgens debiteerde ze de rest van de avond dezelfde clichés en dooddoeners waarmee de bange middenklasse Vlaming (en steeds vaker ook Turk of Marokkaan) zijn of haar wanhopige zoektocht naar een ‘witte school’ verantwoordt.
De meest populaire dooddoener in dit discours gaat over ‘de kwaliteit’ van het onderwijs. Zal mijn kind niet slechter presteren als het tussen allochtone kindjes zit? Halen kinderen die thuis geen Nederlands spreken ‘de kwaliteit’ van de school niet naar beneden? Zelden worden er vragen gesteld bij de definitie van ‘kwaliteit’. Wat willen we nu eigenlijk dat de school onze kinderen bijbrengt? In de meeste studies naar de effecten van concentratiescholen worden vooral taalkennis en wiskundige vaardigheden gemeten.
De onderwijskundigen die zich hiermee bezighouden spreken elkaar tegen, met name over of de achtergrond en ondersteuning van ouders, het onderwijsbeleid van de school of de samenstelling van haar leerlingenpopulatie het meest impact hebben op het aanleren van deze vaardigheden. Los van de wetenschappelijke controverse kunnen we ons als ouders de vraag stellen of we ons tot deze invulling van onderwijskwaliteit willen beperken.
De school is niet alleen een leeromgeving, het is ook een van de belangrijkste socialisatiecontexten voor onze kinderen. Op school leren kinderen omgaan met de wereld om ons heen. Die wereld is duchtig aan het veranderen, met name qua bevolkingssamenstelling.
Antropoloog Jan Blommaert introduceerde daarvoor de term ‘superdiversiteit’. Het gaat allang niet meer om Turkse of Marokkaanse gastarbeiders; de komende 20-30 jaar zal Vlaanderen migranten aantrekken uit de hele wereld. De Antwerpse bevolking telt nu al meer dan 170 nationaliteiten, maar zelfs op het platteland neemt de diversiteit snel toe. Die superdiversiteit zal belangrijke effecten hebben op de arbeidsmarkt, op onze politiek, op de samenleving in het algemeen.
Of ze die evolutie nu positief vinden of niet, het zal van de volwassenen van morgen heel wat vaardigheid en kunde vergen om hiermee om te gaan. ‘Zwarte’ scholen als de Schatkist kunnen onze kinderen op dat vlak heel wat bijbrengen. Tom Naegels is dus niet naïef geweest in zijn schoolkeuze, maar vooruitziend. Als mede-ervaringsdeskundige geef ik ouders die hun kinderen willen klaarstomen voor de samenleving van morgen en zich zorgen maken over de komende inschrijvingsronde graag dit advies: wees toch niet bang van zwart.
Niet bang van zwart
Mieke Van Hecke, hoofd van het katholieke onderwijsnet, liet dinsdagavond bij Reyers laat een prachtkans liggen om de kwaliteit van het binnen haar eigen net aangeboden onderwijs te onderstrepen. Bij een reportage in vrije basisschool de Schatkist, de school van Tom Naegels, merkte ze terecht op dat de leerlingen die aan het woord kwamen allemaal bijna perfect Nederlands spraken. Leerlingen uit het 4de leerjaar, waarvan de overgrote meerderheid Nederlands niet als moedertaal heeft. Een prachtige illustratie van wat een weldoordachte en doorgedreven onderwijsaanpak allemaal kan bereiken.