De verandering in levensstijl en uitzicht die De Wever dank zij z’n spartaans dieet heeft ondergaan is geen privé zaak, ze is publiek, héél erg publiek zelfs. En ze wordt direct gekoppeld aan datgene waar hij als politicus voor staat: “Nil Volentibus Arduum”: waar een wil is, is een weg. Bart kàn veranderen
De verkiezingscampagne van N-VA is op gang geschoten met de mededeling dat Bart De Wever de Antwerpse lijst zal trekken. Ho, wacht even! Ze was al maanden bezig, want ze begon eigenlijk toen BDW zijn vermageringskuur begon. En de Antwerp 10 Miles vormen een eerste hoogtepunt in deze campagne. We bekijken enkele plaatjes.
Verkiezingscampagnes worden steeds complexer en gesoftistikeerder. De klassieke formaten van de campagne – folders, advertenties, affiches – zijn er slechts een deeltje van. De campagnes worden nu echter over een lange periode uitgesmeerd en ze houden allerlei indirecte en impliciete boodschappen in die slechts duidelijk worden wanneer men ze in een verband ziet: het verband van de campagne. De campagne van Bart De Wever voor de Antwerpse burgemeestersjaal is een goed voorbeeld van deze nieuwe en uiterst complexe campagnes.
De Antwerp 10 Miles
De Wever kondigde op zaterdag aan dat hij de lijst van de Antwerpse N-VA zou trekken. Daarmee ging de ‘klassieke’ campagne formeel van start. Het bericht was weinig verrassend, maar de media-aandacht die het kreeg was, zoals altijd, overweldigend.
Op zondag nam De Wever deel aan de Antwerp 10 Miles – een loopwedstrijd die hij badend in het zweet na bijna twee uur afzien voltooide. Ook dit laatste evenement kreeg immense media-aandacht. Want kijk eens, die dikkerd die tot het afgelopen najaar graag sprak over zijn voorliefde voor frieten en die zoals Margriet Hermans van zijn lichaamsvormen een marketing-item had gemaakt – die dikkerd was zowat de helft van zijn lichaamsgewicht kwijt geraakt en was zowaar een atleet geworden.
De twee evenementen lijken volstrekt ongerelateerd – het ene is pure politiek, het tweede is iets wat met lifestyle te maken heeft. Ze zijn echter door-en-door met mekaar verweven, en we beginnen dat te begrijpen wanneer we een paar plaatjes bekijken.
Het eerste plaatje zal een ereplaats krijgen in het plakboek van De Wever. We zien de N-VA-voorman de aankomst van de 10 Miles bereiken. Zijn gelaat is vertrokken van de uitputting; hij wordt vergezeld van een andere Antwerpse BV, Carl Huybrechts; en over zijn schouders is een banier gedrapeerd waarop we de tekst “Nil Volentibus Arduum” onderscheiden.
Nil Volentibus Arduum
“Nil Volentibus Arduum”, waar hebben we dat nog gehoord? Wel, het was de Latijnse spreuk waarmee hij zijn toespraak opende op de verkiezingsavond van 2010. De spreuk staat voor “niets is moeilijk voor zij die willen” – waar een wil is, is een weg. En met die spreuk verwees De Wever die avond naar het doorzettingsvermogen en de hardnekkigheid waarmee hij en zijn partij die dag het onmogelijke hadden gerealiseerd: wegklimmen uit een electorale verliespositie na het opbreken van het kartel met CD&V en een verpletterende overwinning halen. Die dag bewoog het Vlaams-Nationalisme van de marge van de Vlaamse politiek naar het absolute centrum; N-VA werd de grootste partij.
Die electorale coup de main werd, zoals we weten, niet verzilverd met deelname aan de regering. Integendeel, er werd onder impuls van de uitgespuwde ex-kartelpartner (en verliezer) CD&V een regering gevormd zonder N-VA die – en dat was onverwacht – een grote staatshervorming op z’n agenda had ingeschreven. De overwinning was een nederlaag voor De Wever.
