Op deze Holocaust Memorial Day ben ik moe. Moe van het politieke spektakel dat deze dag onvermijdelijk met zich meebrengt en het gebrek aan ruimte om op een meer betekenisvolle manier te rouwen, en de levens en verliezen van onze voorouders dicht bij ons te houden. Deze dag, en de herdenking van de Holocaust in het algemeen, worden steeds vaker geïnstrumentaliseerd, toegeëigend en gemanipuleerd door politieke krachten die ons verdelen, die van Joods trauma politiek voetbal maken om goedkope punten te scoren.
Vaak houdt dat het bagatelliseren of zelfs de regelrechte afwijzing in van het Joodse trauma waarmee ik ben opgegroeid ("Het is al zo lang geleden, kunnen de Joden zich er niet overheen zetten?"). Tegelijkertijd zien we de hyperfocus op Joodse pijn en de uitsluiting van de herdenking van andere massamoorden tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. In de meeste gevallen is er geen aandacht voor echte verantwoording, herstel en genezing. Erger nog, vandaag de dag wordt de instrumentalisering van Joods trauma soms ingezet als wapen ten dienste van etnonationalisme en zelfs de systematische vervolging Palestijnen, apartheid en aannemelijke genocide door de Israëlische regering.
Herinnering en rouw zijn geen bezittingen die enkel naar hen die het het meest ‘verdienen’ gaan. Onze voorouderlijke herinnering behoort niet enkel toe aan diegenen die het verhaal willen beheersen en een uniform en vervormd perspectief op het Joodse leven, de traditie en de geschiedenis willen verspreiden
Waar is de ruimte om elkaar vast te houden, om na te denken over wat genocide generaties later nog steeds betekent? Om lessen te leren en te bouwen aan een rechtvaardigere wereld die echt ’Nooit Meer’ belichaamt, niet alleen voor sommigen, maar voor ons allemaal? Waar zijn de ruimtes voor expansieve rouw, waar meer dan alleen ’onze’ mensen worden uitgenodigd? Wanneer zullen we begrijpen dat er genoeg ruimte is voor ons allemaal? Ruimte maken voor pijn en woede en het bouwen van ruimtes van belichaamde veiligheid zijn niet alleen essentieel voor het helen van trauma's, maar ook voor het stoppen van cycli van schade, om ons vooruit te helpen in plaats van te blijven hangen in spiralen van geweld. In plaats daarvan, zoals Naomi Klein betoogt, verhindert het blijven hangen in een voortdurende staat van trauma en slachtofferschap ons om echt te genezen en maakt het mogelijk dat Joods trauma wordt gebruikt als ’oorlogswapen’ tegen degenen die we als bedreiging zien. We laten gebeuren dat deze dynamiek ons scheidt van de gemeenschappen en bewegingen die onze natuurlijke bondgenoten zouden moeten zijn.
Joods trauma centraal stellen op Holocaust Memorial Day en rouwen om de ervaringen van onze voorouders, die tot op vandaag doorwerken, is essentieel. Maar dat hoeft niet te betekenen dat alleen Joodse pijn prioriteit krijgt. Er is genoeg ruimte voor ons allemaal om onze doden dicht bij ons te houden, onze gemeenschappen die gedecimeerd zijn, onze collectieve pijn die diep in ons leeft. Laat ons de vele duizenden Roma en Sinti, mensen met een handicap, politieke dissidenten en verzetsstrijders, trans en queer mensen en anderen die doelwit van het fascisme waren en nog steeds zijn, niet vergeten. Laat ons inzien dat onderdrukking, witte suprematie en fascisme overal ter wereld in opkomst zijn. Laat ons rouwen om de duizenden mensen op de vlucht die sterven aan onze grenzen, georganiseerd door een politiek van de dood. Om de duizenden Gazanen, de hele families die zijn weggevaagd, de bibliotheken, ziekenhuizen, scholen, hele gemeenschappen die zijn vernietigd. Laat ons ook rouwen om de miljoenen mensen die in Congo werden gedood onder het Belgische kolonialisme en tot op de dag van vandaag, die minder rouwenswaardig worden geacht dan andere.
