Open brief: ontwerp aanpassing Vlaamse sociale bescherming creëert tweederangsburgers

Middenveldorganisaties waaronder Kif Kif vragen de leden van het Vlaams Parlement om tegen het ontwerpdecreet voor de aanpassing van de Vlaamse sociale bescherming te stemmen. Het decreet maakt de sociale bescherming voorwaardelijk, is in strijd met sociale grondrechten, en creëert A- en B-burgers.

Wie ziek is, kan in België rekenen op de federale sociale zekerheid voor de terugbetaling van dokterskosten, medicatie en andere ziektekosten. Daarnaast is er de Vlaamse sociale bescherming, die een zorgbudget geeft aan mensen die gedurende een lange periode veel zorg nodig hebben.

Ruim 4,5 miljoen mensen betalen elk jaar de zorgpremie voor de Vlaamse sociale bescherming. Die jaarlijkse zorgpremie bedraagt 54 euro, of 27 euro voor mensen met een laag inkomen. De Vlaamse sociale bescherming gebruikt die zorgpremies om meer dan 300.000 zorgbehoevende mensen elke maand te versterken met een zorgbudget.

De Vlaamse regering stelde in haar regeerakkoord voor om de toegang tot de Vlaamse Sociale Bescherming aan te passen. Met een ontwerpdecreet wil zij nu deze aanpassing, die eerder ingegeven lijkt door ideologische symboolpolitiek dan door reële noden, effectief uitvoeren.

Met deze brief vragen verschillende middenveldorganisaties aan de parlementsleden om stil te staan bij de maatschappelijke en juridische bezwaren tegen het ontwerpdecreet en dit ontwerp niet goed te keuren.

Het wijzigingsdecreet

Waar men als 'hier geboren en getogen Vlaming' sowieso recht heeft op een zorgbudget, moet men als nieuwkomer eerst bijgedragen hebben om zo 'waardig' te zijn om van dit recht te mogen genieten

Met het ontwerpdecreet wil de Vlaamse regering drie wijzigingen doorvoeren: in eerste instantie wil zij de toegang tot de zorgbudgetten slechts toekennen na maar liefst tien jaar verblijf in België, waarvan vijf jaar ononderbroken, en het voldoen aan de inburgeringsplicht. Om conform te zijn met het Europees recht wordt verblijfsduur in een andere EU-lidstaat wel meegerekend. Ben je hier minder lang? Pech, geen zorgbudget. Zelfs als je hier werkt, woont, Nederlands geleerd hebt en actief deelneemt aan de samenleving. Ten tweede wil de regering ook een verblijfsvoorwaarde van vijf jaar ononderbroken, wettig verblijf op het grondgebied opleggen, samen met het voldoen aan de inburgeringsplicht, voor wie aanspraak wil maken op de vermindering van de zorgpremie. Ten derde wordt een dossiertaks ingevoerd, die men moet betalen als men beroep aantekent.

Het invoeren van dit soort voorwaarden is niet nieuw: onder de 'Zweedse' (federale) coalitie werd voor het recht op de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) en de inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap (IVT) de voorwaarde ingevoegd dat de aanvrager ten minste tien jaar een werkelijk verblijf in België moet gehad hebben. Het Grondwettelijk hof heeft tot tweemaal toe de invoering van een tienjarige verblijfsduurvoorwaarde voor de IGO en de IVT vernietigd.

Dit ontwerp van de regering is een opstap om de sociale bescherming voorwaardelijk te maken en dus een gevaarlijk precedent voor iedereen. Terecht maakte de Raad van State brandhout van het voorontwerp van decreet. De regering blijft echter (ideologisch) blind voor deze kritiek en heeft het ontwerp ongewijzigd ingediend in het Vlaams Parlement.

Bezwaren

1. Het decreet maakt sociale bescherming voorwaardelijk en voert financiële drempels in
Het ontwerp van decreet breekt het principe dat sociale zekerheid op gelijke wijze toegankelijk moet zijn voor iedereen. De financiële toegankelijkheid tot kwalitatieve zorg en het solidair verzekeringsprincipe moeten voorop blijven staan en dat wordt nu niet meer gegarandeerd.

Voor toegang tot het zorgbudget wordt op dit moment niet de voorwaarde gesteld dat men eerst bijgedragen moet hebben voor men van dit recht kan genieten. Er bestond wel reeds een voorwaarde van vijf jaar legaal verblijf om toegang te krijgen tot een zorgbudget. Nu wil men deze voorwaarde zo maar verdubbelen tot tien jaar, wat een enorm verschil betekent in de praktijk. Sommigen die vandaag recht zouden hebben op het zorgbudget, zullen dat morgen niet meer hebben. Als men bovendien de redenering dat men eerst moet bijdragen helemaal doortrekt, zouden binnenkort ook alle jonge mensen geen toegang meer kunnen krijgen tot een zorgbudget.