De overwinning was in nog een tweede opzicht eerder een last dan een lust. Het is onwaarschijnlijk dat de fenomenale verkiezingsuitslag van 2010 herhaald kan worden. En zelfs indien dat zo zou zijn hoeft dat niet meteen goed nieuws te zijn voor de N-VA. Want indien de partij er nog drie percent bij wint verschuiven de krachtsverhoudingen niet, terwijl een verlies van één percent de N-VA meteen tot grote verliezer van de volgende verkiezingen zou verklaren.
De partij zet nu in op de lokale verkiezingen, en het is zeer waarschijnlijk dat de electorale aardverschuiving van 2010 ook op lokaal vlak wordt geconsolideerd. N-VA zal de verkiezingen winnen, maar zoals gezegd, dat hoeft niet meteen briljant nieuws te zijn. Want zelfs indien hij zelf de sjerp in Antwerpen rond zijn (nu slanke) middel mag knopen, dan nog zal hij een ingewikkelde coalitie moeten leiden en zal hij kunnen rekenen op een hobbelige rit als burgervader. Immers, grote winnaars trekken negatieve krachten aan – het lot van zijn oude maat Leterme maakt dat wel duidelijk. Men krijgt weinig krediet indien men als figuur boven de rest uit steekt.
Campagnes van lifestyle
Politiek bevindt De Wever zich dan ook in een mijnenveld; hij zit alweer in de oppositie, en electoraal moet hij een riskante strategie volgen. Door de weigering om tot de regering toe te treden werd hij ook door sommigen gezien als een loser, iemand die wel straffe verklaringen aflegt maar, als het erop aankomt, geen blijk geeft van staatsmanschap.
Dat hij zich daar niet echt prettig bij voelde was duidelijk uit de vele media-optredens die hij na de vorming van de regering Di Rupo aflegde: de koning van de vlotte kwinkslag was verzuurd, en de grapjes over zijn Body Mass Index incasseerde hij nu met de nodige irritatie. Hij klonk bitter, kortaf, en weinig overtuigend.
Maar dan kwam zijn vermageringskuur. En dat pure lifestyle-gegeven kreeg een immense media-aandacht. De aandacht ging nu niet meer naar De Wever als politicus, maar naar De Wever als persoon die zijn levensstijl wijzigt. Magazines die anders nauwelijks ruimte bieden voor politici namen nu gretig kennis van de grote moeite die BDW, net als duizenden andere dames en heren, deed om z’n overtollige kilo’s kwijt te spelen, van het type dieet dat hij volgde, van de diverse stadia die hij daarbij doorliep. Ook de human interest segmenten van de grote media beschouwden dit als groot nieuws en de stroom artikels en interviews hierover was enorm.
Het is ook groot nieuws: een man die duidelijk ferm boven zijn ideale gewicht zat verloor in enkele maanden tientallen kilo’s. Zo’n radikale veranderingskuur vergt – en hier komt het – doorzettingsvermogen, wilskracht en onverzettelijkheid. Je moet op je tanden bijten, je doel duidelijk voor ogen hebben, en op dat doel afgaan zonder aarzelen en twijfelen, rechttoe-rechtaan erop af. Geen gezever, ik doé het.
Laat dat nu net de karaktertrekken zijn die de PR-lui van N-VA al van bij het begin van de regeringsonderhandelingen in 2010 rond De Wever hadden beklemtoond. Bart was standvastig, hij hield beide benen stijf, ging compromisloos op zijn doel af, deed geen water bij de wijn. Terwijl de anderen toegevingen deden hield hij voet bij stuk, want hij wilde verandering. Echte, grondige, diepgaande verandering, geen oppervlakkige ‘retouchkens’ maar een verbouwing die vanaf de fundamenten begint. Bart was de man die op wilskracht alles kon: “Nil Volentibus Arduum”.
De persoon als programma
Laat ons nu even naar illustratie 2 kijken. Hier zien we Bart De Wever na zijn aankomst in de 10 miles, zijn banier rond de schouders en omsingeld door een horde reporters.
