Over Kolakowski, een hardcore filosoof

Over de belangrijkste facetten van Kolakowski’s denken: kritiek op marxisme, secularisme en totalitarisme, het waagstuk van de vrijheid en de waarheid, de uitdagende vragen van de grote filosofen, de mens zonder alternatief en de onmogelijkheid om aan het metafysische te ontsnappen.
Over Kolakowski, een hardcore filosoof
 

Het Oosten biedt ons vandaag een onweerstaanbare aantrekkingskracht; het geloof in ongebreidelde marktprincipes staat onder druk en daarom moeten de landen die bepaalde positieve effecten nog kennen ons in dat radicale en ongenuanceerde geloof sterken. De onlangs nieuw aangestelde voorzitter van de Europese Raad bijvoorbeeld is de ex-premier van Polen (2007-2014), Donald Tusk. Polen staat bekend als een economisch groeiland en mede door de benoeming van Tusk is het interessant om met het land en zijn geschiedenis kennis te maken. Daarvoor is Leszek Kolakowski  (1927-2009) de uitgelezen persoon. De Poolse filosoof en hoogleraar heeft op verschillende kruispunten van onze recente geschiedenis gestaan en de drie opmerkelijke regimeovergangen van zijn thuisland beleefd -al dan niet gedwongen- in het buitenland. Kolakowki catalogeerde zichzelf politiek-filosofisch tussen deze drie kruispunten als een conservatief liberaal socialist. Hoe de huidige voorzitter van de Europese Raad zich in de toekomst zal positioneren in de politieke driedeling moet nog duidelijk worden voor de Europeaan.

Auteurs en algemene indeling boek

Dit boek is geschreven en samengesteld door drie auteurs: emeritus hoogleraar Jacques De Visscher van de Radboud Universiteit Nijmegen; onderzoekster en doctor in de wijsbegeerte Alicja Gescinska (zij heeft een Pools-Belgische achtergrond), verbonden aan een gerenommeerd college in Massachusetts en gewoon hoogleraar Guido Vanheeswijck, verbonden aan de UA en tevens deeltijds hoogleraar aan de KUL. De uitgever plaatste het boek in de reeks denkers en hiermee is Kolakowski in gezelschap van remarkabele figuren zoals Bergson, Foucault en Sloterdijk. Het boekwerk beslaat 259 bladzijden en is verdeeld in 11 hoofdstukken, een uitgebreide en gestoffeerde bibliografie met persoonsnaamregister incluis waar regelmatig naar verwezen wordt doorheen het boek. Er komen ronkende tilel in voor zoals ‘My correct views on Everything’; ‘Mens zonder Alternatief’ en ‘Modernity on Endless Trial’. Aan de bibliografie is duidelijk veel werk verricht wat het boek tot een handig naslagwerk bevordert, niet in het minst omdat er veel materiaal van Kolakowski bestaat in verschillende talen (hij was een taalpluralist). Door de driedeling in schrijvers kan worden gepuurd uit verschillende Duitse, Franse, Nederlandse, Engelse en Poolse bronnen wat zeker een meerwaarde voor het boek betekent. Elk van de auteurs heeft een aantal hoofdstukken voor zijn/haar rekening genomen die zij aan elkaar hebben doorgestuurd. Daar de coherentie en achtergrond tussen de schrijvers groot is en zij elkaar hebben gelezen en aanmerkingen gegeven, kan er nergens een kwaliteitsval of stuitende onenigheid worden gedetecteerd. Daarom kan in deze bespreking gerust worden gerefereerd naar de auteurs in algemene zin zonder telkens te moeten verwijzen naar de eigenlijke opsteller, de relevantie daarvan kan door de lezer zelf worden bepaald. De auteurs brengen weliswaar verschillende invalshoeken en onderwerpen maar deze zijn onderling verdeeld en bekeken. Het niveau van het boek is hoog, de filosofische vaktermen onmiskenbaar doch niet opzettelijk overmatig wat het boek onderhoudend en leerzaam maakt zonder vervelend of saai te worden.

