[Reisverhaal] Bahram in Koerdistan Dag 12: De koning op de berg en de mier eronder

Bahram Maaruf (22) keert samen met zijn vader, een voormalig guerillastrijder, terug naar Koerdistan. Dit is zijn reisverhaal. Bahram in Koerdistan Dag 12: De koning op de berg en de mier eronder
[Reisverhaal] Bahram in Koerdistan Dag 12: De koning op

Tijdens één van onze tochten vroegen we de weg aan een oude man, die aan het uitrusten was op een muurtje.

 

Ik ben Bahram, 22 jaar oud en studeer sociaal-cultureel werk aan de Katholieke Hogeschool Leuven. Mijn vader is een oud guerillastrijder uit Iraaks Koerdistan. Ik heb dit jaar besloten om terug te keren naar Koerdistan en te observeren hoe het sinds de bevrijding door de Amerikanen veranderd is. Ik spreek de taal zelf nog maar een klein beetje maar heb mijn vader om mij bij te staan en voor mij te vertalen. In functie van mijn studies schrijf ik dit verslag over mijn bevindingen als ontdekker en avonturier.

De koning op de berg en de mier eronder

Vandaag wordt onze laatste grote uitstap. We gaan naar een plek waar ik acht jaar geleden ook geweest ben en die ik heel graag terug wou zien. We rijden van Kirkuk naar Chamchamal en nemen een weg die ik mij nog heel levendig herinner. Mijn vorige passage op deze weg was namelijk erg memorabel.Aan de rechterkant van deze weg ligt het gebied van de vierde divisie waar mijn vader in zijn guerillatijd bij gevochten heeft. Aan de linkerkant van de weg ligt het gebied van de derde divisie. De weg was de grens tussen deze twee.

De hinderlaag

Toen ik de laatste keer over deze weg reed, zat hij vol putten en kon je niet snel rijden. Wat toen gebeurde, heeft ons bijna onze auto en ons leven gekost. We reden terug van een daguitstapje in het schemerdonker richting Chamchamal. Op een gegeven moment staken we een brug over een rivier over en aan de andere kant bevond zich een checkpoint. Of dat dachten we toch. Mijn vader had meteen na het passeren ervan door dat er iets niet pluis was.

De mensen die de post bemanden, waren geen echte militairen. Achter ons zagen we al snel een auto aankomen. DHet was duidelijk de auto die naast de checkpoint stond. Die mensen wilden ons voorbij steken en een beetje verder een hinderlaag leggen!

Mijn vader gebood mijn nonkel om koste wat het kost de auto niet voorbij te laten. Hij gaf gas en reed als een rallypiloot over de weg. De putten en barsten kon hij niet ontwijken en de auto raakte meermaals de weg met de onderkant. Mijn hoofd heeft toen ook enkele keren het plafond geraakt door de snelheid waarmee we reden.

Uiteindelijk haalde de auto ons toch in en bij het voorbijsteken zagen we enkele mannen die zwaar bewapend in de auto zaten en vervaarlijk naar ons keken. We dachten dat we er geweest waren, maar wat we niet wisten was dat we al te dicht bij Chamchamal waren genaderd zodat ze geen tijd meer hadden om een hinderlaag te leggen en ons te overvallen. Die avond zijn we door het oog van de naald gekropen.

Bergen en dalen

Nu rijden we deze weg in de omgekeerde richting. Hij is al lang niet meer zo slecht en het wordt een zeer aangename tocht tussen groene velden en over kabbelende beekjes. We paseren de bewuste plek waar al die jaren geleden de checkpoint was en ik herinnerde het mij alsof het pas gebeurd was.

Uiteindelijk komen we aan de bergketen die tijdens het rijden altijd links van ons had gelegen. We beginnen te klimmen. Steeds hoger en hoger, tot we op de top aankomen. Ik kan mijn ogen niet geloven! Diep beneden ons liggen de velden als een lappendekentje uitgespreid.

We rijden de berg verder over en komen aan de andere kant weer een dal tegen. Ik zie in de verte de berg Piramagrun en achter het dal beneden een reeks besneeuwde toppen. Dat is Iran, zegt mijn vader me. Die bergen liggen vijfhonderd kilometer verder. Zo ver kan je van hier zien.

We rijden verder naar beneden en zien het ene na het andere adembenemende schouwspel van bergen en dalen passeren. Ik kan ze blijven beschrijven maar dat zou mij te lang kosten en te ver laten afdwalen. Op deze weg komen we ook amper een levende ziel tegen.

