Ook Brussel neemt verantwoordelijkheid op voor deportatie joden

Vanavond is het 70 jaar geleden dat in de Marollen te Brussel zo’n 700 mannen, vrouwen en kinderen hun laatste uit hun huizen zouden worden gesleurd, amper enkele goederen konden meenemen, de kinderen met slaapogen aanklampend aan moeders rok, de ouderen zich hulpeloos afvragend wat er gebeurde.

Bericht van 02/09/2012 - ‘Fait divers’ te Brussel op 2 september 2012     


Vanavond, 2 september, is het 70 jaar geleden dat in de Marollen te Brussel zo’n 700 mannen, vrouwen en kinderen hun laatste nacht in vrijheid ingingen, niet bewust dat zij de volgende nacht, van 3 op 4 september 1942, uit hun huizen zouden worden gesleurd, amper enkele goederen konden meenemen, de kinderen met slaapogen aanklampend aan moeders rok, de ouderen zich hulpeloos afvragend wat er gebeurde. Enkele kinderen worden nog vlug vlug bij de buren weggestoken maar de meesten worden op de camion richting Mechelen gezet om reeds op 8 september met het VIIIste konvooi naar Auschwitz te worden afgevoerd, de selectie mee te maken en vergast te worden, ver weg van de Brusselse cocon waarin ze tot voor enkele dagen nog leefden.

Het waren in Brussel Duitse soldaten en SS-ers die de razzia uitvoerden, zonder hulp van de Brusselse politie die hiervoor niet de toelating kreeg van de toenmalige burgemeester. Dit in tegenstelling tot de razzia in Antwerpen van 15/16 augustus 1942. De Duitse bezettingsmacht beschikte in Brussel, zoals in Antwerpen, wél over een register waarin alle namen en adressen van joden reeds vanaf 1940 genoteerd waren. Dit register werd, zonder daartoe verplicht te zijn, samengesteld door de Brusselse administratie in opdracht van de nog voor de oorlog verkozen Brusselse verantwoordelijken en hun 19 burgemeesters.

Deze voor de Brusselse joden noodlottige beslissing werd 70 jaar later, op 2 september 2012 in het Brusselse stadhuis met 600 aanwezigen door Burgemeester Thielemans als volgt betreurd: “Zonder dat jodenregister hadden de toenemende arrestaties en nadien de razzia van september 1942 nooit dezelfde impact gehad in Brussel".

Burgemeester Thielemans verklaarde 70 jaar na datum dat “de deelname, zelfs gewillig, van de Brusselse autoriteiten dus het gewicht van een gedeeltelijke verantwoordelijkheid draagt in het resultaat van deze deportatie. Om deze reden houd ik er vandaag aan om aan de joodse gemeenschap de officiële excuses van de stad Brussel aan te bieden.”

Mag het Vlaanderen of de Vlaming niet schelen?

Een Belga bericht, overgenomen door HLN en De Morgen doet verslag van deze toch wel belangrijke administratieve, politieke en maatschappelijke bekentenis. Voor televisie en radio, cruciale media in het bewustmaken van de bevolking van haar eigen verleden, was het opnemen van de oorlogsverantwoordelijkheid door de ‘hoofdstad van Vlaanderen’ geen nieuws. Ook het Belga-bericht kreeg vooralsnog geen plaats op de site van enkele belangrijke kranten.

Is de sturing door de media van het ‘collectief bewustzijn’ dusdanig dat dit soort evenementen zomaar kan genegeerd worden? Of maakt de spontane blamage door Bart De Wever van de Antwerpse ‘verontschuldiging’ nu al school?

Vandaar nemen we, ter informatie het Belga-bericht over zoals geredigeerd op de website van het HLN op 02/09/2012 om 16h:
“De stad Brussel heeft vandaag tijdens een officiële plechtigheid de betrokkenheid van het toenmalige stadsbestuur erkend bij de deportatie van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo'n 650 mensen woonden de ceremonie, een initiatief van de vereniging 'Association pour la mémoire de la Shoah', bij. Naast Brusselse politici en viceminister Joëlle Milquet, tekende ook de Israëlische ambassadeur present op het Brusselse stadhuis.
In 1940 aanvaardde burgemeester Van De Meulebroeck om een register op te stellen waarin uiteindelijk 5.640 joden belandden. "Zonder dat jodenregister hadden de toenemende arrestaties en nadien de razzia van september 1942 nooit dezelfde impact gehad in Brussel", zei burgemeester Freddy Thielemans (PS). De burgemeester merkte wel op dat in 1942 burgemeester Coelst weigerde jodensterren te verdelen en de politie te laten deelnemen aan de razzia's.