Hectiek

Er wordt een vliegende start genomen door het leven van Leszek Kolakowski (°1927) te beschrijven vanaf zijn kinderjaren. Men krijgt daarbij de indruk in de film ‘The Pianist’ van Roman Polanski te zijn beland ware het niet dat er hele generaties mensen en oorlogskinderen soortgelijke situaties hebben meegemaakt. Soms wordt er lichtjes overdreven (kinderen vandaag maken ook wel eens bijna-dood ervaringen mee) maar het scherpt het historisch kader zeker aan. Het verblijven op verschillende vluchtadressen en sferen met daarbij als enige ontspanning boeken in meerdere talen maakte van Kolakowski vanaf vroege leeftijd een autodidact. De toepasselijke subtitel van het boek ‘De onrust van onze eeuw’ past in de sociale constellaties waarin de man leefde. Kolakowski beleefde achtereenvolgens een despotische republiek (Tweede Republiek), nazisme, communisme en democratie (Derde Republiek). Deze drie overgangen tussen vier regimes bepaalden wellicht zijn driedelige opstelling in het leven.

In het eerste deel worden Kolakowski’s paden en persoonlijke contacten uitvoerig bekeken zodat de vraag zich noopt wie er niet is opgenomen door de auteurs. Zo’n opvallend contact is Wlodzimierz Brus, wiens levenswandel en ideeën toch opvallende gelijkenissen vertoont met Kolakowski. De Poolse econoom Brus verdiende gerust een vermelding in dit boek vanuit de wetenschap dat deze man Kolakowski bijstond op een heikel moment vlak voordat deze Polen verliet in 1968. Dat de filosoof tot een intellectuele elite behoorde in een sterk controlerende omgeving maakte hem willens nillens nauw verbonden met deze elite. Moeilijke episodes worden door de auteurs echter niet geschuwd al is het opzet van dit boek toch vooral bekendheid te geven aan Kolakowski zonder daarbij een proces te maken. Hierbij zijn de auteurs meer dan geslaagd, alles wordt overtuigend gebracht. Desalniettemin moet de lezer gewaarschuwd zijn niet zomaar op een city-trip in Krakau zichzelf interessant te maken of een heidense devotie voor een (on)gewone sterveling tentoon te spreiden. Kolakowski komt uit een onrustige periode uit de geschiedenis van Polen, maakte fases mee in zijn denken en positie, zijn thuisland wordt bevolkt door gelovige mensen. De filosoof is in eigen land dus geen onbesproken figuur. Kolakowski betitelde zichzelf al op zeer jonge leeftijd als enige in zijn klas als ongodsdienstig maar had later op bepaald ogenblik intense contacten met de (Poolse) paus Johannes Paulus II. Zijn leven zal doorweven worden door schrijven over geloof en ongeloof en welke functies en rol hij aan geloof en geloven toedichtte. Kolakowski’s pleidooi: een grijs christendom en het niet veronachtzamen van de christelijke wortels in Europa.

Besproken paradigma’s in het boek

Doorheen het boek lopen een aantal lijnen of paradigma’s die vaak terugkomen doorheen de hoofdstukken. De aanzet tot die lijnen met de opvoering van een stripteaseuse of een nar is provocatief maar niet gratuit. Aan de orde komen de escatologische vragen, zingeving en theodicee, predestinatie en verantwoordelijk gedrag en de utopie (het vijfde thema). Dit vaak in het licht van vrijheid wat in hoofdstuk 3 en 4 uitvoerig aan bod komt, concreet gesteld het kader van de negatieve vrijheid of de afwezigheid van allerlei belemmeringen en bepalingen. Waarin Kolakowski verschilt van Hobbes in de benadering van het negatieve vrijheidsconcept kan u in het boek lezen. De auteur van hoofdstuk 3 laat de hogere moraal in de koppeling naar een negatief respectievelijk positief liberalisme achterwege zodat de lezer nauw verbonden blijft bij Kolakowski’s denkwijze. Niettemin is de uiteenzetting niet louter descriptief maar worden de stellingen verduidelijkt wat zeker welkom is. Er worden vele verbanden getrokken naar het schadebeginsel van Mill (dat ontoereikend wordt bevonden), Jeremy Bentham, Henri Lacordaire enzovoort. In het daarop volgend vierde hoofdstuk komt de kritiek van Kolakowski op Spinoza’s vrijheidsvisie aan bod.