We stoppen meerdere keren pal in het midden van de weg om foto’s te nemen. Na een uur tussen de bergen slingeren, komen we eindelijk een auto tegen. Nog een half uur later zijn we de bergketen over en rijden we over het dal dat we eerst van boven hadden gezien.

Dit is de groenste en mooiste plek die ik op mijn hele reis ben tegengekomen! Alle bomen staan in bloei en de velden staan vol graan en tarwe. Het is heel plezierig om hier door te rijden. Ik kijk mijn ogen uit en krijg kriebels in mijn buik. Dat komt doordat de weg over en tussen heuvels slingert. Je maakt de hele tijd een op- en neerbeweging tijdens het rijden waardoor het lijkt alsof je in een rollercoaster zit.

Koning Naramsing

Onze bestemming deze voormiddag is een rotswand die behoort tot de twaalf toppen van de bergketen. Tegen deze rots ligt een heel belangrijk historisch stuk erfgoed van de Koerden. Saddam is met zijn leger nooit tot hier geraakt omdat het land hier zo onneembaar is. Hier hebben altijd guerillastrijders gezeten om de bevolking en zijn prachtige plekken te beschermen. Daarom staan er ook nog zoveel bomen in dit gebied.

In de tijd van Alexander De Grote was er een Nepalese koning genaamd Naramsing die Alexander wilde volgen naar India. Hij wilde India veroveren maar moest daarvoor door Koerdistan. Alexander had bij het doorkruisen van het Koerdisch gebied tol moeten betalen. Hij weigerde dat te doen bij zijn eerste poging en verloor een heel groot deel van zijn leger, waardoor hij moest terugkeren.

Bij zijn tweede poging betaalde Alexander wel tol en mocht hij door. Naramsing weigerde echter. Hij werd met zijn leger tegen een rotswand gedrukt en kon geen kant meer uit. Hierop gaf hij zijn volgelingen de opdracht om een beeltenis van zichzelf uit te kappen in de rots waar hij in het nauw was gedreven. Onder zijn voeten beval hij de lichamen van zijn dode vijanden af te beelden. Zijn leger en hijzelf zijn gesneuveld omdat hij zich weigerde over te geven. Tot op de dag van vandaag kan je deze beeltenis aanschouwen.

We stappen uit waar de weg eindigt en beginnen onze klim naar de bewuste rotswand. Onder ons stroomt een riviertje uit een bron in de berg. De dorpelingen van het naburige dorp hebben een pijplijn getrokken waar de bron ontspringt om altijd zuiver water te hebben. Ik kan me amper voorstellen dat een leger van duizenden soldaten hier heeft kunnen overleven tot het bittere einde. Water hadden ze genoeg, maar de plek moet echt een hel zijn geweest. Het is hier steil, één verkeerde stap en je valt te pletter.

Je kan zelfs nog steeds de sporen zien van de aanwezigheid van de soldaten. Op sommige plaatsen zie je dat er in de rots is gekapt om schuilplaatsen te maken en het pad is nog steeds zeer duidelijk zichtbaar. Deze plek wordt nog steeds niet veel bezocht. Er zijn niet veel mensen die ervan op de hoogte zijn.

Na een uitdagende klim zie ik hem eindelijk. Hiervoor hebben we drie uur in de auto gezeten. Ik moet zeggen dat het de moeite meer dan waard is geweest. Het is een van de best bewaarde beeltenissen die ik ooit gezien heb! Ik betuig hem in gedachten mijn respect. Na even rusten en wat foto’s nemen, vertrekken we naar onze volgende bestemming.

Oud koppeltje op de bergtop

Deze keer nemen we een andere weg terug en rijden we het dal volledig door. We moeten één keer de weg vragen bij een klein dorpje. Net voor het dorp wandelt een krom oud vrouwtje langs de weg. Een beetje verder zit een oud mannetje op een muurtje kennelijk uit te rusten. Hij toont ons de weg op een manier zoals enkel een oude man dat kan. Ik moet glimlachen terwijl hij ons wijst waarheen we moeten.

Het vrouwtje, dat een eindje terug aan het wandelen is, is blijkbaar zijn vrouw. Ze zijn samen een wandeling gaan maken. Ik voel een diep respect voor deze twee bejaarde mensen en je kan zien dat dit koppel een gelukkig leven heeft gehad met elkaar. Dat ze beiden nog leven en op wandel gaan, vervult me van vreugde.

De asfaltweg maakt plaats voor grind en steentjes. In dit deel komen heel weinig mensen en dat is er ook aan te zien. Het is hier prachtig en ik geniet met volle teugen van het schitterende landschap. Voor de zoveelste maal bedenk ik me wat een paradijs dit toch is.