Joden bevinden zich in een goede positie om solidair te zijn met andere gemeenschappen die te maken hebben met massamoord en racistisch geweld. Maar ons wordt vaak verteld dat we ons naar binnen moeten keren, bang en geïsoleerd moeten blijven. Het zionisme wordt voorgesteld als het sprookje dat een einde maakt aan eeuwen van geweld en vervolging, en dat ons de veiligheid zou bieden die we nooit hebben gehad. Toch moedigt het een staat van constante angst en slachtofferschap aan. Degenen die deel uitmaken van Joodse gemeenschappen in België en in heel Europa weten dat veel Joden, ook die in Israël, zich voortdurend onveilig, aangevallen en in de verdediging gedrukt voelen. Ons wordt verteld, en sommigen van ons hebben echt dat gevoel, dat de wereld altijd op de rand van een nieuwe Holocaust staat. Dit is begrijpelijk gezien onze geschiedenis, de immense schaal van het geweld van de Shoah en het voortdurende en wijdverspreide antisemitisme. Maar als we trauma's niet echt aanpakken en er geen ruimte voor maken om ervan te helen – behalve dan door een opeenvolging van oppervlakkige performances van herdenkingen, die vaak worden overgenomen door mensen met agenda’s van uitsluitingspolitiek – voelen we ons uiteindelijk voortdurend in gevaar en bouwen we onze identiteit op rond een beperkte opvatting van slachtofferschap die anderen uitsluit. We zijn zo niet in staat om de ruimtes, strategieën en relaties te herkennen die ons echt veilig kunnen houden. In zo’n voortdurende staat van angst is het gemakkelijk om naar etnonationalisme te grijpen als magische oplossing.
Joden bevinden zich in een goede positie om solidair te zijn met andere gemeenschappen die te maken hebben met massamoord en racistisch geweld. Maar ons wordt vaak verteld dat we ons naar binnen moeten keren, bang en geïsoleerd moeten blijven
Als we onszelf alleen door de lens van het slachtofferschap zien, verliezen we het vermogen om nuance, complexiteit en empathie voor anderen vast te houden. Binaire modellen van schade, van slachtoffer en dader, verdoezelen de waarheid en weerhouden ons ervan onze eigen medeplichtigheid aan onderdrukkende systemen onder ogen te zien. We missen ook kansen om echt vertrouwen, solidariteit en relaties met anderen op te bouwen op basis van eerlijkheid en een politieke toewijding aan het ontmantelen van onderdrukkende systemen voor iedereen, in plaats van alleen maar verwachtingen te koesteren van eenzijdige steun. Het is geen toeval dat fascisme vaak verhalen van slachtofferschap gebruikt – zelfs wanneer de zogenaamde daders degenen zijn die geconfronteerd worden met overweldigend racisme en geweld en de ’slachtoffers’ degenen zijn die het geweld veroorzaken. Verhalen over slachtofferschap kunnen in die zin de waarheid van wat er gebeurt vertroebelen of aan het zicht onttrekken en de grenzen tussen slachtoffers en daders doen vervagen of zelfs omkeren.
In België en elders werd sommige Joodse gemeenschappen door extreemrechts wijsgemaakt dat ze een groot risico lopen op vervolging door andere geracialiseerde gemeenschappen, en dat rechts hun beste bondgenoot is om veilig te blijven. Het is overduidelijk dat veel van de partijen die zogenaamd Joden steunen, bijvoorbeeld in Vlaanderen, dat voorwaardelijk doen. Ze beschermen Joden enkel voor zover dat in hun politieke agenda past. Ze steunen alleen diegenen die ze aanvaardbaar of 'goed' vinden; diegenen die bang zijn voor de 'ander', die geloven in de magische belofte van Israël, die met de vinger wijzen naar migranten, moslims, Arabieren, raciale gemeenschappen. Voor het fascisme moeten we angstig en verdeeld zijn, bang voor diegenen die het tot zondebok maakt om zo het kapitalisme en andere daarmee verbonden onderdrukkende systemen in stand te houden. Als Joden die angst zouden overstijgen en we onze eigen bevrijdingsbewegingen zouden opbouwen naast andere doelwitten van het fascisme, zij aan zij met Palestijnen, Moslims, Zwarte en geracialiseerde bewegingen, vrouwen, queer en trans mensen en anderen, dan zouden we niet langer pionnen zijn voor de instandhouding van onderdrukking. Fascistische politici in heel Europa profiteren ervan dat Joden geloven dat ze hier niet veilig kunnen zijn - dat hun enige optie is te verhuizen naar gekoloniseerde gebieden in Palestina en ver buiten de grenzen van Europa. Joden horen er niet bij (net als vele anderen die niet passen in de visie van extreemrechts op de wereld) en zullen hier nooit veilig zijn. Dat is wat ons wordt verteld. Erger nog, door ons aan te sluiten bij extreemrechts in Europa, geven we de daders van de Holocaust en hun politieke erfgenamen de kans om zichzelf vrij te pleiten van hun rol in de collaboratie en hun verdeel- en heersstrategieën voort te zetten.