Door de eerst besproken driedeling zou men Kolakowski initieel als een Platonist kunnen catalogeren ware het niet dat hij zich fel uitgesproken heeft tegen het utopisme en het absolute in allerlei bewoordingen en op allerlei terreinen. Het utopisme wordt ontmaskerd als de Grote Onmogelijkheid. De onvruchtbare utopie van de volkomen autonomie van de mens en de hoop op zijn volledige vervolmaking  (het prometheïsch-faustiaans motief), behoort volgens Kolakowski wellicht tot de meest doeltreffende instrumenten van de zelfmoord die onze cultuur ooit heeft uitgevonden. Zijn afzet tegen nihilisme waardenrelativisme en cultuurrelativisme is hierbij niet vreemd. Kolakowski’s afkeer tegen afgeronde systemen* zijn oorspronkelijk voortgevloeid uit zijn afscheid van het Marxisme. Hiervoor is de filosoof het meest bekend geworden, zijn magnus opus van meer dan 1.200 bladzijden behandelt dit onderwerp tot in het detail (al verwerpt Kolakowski sommige insteken achter het Marxisme niet volledig). ‘Er is een werkelijkheid die alle mensen gemeen hebben’, lezen we in hoofdstuk 5 en zo wordt er alsnog een vruchtbare verlossing bereikt tegen de stelling dat alles volgens eigen kijk is. Een alternatief voor het verschrikkelijke woord [?] wordt onachtzaam door de auteur als toemaatje meegegeven (in het Frans) waarvoor een oprechte dank**. Alle woordelijke escapades op een stokje: de uitdrukking ‘het kind niet met het badwater wegspoelen’ is dus waarschijnlijk door Kolakowski uitgevonden. De idee heeft aldus zijn verdiensten maar de uitvoer ervan is dat op zijn zachts gezegd niet. Deze ontleding komt ook terug in zijn benadering naar andere paradigma’s en komt neer op het niet zomaar weggooien van de these en antithese zoals in de filosofie gebruikelijk (men weet aan wie men schatplichtig is). Kolakowski heeft volgens de schrijvers bijgevolg in een sfeer van catharsis afscheid genomen van het Marxisme door toepassing van de Socratische twijfel.

Hoewel Kolakowski geen marxist meer was heeft hij zich ook niet ingeschreven aan de andere kant van de medaille in wat wij nu als het neoliberalisme benoemen. De afzet van Kolakowki tegen het vandaag fel vigerende marktisme en het niets ontziende efficiëntie denken maakte van hem een conservatieve sociaal liberaal. Dualiteit is bij uitstek het codewoord in deze filosoof zijn leven; de nefaste effecten van utopisten en absolutisten maken dat hij zich terughoudend opstelde tegenover deze fasen door middel van twijfel maar er zich ook niet buiten plaatste en de confrontatie niet uit de weg ging.

Om te weten hoe Kolakowski andere confrontaties aangaat en uiteindelijk zelfs de duivel weet te laten dansen maar zich toch altijd handig weet te onttrekken kan u naar de betere boekhandel of bibliotheek gaan.

Fin

Onderhoudend, uitgebalanceerd en leerzaam boek die een uitmuntende weergave geeft in het werk van een -in onze contreien- relatief onbekende Poolse filosoof. Studenten in wijsbegeerte zullen dit boek naar waardering weten te schatten en de onderlegde lezers zullen zeker nieuwe invalshoeken ontdekken. De auteurs hebben hun opzet van vulgarisatie tot deze filosoof met vlag en wimpel bereikt al doen zij naar gevoel soms iets te hard hun best en ontbreekt hier en daar een kritische noot. Als naslagwerk een boek waar veel naar teruggegrepen zal worden en liefst te lezen in een rokerig café of stoffige bibliotheek bij goed of minder goed gezelschap.

 

* Kowakolski zag de socialistische utopie naast de nationalistische ideologie en theocratische tendenties als een Europees kenmerk. Hij verdedigde (net als Kant) de abstracte mens tegenover de concrete mens en had kritiek op de radicale liberale maatschappij die vervalt in een anarchistisch utopia waarbij alles vrije markt en spel van vraag en aanbod wordt en hele verantwoordelijkheden overboord worden gegooid. Concreet wordt hij niet maar het onvoorwaardelijk basisinkomen is hierin een voorbeeld bij uitstek. Benoemen doet hij wel: als zijnde maniakale liberalen maar men zou ze ook de maniakale socialisten kunnen noemen of de verliezersocialisten. De religie is één van de vijanden van de onvruchtbare utopie.

** Als ook u naar dit Franse woord benieuwd bent: het Nederlandse woord ‘ontleding’ komt dicht in de buurt.

 

Johan Costermans
Student Communicatiewetenschappen

 

>>> Leszek Kolakowski. De onrust van onze eeuw [Jacques De Visscher, Alicja Gescinska en Guido Vanheeswijck] Uitgeverij Klement