Je moet ook vijf jaar legaal in België verbleven hebben en in het bezit zijn van een inburgeringsattest – waarvoor de voorwaarden vandaag nog moeilijker worden gemaakt met de aanpassingen aan het inburgeringsdecreet – om toegang te krijgen tot een lager tarief. Dat zou de integratie bevorderen, terwijl het tegendeel waar is. Het lagere tarief is specifiek bedoeld voor mensen met een lager inkomen en moet rekening houden met de financiële draagkracht van de betrokkene. In het licht van die doelstelling valt niet te verantwoorden dat een onderscheid wordt gemaakt op grond van criteria die niets te maken hebben met financiële draagkracht. Het is moeilijk te begrijpen hoe het laten betalen van een hogere premie door personen die het financieel al moeilijker hebben, de integratie zou bevorderen.

Ook de dossiertaks die men wil invoeren voor het instellen van een administratief beroep vormt een bijkomende drempel tot het verkrijgen van rechten binnen de Vlaamse sociale bescherming. Deze drempel kan, minstens voor bepaalde personen, veel groter zijn dan de Vlaamse Regering nu inschat of aangeeft.

2. Het decreet is in strijd met sociale grondrechten
Artikel 23 van de Grondwet stelt dat iedereen recht heeft op sociale zekerheid. Hoewel dit in de praktijk geen nieuwe rechten geeft aan mensen, verbiedt dit artikel dat bestaande rechten worden afgebouwd. En daar knelt nu juist het schoentje.

Terecht stelt de Raad van State dat het ontwerpdecreet in strijd is met artikel 23 en een achteruitgang betekent in de sociale bescherming. Een aanzienlijke achteruitgang bovendien. Zonder dat de regering een reden van algemeen belang aanvoerde om deze achteruitgang te verantwoorden.

Zoals deze Vlaamse regering wel meer doet, tracht ze ná het advies van de Raad van State alsnog een reden op te geven. Deze reden draagt een duidelijke ideologische stempel: je zou pas recht hebben op het zorgbudget als je hebt bijgedragen. Dit zou nodig zijn om de financiële houdbaarheid van de Vlaamse sociale bescherming te behouden. Nochtans worden nergens concrete cijfers aangehaald die aantonen dat dit nodig is, integendeel: in de memorie van toelichting wordt aangegeven dat het om maximaal een duizendtal personen zou gaan.

3. Het decreet is discriminerend en creëert A- en B-burgers
Het ontwerp van decreet ruilt de universaliteit van de sociale zekerheid als mensenrecht in voor een eng, nationalistisch perspectief: waar men als 'hier geboren en getogen Vlaming' sowieso recht heeft op een zorgbudget, ongeacht het feit of men bijgedragen heeft of niet door het betalen van zorgpremies, moet men als nieuwkomer eerst bijgedragen hebben om zo 'waardig' te zijn om van dit recht te mogen genieten. Dit creëert verschillende categorieën van burgers, die aan verschillende voorwaarden moeten voldoen om toegang te krijgen tot essentiële zorg.

Artikel 10 en 11 van de Grondwet omvatten het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel. De Raad van State stelt met reden dat het ontwerpdecreet in strijd is met deze artikelen: door de nieuwe voorwaarden wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende burgers, zonder dat dit onderscheid op een objectief criterium berust en redelijk verantwoord is.

Conclusie

De Vlaamse regering moet de sociale grondrechten respecteren en mag niet discriminerend handelen. Iedereen die een zorgnood heeft, moet daarvoor geholpen worden en middelen ter beschikking krijgen. Wie zorg nodig heeft, heeft geen tijd om te wachten.

Als middenveld willen wij een samenleving die sociale bescherming en sociale grondrechten hoog in het vaandel voert. Als middenveld willen wij een samenleving die niet discrimineert en waarin alle burgers zich thuis voelen.

Het is nu aan de parlementsleden om zich uit te spreken of zij ook voor zo’n samenleving kiezen.

 

Deze brief wordt onderschreven door:

ACV
ACLVB
net
Christelijke Mutualiteit
ella vzw | Kenniscentrum gender en etniciteit
EPO
FAIRWORK Belgium vzw
Furia vzw
Geneeskunde voor het Volk
GRIP vzw
Hand in Hand tegen racisme vzw
Instituut Samenwerking Universiteit Arbeidersbeweging,
Internationaal comité vzw
JES vzw
KifKif
Liga voor Mensenrechten
Masereelfonds Vilvoorde
Medimmigrant
Minderhedenforum
Netwerk tegen Armoede
OKRA vzw
Orbit vzw
Progress Lawyers Network
Samana vzw Samenlevingsopbouw
Vlaams ABVV
Vluchtelingenwerk Vlaanderen vzw Ten persoonlijke titel:
Bob Brijs, advocaat
Evert Zinzen, decaan Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
Geert Matthys , docent Artveldehogeschool
Henri Eisendrat, Prof. Dr. VUB,
Ilke Adam, VUB
Karim Zahidi, voorzitter Masereelfonds
Karin Verelst, wetenschapsfilosoof, VUB
Kristin Henrard, hoogleraar internationaal recht, Brussels School of Governance
Marc Rigaux, gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen
Maxime Stroobant, prof VUB, Gew.senator
Miep Grouwels, Advocate
Pascal Debruyne, dr. Politieke Wetenschappen, Onderzoeker Asiel en MIgratie, Odisee Hogeschool
Raoul Flies, voorzitter Masereelfonds SInt-Niklaas
Saloua Berdai, gerontoloog, VUB
Stefaan Verschueren, advocaat-stagiair