'Ons onderwijs moet terug een hefboom worden' [Interview met Imade Annouri (Groen)]

Het Vlaamse onderwijs scoort meer dan behoorlijk op kwaliteit, maar het is allesbehalve een goednieuwsshow. De ongelijkheid is bijzonder hoog en het onderwijs houdt dit in stand in plaats van kansen te geven aan alle leerlingen.
'Ons onderwijs moet terug een hefboom worden' [Intervie

Het onderwijs slaagt er niet in om alle kinderen hun capaciteiten te laten ontwikkelen. Dit vreet aan het potentieel in Vlaanderen en zo aan de toekomst van iedereen.

 

Het Vlaamse onderwijs scoort meer dan behoorlijk op kwaliteit, maar het is allesbehalve een goednieuwsshow. De ongelijkheid is bijzonder hoog en het onderwijs houdt dit in stand in plaats van kansen te geven aan alle leerlingen.

Op zoek naar mogelijke verbeteringen aan dit kapotte systeem kwam Kif Kif terecht bij Imade Annouri, districtsraadslid voor Groen Antwerpen en tot 25 mei strijdend voor een plaats in het Vlaams Parlement. 'Wie je zegt dat er niets mis is met ons huidig onderwijssysteem is blind, doof of misschien wel allebei. Ondanks de eindeloze inzet van heel wat leerkrachten, ouders en leerlingen blijft ons Vlaams onderwijs voor veel jongeren een slagboom, terwijl het net een hefboom moet zijn. We willen graag dezelfde kansen bieden aan iedereen die aan zijn of haar schoolloopbaan begint, maar de cijfers bewijzen dat deze gelijke kansen vandaag vooral in theorie en niet in de praktijk bestaan.'

Maar wat zeggen deze cijfers juist?
'Kinderen wiens moeder een universitair diploma heeft, hebben 95 % kans om in het ASO te belanden. Kinderen wiens moeder enkel een diploma lager onderwijs heeft, hebben 80 % kans om in het BSO te verzeilen. Een kind van een ongeschoolde arbeider heeft 19 keer meer kans om naar het BSO te gaan dan het kind van een kaderlid. En dan spreken we nog niet over de 1 op 7 die uitstromen zonder diploma, in Antwerpen zelfs 1 op 4, of 1 op 3 die minstens één keer hun jaar dubbelt, of één op acht die het minimumniveau niet haalt. Als je de cijfers met een gekeurde bril bekijkt, zie je dat 70 % van de kinderen met vreemde herkomst in het TSO of BSO belanden. Het onderwijs slaagt er niet in om alle kinderen hun capaciteiten te laten ontwikkelen. Dit vreet aan het potentieel in Vlaanderen en zo aan de toekomst van iedereen.'

Wat moet er dan allemaal gebeuren en hoe kijkt Groen bijvoorbeeld naar de huidige onderwijshervorming?
'Om de huidige situatie te verbeteren moeten we het onderwijs verbeteren, dat is duidelijk. Maar dit moet samen met de leerkrachten, directies, ouders en studenten. Een hervorming waarin de mogelijkheden, capaciteiten en potentieel van elk kind centraal staan, zal de beste resultaten opleveren. De huidige voorstellen tot hervormingen botsen op heel wat scepsis en wrijving, want de mensen die het moeten doen, zijn niet mee met het verhaal. Daarom pleiten we voor nieuw overleg, nieuwe plannen, een structureel overleg met alle betrokken partijen, van bij de eerste tot de laatste stap.'

'Er zijn heel wat concrete stappen die we nu al kunnen zetten. Ik noem er eentje: het uitstellen van de studiekeuze in de eerste graad van het secundair. Geef jongeren toch de kans om eerst hun mogelijkheden te ontdekken, zichzelf te verrijken, te ontwikkelen en laat ze op basis van deze ervaringen kiezen. Voor mijn job kom ik in heel wat scholen en organisaties. Daar zie je telkens dat van de leerlingen in het 6e en 7e jaars BSO slechts een klein deel bewust voor de richting heeft gekozen. Dit is verspilling van talent. Al te vaak zijn jongeren er gewoon ‘verzeild’ omdat ze zich lieten leiden door klasgenootjes, leerkrachten of de gevolgen van kwajongensstreken. Zaken die niets met hun competenties of capaciteiten te maken hebben. Het BSO heeft ook vaak een fout imago, een richting die er is omdat jongeren zowel ASO als TSO 'niet aankunnen'. Dat is, om het zacht uit te drukken, een enorme verspilling van hun potentieel. BSO kan veel meer zijn, we moeten er dus ook voor zorgen dat TSO en BSO weer volop positieve keuzes worden.'

Hoe kan het dan anders?
'Waarom denken we ook niet na over een betere structuur? Een 4-4-4 systeem? In de eerste vier jaren krijgen de leerlingen een basisopleiding: ze leren lezen, schrijven en alle andere basiscompetenties van taal en wiskunde. De middenschool loopt dan van het huidige 5de leerjaar tot na het 2de middelbaar. Hierin ervaren ze concreet allerlei disciplines en zo leren de leerlingen onbevooroordeeld waar hun diverse talenten liggen, van houtbewerking tot Latijn. Mogelijke tekortkomingen aan basisvaardigheden die in de eerste 4 jaar zouden zijn opgelopen, pakken we in de middenschool aan. Dan zit de leerling niet met een achterstand wanneer het er echt toe doet. En dat is in de laatste vier jaar. Bij de start van het ‘derde middelbaar’ maak je de keuze voor jouw richting. Omdat je al hebt kunnen proeven van heel diverse disciplines, kan de leerling een onderbouwde keuze maken. De leerlingen zijn al iets ouder, dus de kans is groter dat ze een geschikte keuze maken. Later kiezen is bewuster kiezen. Op deze manier beperken we het watervalsysteem: door de gerichte bijscholing in de middenschool en omdat meer kinderen een opleiding volgen die hen past. Zo zal ook de schoolmoeheid en uitval verminderen.'

Kan het onderwijs een antwoord bieden op heel wat van onze maatschappelijke problemen?
'Laat me even duidelijk zijn, je gaat niet alle samenlevingsproblemen oplossen in het onderwijs, maar het is wel de perfecte plek om te beginnen. Het moet de centrale kracht zijn in je samenleving, van kleuterklas tot doctorandus, het is de rechtstreekse lijn naar onze toekomst, laten ons er dan ook zo mee omgaan.'

 

 

 

>>> Dit interview maakt deel uit van het project API 3.0 (Allochtonen, Politiek en Internet), waarbij 8 jongeren naar aanloop van de verkiezingen politici interviewen en het politieke landschap onveilig zullen maken. Lees alle interviews in het dossier API 3.0.

>>>> API 3.0 op twitter // API 3.0 op Facebook

>>>>> Samira Abid op Twitter