Opgelet, De Wever spreekt weer

Na een korte radiostilte kwam Bart De Wever op vrijdag 14 april alweer voor de microfoon. Hij deed dat na een onderhoud met onderhandelaar Wouter Beke. En hij zei meteen een aantal hoogst merkwaardige dingen.

Na een korte radiostilte kwam Bart De Wever op vrijdag 14 april alweer voor de microfoon. Hij deed dat na een onderhoud met onderhandelaar Wouter Beke. En hij zei meteen een aantal hoogst merkwaardige dingen. Na een korte radiostilte kwam Bart De Wever op vrijdag 14 april alweer voor de microfoon. Hij deed dat na een onderhoud met onderhandelaar Wouter Beke. En hij zei meteen een aantal hoogst merkwaardige dingen.
  De Paasvakantie heeft Bart De Wever duidelijk weinig deugd gedaan. De onderhandelingen over een nieuwe regering evenmin: er beweegt eenvoudigweg niets, en in de berichtgeving schommelt men van totaal pessimisme naar het soort van minimale optimisme waaraan we nu al bijna een jaar gewend zijn geraakt. ‘Constructieve gesprekken’ in een ‘positieve sfeer’, dat is hoe men deze stilaan hallucinante carroussel van politieke incompetentie probeert gestalte te geven. De Wever was na zijn gesprek met Beke niet geneigd tot enig positivisme. Hij ergerde zich blauw aan de kritiek die hij de afgelopen dagen kreeg uit de hoek van de SP.A en VLD, want, zo zegt hij, op die manier benadeelt men de onderhandelingspositie van ‘de Vlamingen’ in het algemeen. Zoals we weten staat enkel de N-VA voor de Vlamingen, nietwaar. Hij ergerde zich eveneens blauw aan de regering van lopende zaken die nu een meerjaren-begroting aan het opstellen is. Dat is logisch, want een dergelijke begroting zou wel eens een forse streep kunnen trekken over de beleidsplannen die De Wever zou hebben ingeval het ooit toch tot een N-VA regering zou komen. Hij was dus geërgerd. Gewapend met die ergernis – dat wil zeggen, met een haast ondraaglijke zuurtegraad in zijn woorden – zei De Wever drie dingen die aandacht verdienen. Kleine dingen, die niet door de grote media werden opgepikt. Ze zijn echter onthullend voor het gedachtengoed van De Wever en zijn partij. Ik overloop ze. Eén. De Wever opende meteen na de eerste vraag van de interviewer met de stelling – een vanzelfsprekendheid voor hem – dat deze onderhandelingen gaan over een staatshervorming. Dat is eigenaardig, want we zijn er steeds vanuit gegaan dat ze gingen over een regeringsformatie. Dit zijn en blijven ‘formatiegesprekken’ want ze volgen op verkiezingen en hebben als doel de vorming van een regering. Voor De Wever ligt dat anders: dit zijn onderhandelingen over de hervorming van het land – een grondige en diepe staatshervorming, in feite de verdamping van België. Zij die de beruchte ‘nota-De Wever’ hebben gelezen weten dat. (1) De Wever is al sinds de verkiezingen medio 2010 bezig met iets heel anders dan de vorming van een regering. Hij is zelfs niet eens bezig met gesprekken over het te voeren beleid in een hele reeks van domeinen: economie, sociaal beleid, binnenlands en buitenlands beleid, defensie- en veiligheidsbeleid, energiebeleid, consumentenbeleid, noem maar op. Over die dingen, geloof het of niet, blijkt men nog geen woord te hebben gezegd sinds de triomf in het stemhokje vorig jaar. Het enige, letterlijk het enige, waarover men het heeft en heeft gehad zo ver is een staatshervorming. Over een echte regering met een regeerprogramma geen woord. De Wever probeert al ruim 300 dagen communautair beleid te onderhandelen met partijen en politici die nog niet in functie zijn als regeerpartners. In de regel verloopt dat anders: men vormt een regering en daarna maakt men beleid, in samenspraak met en onder controle van het parlement, en voor het oog van de publieke opinie. De achterkamertjespolitiek van de regeringsformatie wordt door De Wever gebruikt om een beleid te voeren dat geen controle verdraagt, van het parlement noch van de publieke opinie. Het is een verkrachting eerste klasse van de democratische spelregels. Hij heeft daar een goede reden voor, en dat brengt ons bij het tweede punt. Twee. Gevraagd naar een diagnose van de politieke toestand herhaalde hij wat hij constant herhaalt. Vlaanderen heeft in 2010 rechts gestemd, Wallonië links. Die twee gaan niet samen, en dus moet België gesplitst worden. Ik heb hier al eerder op gewezen: een tijdelijk en toevallig fenomeen zoals verkiezingsuitslagen wordt door De Wever aangegrepen om een eeuwigdurende situatie te scheppen. Aangezien Vlaanderen nu toevallig, en voor de