Dankbaar
Voor Selly Sapira, een Joodse met de Roemeense nationaliteit, was de ceremonie belangrijk. "Ik ben uiterst dankbaar voor al die rechtvaardigen (mensen die joden hielpen onderduiken)", deelde ze. De avond van 3 september 1942 konden de buren van het toen elfjarig meisje in de Marollen de nazi's overtuigen dat niemand aanwezig was in haar woning in de Huidevettersstraat.

De voorzitter van het coördinatiecomité van Joodse Organisaties in België, Maurice Snosnowski, wees erop dat de herinnering aan de holocaust andere drama's zoals de Rwandese genocide niet kon verhinderen. De nagedachtenis van de jodenvervolging moet dienen als waarschuwing voor de toekomst, klonk het.

Studie
Brussels burgemeester Freddy Thielemans (PS) heeft het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (Soma) gevraagd een studie te realiseren over de rol van de stad Brussel bij de deportatie van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De Brusselse burgervader zal de Conferentie van (Brusselse) Burgemeesters vragen of ze zich achter dit initiatief willen scharen, zodat het hele gewest bij dit onderzoek betrokken wordt. Soma voerde tussen 2003 en 2007 op vraag van de Senaat al onderzoek naar het onderwerp uit. Dat mondde uit in de studie 'Gewillig België'. Tijdens WOII werd 37 procent van de Brusselse joden gedeporteerd tegenover 66 procent in Antwerpen.”

Een 1ste en 2de uitnodiging

In de aanloop naar de ceremonie tot erkenning van de verantwoordelijkheid van de Brusselse overheden in de deportatie van de Brusselse joden was er een bitse discussie en een terecht appel door de Vereniging voor de Herinnering aan de Shoah aan burgemeester Thielemans die in een 1ste uitnodiging sprak over "de plechtigheid voor de officiële erkenning van de deelname van het lokaal bestuur, aangesteld door de bezetter, aan de vervolging van Brusselse burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog.".”

De Vereniging voor de Herinnering aan de Shoah vond het taalgebruik in de uitnodiging "revisionistisch" omdat het zich achter de bezetter verschuilt terwijl het jodenregister werd opgemaakt door het democratisch verkozen stadsbestuur, zo meldt Swiatlowski van de Vereniging in de Libre Belgique. Het ging tevens enkel om Joden en niet om “Brusselse burgers”.

Door hierover de publieke discussie aan te gaan heeft de Vereniging voor de Herinnering aan de Shoah verkregen dat de burgemeester z’n uitnodiging heeft aangepast in de “Officiële erkenningsceremonie omtrent de betrokkenheid van de autoriteiten van de Stad Brussel betreffende de deportatie van de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog

Professor Van Goethem werd hierover door Brusselnieuws naar z’n mening gevraagd hetgeen een aantal interessante antwoorden opleverde, na te slaan op http://www.brusselnieuws.be/artikel/stop-de-verzetsmythe

De Vereniging voor de Herinnering aan de Shoah toont zich tevreden over de erkenning van de Brusselse verantwoordelijkheid maar heeft nog een aantal opmerkingen en suggesties in petto, ondermeer mbt het onderhoud en de installatie van herdenkingstekens in Brussel, ondermeer de Struikelstenen, zie http://www.restitution.be/communique-201209021758.html#.UEOsN6A6s-4

Oproep aan eerste minister Elio Di Rupo

Opvallend is ook de oproep aan Eerste Minister Elio Di Rupo om zoals de burgemeesters van Antwerpen en nu Brussel ook de verantwoordelijkheid van België te erkennen in de deportatie van de in België woonachtige joden, die voor de overgrote meerderheid de dood betekende. Op 9 september 2012, bij de jaarlijkse herdenkingsplechtigheid om 11h in Mechelen zal de eerste minister hieraan door hen herinnerd worden.