De verandering in levensstijl en uitzicht die De Wever dank zij z’n spartaans dieet heeft ondergaan is geen privé zaak, ze is publiek, héél erg publiek zelfs. En ze wordt direct gekoppeld aan datgene waar hij als politicus voor staat: “Nil Volentibus Arduum”: waar een wil is, is een weg. Bart kàn veranderen, hij kàn verandering teweeg brengen louter door zijn persoonlijke wilskracht, zijn onverzettelijkheid, zijn daadkracht. Hijzelf staat als persoon simpelweg synoniem voor het programma dat hij met zijn partij wil realiseren: grondige en diepgaande verandering, een soort verandering dat anderen voor onmogelijk houden en waar anderen ook te slap voor zijn.
Kies voor Bart en dit is wat je krijgt: iemand die zichzelf onder controle heeft, die bovendien kan afslanken – iets wat de regering Di Rupo niét doet, en hij noemt die dan ook spitsvondig de ‘obesitas regering’ – en die zichzelf kan gezond maken – iets wat Vande Lanotte weigert te doen met de overheidsfinanciën. Hij kan Vlaanderen mager en gezond maken en ons land in één beweging van een logge en vetzuchtige staat omtoveren in een land dat qua Body Mass Index op de ideale lijn zit en dan ook kan deelnemen aan de Iron Man van Hawai’i.
De persoon De Wever staat dus synoniem voor zijn programma. Elke lifestyle boodschap over hem is tegelijker tijd een boodschap over zijn politieke persoon. Bart, zijn voeding en zijn beleidskeuzen zijn één pakket. Kijk je naar het ene, dan zie je meteen het andere.
Nieuwe campagnes
Ruim tien jaar geleden noemden we dit mechanisme ‘Clintonificatie’. Net zoals we via de affaire-Lewinsky àlles wisten van Bill Clinton (incluis de bijzonderheden van zijn mannelijk lid) moeten onze politici zich in toenemende mate als mens vertonen: in spelletjesprogramma’s en human interest en lifestyle secties van de media. Ze moeten ons hun muziekvoorkeuren bekend maken, hun geliefkoosde restaurants en gerechten, hun hobby’s, sportprestaties en hun favoriete boeken, hun haiku-gedichtjes, hun zangtalent en (in het geval van Wilfried Martens) de genoegens die ze hun partners verschaften tussen de lakens. Onze politici hebben zich hier meteen aan aangepast, en ze Facebooken en Twitteren er nu naar hartenlust op los, over eender welk thema dat de bevolking kan boeien.
Zes jaar geleden kwam Patrick Janssens met een heel nieuw campagneconcept naar de lokale verkiezingen. Hij associeerde zich niet met een partij maar liet de campagne exclusief draaien rond zichzelf: “de Patrick” met zijn T-shirt. Een hele stoet BV’s uit de artistieke en zakenwereld nam het voor hem op, van Jan Decleir tot Gene Bervoets. Zij gaven de eigenlijke verkiezingsspeeches: uitgebreide lofliederen over de Patrick, zijn vele kwaliteiten en het onbegrensde geloof dat ze in hem hadden. Het model werkte, zoals we weten.
De Wever neemt dat zelfde model op maar radikaliseert het. Hij voert het door in andere domeinen, spreidt het verder in de tijd en voegt er nieuwe dimensies aan toe. De woorden van de BV’s over Janssens zijn vervangen door de daden van Bart zelf – de vermageringskuur. Hij toont in en door zichzelf de kracht die hij bezit tot verandering. Dit is, uiteraard en volstrekt niet toevallig, de campagneslogan van de NVA.
En daarmee brengt hij ook een complete moralisering van de politiek binnen. Politiek, dat gaat om morele kwaliteiten: een rotsvast geloof in datgene wat goed is, en een onwrikbare daadkracht in het nastreven van dat geloof. Die kracht tot verandering, dat is een morele kwestie die dus neer komt op personen eerder dan partijen. Die morele kracht is een eigenschap van de persoon De Wever; anderen hoeven dat niet te komen zeggen over hem, hij toont het zelf wel in zijn daden.