Om verder te gaan dan de eindeloze herhaling en uitbuiting van trauma's die we vaak zien, moeten we niet langer vertrouwen op de valse belofte van etnonationalisme en Joodse suprematie. We moeten belichaamde ervaringen van veiligheid opbouwen in onze eigen gemeenschappen en met anderen, zodat we weten en voelen hoe veiligheid en zekerheid echt kunnen voelen – en dat ze mogelijk zijn. We weten dat genezing van trauma niet geïsoleerd plaatsvindt. Belichaamde veiligheid voor overlevenden van antisemitisme is het ervaren van solidariteit van en met andere gemeenschappen - het is het opkomen voor elkaar, het opbouwen van vertrouwen en wederzijdse steun van dag tot dag.
Om het idee te bestendigen dat Joden overal voortdurend in gevaar zijn en de mythe in stand te houden dat Israël de enige geloofwaardige oplossing voor hun angst biedt, probeert het zionisme elk meningsverschil en elke dissidente Joodse stem de kop in te drukken. Het zionisme marginaliseert Joden die – ook al zijn ze soms bang en ook al ervaren ze soms zelf de zeer reële pijn en het geweld van antisemitisme – geloven dat collectieve veiligheid mogelijk is in solidariteit. In het afgelopen jaar hebben we een escalatie gezien in het controleren en disciplineren van die Joden die zich niet schikken naar het geloof dat Israël voor ons de magische happy end is. We worden ‘zelfhatend’ , 'kapo's' en zelfs 'antisemieten' genoemd. Ons wordt verteld dat zelfs het suggereren van de rouwenswaardigheid van Palestijnse levens, het benoemen van een genocide, een gebrek aan respect is voor onze voorouders en andere Joden in gevaar brengt. Er wordt ons soms verteld dat wij niet mogen rouwen om de enorme en blijvende pijn die de Holocaust heeft achtergelaten, dat het van iemand anders is, van hen alleen. Herinnering en rouw zijn geen bezittingen die enkel naar hen die het het meest ‘verdienen’ gaan. Onze voorouderlijke herinnering behoort niet enkel toe aan diegenen die het verhaal willen beheersen en een uniform en vervormd perspectief op het Joodse leven, de traditie en de geschiedenis willen verspreiden.
Ik geloof dat het respecteren en eren van de miljoenen slachtoffers van genocide betekent dat er een einde moet komen aan geweldscycli die zich steeds weer op dezelfde manier ontvouwen. Het betekent dat we niet toe mogen staan dat ons trauma als wapen wordt gebruikt om anderen kwaad te doen. Het betekent begrijpen dat we moeten bouwen aan een wereld met meer rechtvaardigheid, onderlinge verbondenheid en heling. Ik wil leven in een wereld waarin ik de genocide op Joden met evenveel eerbied, zorg, rouw en bedachtzaamheid kan bejegenen als andere genocides. Ik wil een wereld en een Joodse gemeenschap waar we onze eigen pijn dichtbij kunnen houden, maar waar we er ook uit kunnen stappen en de pijn van anderen kunnen zien. Waar onze ervaringen ons in staat stellen om de gevaren van fascisme, kolonialisme en racisme vandaag de dag te begrijpen en te herkennen, met open ogen. En deze keer zullen we er klaar voor zijn om ervoor te zorgen dat het echt Nooit Meer, voor wie dan ook zal zijn.
*Ik wil I, D en C bedanken, die de tijd hebben genomen om deze tekst na te lezen en te helpen verbeteren.
Over de auteur:
Fenya Fischler is lid van Een Andere Joodse Stem, Shabbes 24/7 en de Anti-Zionist Jewish Alliance in Belgium.