allereerste keer de N-VA als grootste partij heeft gelozen, en Wallonië toevallig nu het rechts leiderschap van de MR van Reynders heeft ingewisseld voor een links leiderschap van Di Rupo en z’n PS – om die reden moet deze unieke verkiezingsuitslag de blauwdruk opleveren van het België van de toekomst. Dat de N-VA bij de volgende verkiezingen de grote verliezer is, behoort tot de mogelijkheden. Meer nog, het is zeer waarschijnlijk dat de volgende verkiezingen niets opleveren voor De Wever. Een winst van enkele procenten verandert niets aan de huidige verhoudingen; een verlies van één procent maakt De Wever tot de grote verliezer van de verkiezingen. Hij beseft derhalve dat alles wat hij wil bereiken in z’n politieke leven nu-nu-nu moet bereikt worden. Een tweede kans komt er allicht niet. Het schandalige van deze houding zit ‘m op verschillende niveaus. Eén, een tijdelijke en zeer veranderbare situatie – rechts tegen links in België – wordt voorgesteld als een eeuwigdurende fundamentele tegenstelling. Dat is een leugen, demagogie, machtsmisbruik, het platst mogelijke electorale opportunisme en nog heel wat andere zaken. Twee, De Wever zadelt met z’n alles-of-niets politiek de volgende generaties op met de opkuis van zijn politieke droom. Deze opkuis zal sociaal-economisch, cultureel, ideologisch en moreel zijn. Hij ontzegt op dit ogenblik iedere Vlaming die zijn droom niet deelt het recht om te leven in een samenleving die afwijkt van de UNIZO/Voka-visie en de Maddens-doctrine. Wanneer De Wever nu zijn zin krijgt dan leeft de meerderheid van de Vlamingen morgen in een samenleving die ze niet wil. Ziehier de grote democraat De Wever. Democratie heeft voor hem slechts één betekenis: de machtsverhouding die ontstaat omwille van een verkiezingsoverwinning. Die overwinning maakt hem ‘democraat’, en ze blijkt hem daarenboven ook de alleenheerschappij te bezorgen. Sinds de verkiezingen van vorige zomer beschouwt De Wever zich als de alleenheerser van Vlaanderen, want iedere andere partij moet z’n klep houden. Vandaar zijn reactie op de recente kritiek: de onderhandelingspositie van de Vlamingen wordt erdoor aangetast – niet enkel die van hemzelf en de N-VA dus, maar die van ons allemaal, want hij vertolkt de stem van alle Vlamingen. Wie het daarmee niet eens is – “niet in onze naam” – die wordt meteen als ‘anti-democraat’ afgeschilderd, als een linkse nerd die ‘geen respect voor de democratie’ heeft. In de visie van de victorieuze De Wever is een democratie best totalitair, eerder dan totaal. Pure Macchiavelli: laat alles maar verrotten tot je je zin krijgt, en laat je tegenstrevers daarna de puinhopen ruimen. Drie. De Wever was zo boos op zijn critici dat hij zich liet ontvallen dat zelfs de VLD ‘een linkse lijn volgt’. Wel wel wel. De VLD links, tjonge tjonge. Toen ik uitgelachen was, moest ik meteen denken aan Dedecker en De Winter. Extreem-rechts heeft er in ons land een sport van gemaakt om alle anderen als ‘links’ af te schilderen. Dat is niet moeilijk wanneer je zelf extreem-rechts bent: hoe meer men naar rechts opschuift, hoe meer er als ‘links’ kan worden bestempeld. Het wordt dan ook tijd dat we De Wever beginnen te benoemen voor wat hij in wezen is: extreem-rechts. Zijn partijtje staat een neoliberaal ondernemersparadijs voor waarin flexicurity ons welzijn zal bepalen; law and order is van opperst belang; de partij staat een etnisch chauvinisme voor dat enkel cosmetisch afwijkt van datgene wat het Vlaams Belang en Wilders in Nederland prediken. Af en toe moet Peumans wat gaan neuzelen over ‘gelaagde identiteit’ en een ‘open concept’ van Vlaming-zijn; dat klinkt goed, het zaait voldoende verwarring bij de critici, en de extreem-rechtse agenda kan gewoon gevolgd worden. Die partij en z’n Leider verkracht en verdraait de democratie op alle mogelijke manieren. En die partij en z’n Leider houdt al bijna een jaar de normale politieke processen tegen om iets heel anders te doen dan datgene wat ze moét doen. Ze moet een regering vormen, daarna met open vizier en volledige transparantie haar plannen voorleggen aan iedereen, ze bepleiten en beargumenteren tot wanneer ze goedgekeurd worden. Of ook: ze opbergen wanneer ze de kritiek niet overleven, toegeven dat bepaalde punten nu niet realiseerbaar zijn. Ook verliezen en toegeven is politiek. We weten uit de geschiedenis dat de ideale staat enkel op totalitaire wijze tot stand kan komen. Niemand mag dit toelaten aan De Wever en zijn extreem-rechtse ploeg.
.