Bij De Wever gaat politiek om waarden, ‘Werkbare Waarden’, zoals de titel van zijn laatste boekje. Vlaanderen is in de eerste plaats een ‘morele gemeenschap’ schreef hij in dat boekje, en hij zelf verpersoonlijkt die morele gemeenschap. Hij is Bart De Wever, hij is zijn partij, en hij is zijn volk. Hij toont zelf aan welke waarden werkbaar zijn, en hoe werkbaar men ze wel kan maken als men maar wilskracht en volharding vertoont. Duidelijker kan de boodschap niet zijn.
Van programma naar persoon
De campagne is dus van start geschoten de dag dat bekend werd dat De Wever aan een streng dieet was begonnen. En het eerste hoogtepunt van die campagne viel niet op zaterdag toen hij zijn lijsttrekkerschap aankondigde. Het viel op zondag, toen hij vergezeld van een BV en gehuld in de slogan die hem zo karakteriseert de meet van de Antwerp 10 Miles bereikte. Hij had afgezien gelijk een beest, uiteraard, maar hij had het wél gedààn! En wie hem verkiest krijgt die brok wilskracht als leider, en mag rekenen op dezelfde onverzettelijkheid op het Schoon Verdiep.
Daarmee krijgen we een radikalisering van de ‘Clintonificatie’-processen die de politieke beeldvorming domineren. De Wever staat voor een totale verpersoonlijking van de politiek. Het programma van zijn partij wordt samengevouwen in zijn persoonskenmerken, en die krijgen één frase als beschijving mee: ‘de kracht van verandering’. Verandering ten goede of ten kwade, naar links of naar rechts, ten voordele van de enen en ten nadele van de anderen – dat alles is van een tweede orde. Politieke nerds lezen programma’s, de modale Antwerpenaar kijkt en luistert naar die échte vent die alles zal veranderen. Hoe? Never mind – verandering heeft als term altijd de suggestie dat het over de moeilijke aspecten van mijn eigen leven gaat en dat het gelijk staat aan verbetering.
Die personificatie rond De Wever is al een hele tijd bezig in de N-VA. Er heerst een ware leiderscultuur, en de medewerkers spreken enkel en unaniem lof over de leider. Siegfried Bracke zegt dat hij persoonlijk geïirriteerd wordt wanneer men – in Le Soir allicht – kritiek heeft op Bart, want dat is toch een kerel uit één stuk hoor.
Kritiek op de politiek van De Wever is direct ad hominem kritiek: men valt niet de ideeën en visies aan, maar de sterke en dominante man die hij is. Op die manier wordt de kritiek uit Franstalige zijde al twee jaar weggewuifd, en ook binnen het Vlaamse kamp stelt men alle kritiek voor als persoonlijke aanvallen, aanvallen van jaloerse complotteurs die De Wever als persoon zijn succes niet gunnen. Personificatie werkt immers in twee richtingen: men valt een persoon niet aan om redenen die niet persoonlijk zijn, nietwaar?
Het debat wordt door deze personificatie al twee jaar grotendeels lamgelegd. Men staart, als een konijn in een lichtbak, naar die brok graniet die in joggingpak gaat lopen, en de programmateksten of publieke uitspraken van diezelfde man worden daardoor naar de achtergrond geduwd. Hij is zo rechtlijnig en rechtschapen dat hij eender wat mag zeggen. We zullen hem altijd als man bewonderen, en dus ook voor hem stemmen. Met zo iemand voelen we ons veilig.
We zitten sinds de Antwerp 10 Miles duidelijk in het tijdperk van de politieke alfa-mannetjes.
Jan Blommaert is hoogleraar Taal, Cultuur en Globalisering aan Tilburg University en publiceerde onder andere ‘De Crisis van de Democratie’ en ‘De Heruitvinding van de Samenleving’
Ico Maly is coördinator van Kif Kif en doctoraatstudent aan Tilburg University waar hij zijn proefschrift aan het afwerken is over de retoriek van N-VA getiteld: In naam van de democratie.