Ik kom graag op plekken waar niet veel mensen komen en ik heb een beetje een afschuw van plaatsen die te toeristisch zijn. Op zulke verlaten plekken zie je het ware gezicht van een land. Je kan er de cultuur en schoonheid zien en proeven. De natuur is op deze plekken ook het puurst en niet aangeraakt door mensenhanden.

Strategisch voordeel

We passeren een berg met op de flank een klein dorpje. Deze plek heeft voor mijn vader veel emotionele waarde. Toen hij nog guerillastrijder was, werd hij overgeplaatst naar dit dorp om er het leger dat zich in het dal bevond tegen te houden.

De soldaten zijn er nooit voorbijgeraakt omdat de peshmarga’s een strategisch voordeel hadden op de flank van de berg. Zij konden ze heel precies beschieten maar omgekeerd konden de soldaten hen niet raken. Telkens als ze probeerden op te rukken, hielden de peshmarga’s hen tegen. Ongemerkt langsgaan was niet mogelijk omdat je een overzicht had van heel het dal beneden. We zijn even gestopt waar het leger zich al die jaren geleden bevond en ik merkte dat mijn vader emotioneel werd van het uitzicht. Aan deze kant heeft hij nooit kunnen staan.

Geheime schuilplaats

Na een tocht van twee uur komen we aan op onze tweede bestemming. Normaal doen mensen er hier twee dagen over om elk van deze twee plaatsen te bezoeken. Wij hebben er één dag over gedaan.

We staan beneden aan de voet van een canyon met langs beide kanten hoge rotsen. Boven mij kan ik een gigantische grot zien die door Jalal Talabani, de leider van de Koerdische politieke partij PUK, werd uitgeroepen tot historisch erfgoed. In deze grot was de schuilplaats en het ziekenhuis van de peshmarga’s.

In de grot zelf was plaats voor meer dan honderd mensen. Geen enkel vliegtuig of helikopter kon hier komen en dit is jarenlang de uitvalsbasis geweest van de guerillastrijders. Tijdens de Anfahl hebben ze zich hier verschuild. Hier durfde Saddam met zijn leger niet te komen en dit is altijd bevrijd gebied geweest.

We lopen door de grot waarvan de muren zwart zijn door de roet. Je hebt één grote grot en ernaast nog een kleinere die met elkaar verbonden zijn. Ik vond het ongelofelijk om erbij stil te staan dat hier honderden gewonden verzorgd werden en hier echt mensen geleefd hedden in deze barre omstandigheden. De grootste verrassing moest echter nog komen! Er was namelijk een grot onder de berg die nog groter en dieper was dan deze.

Gigantische onderaardse grot

We lopen langs de rotswand naar een kleine ingang die de berg binnenloopt. Is dit nu de grote grot, vraag ik me af. Zo groot is hij nochtans niet. Ik kon er echter niet meer naast zitten! Zodra we binnenwandelen wordt het vochtig en drukkend warm. We volgen een kleine smalle gang die steeds dieper en dieper de berg inloopt. Ik ben met stomheid geslagen als de gang opeens groter en groter wordt, tot we in een gigantische onderaardse grot staan.

Overal zie ik kleine vleermuisjes tegen het plafond hangen en soms komen ze met tientallen tegelijk los van de wand en flapperen boven onze hoofden. We wandelen dieper de berg in en ik voel me plots een kleine mier binnenin de aarde. Mijn vader vertelt me dat dit grottencomplex helemaal doorloopt tot onder de stad Kirkuk en dat het grootste deel zelfs nog niet ontdekt is door mensen. Ook zijn er stukken die nog onder water staan.

Tijdens de Anfahl hebben de peshmarga’s zich in deze grot verscholen voor het leger van Saddam Hoessein. Zelfs in de twee grotten die open zijn, was het toen te gevaarlijk. Ik kan het amper geloven als mijn vader het mij vertelt.

De Anfahl is een periode in de geschiedenis waarbij Saddam zijn leger de opdracht gaf om op te rukken tegen de Koerden en alles en iedereen dat ze tegenkwamen om te brengen of plat te branden. Vele duizenden mensen hebben toen het leven gelaten en er is veel kapotgemaakt en verloren gegaan.

We lopen nog wat dieper de grot in tot ik me benauwd begin te voelen. We zijn ondertussen al veertig minuten binnen en ik wil stilaan terug naar buiten. Er lijkt maar geen einde aan te komen. Geef mij toch maar open ruimtes waar ik kan zien wat er rondom mij gebeurt. Dit is zeker een van de meest indrukwekkende plekken die ik in mijn leven bezocht heb, maar ik ben toch blij als we uiteindelijk na een uur terug uit de grot zijn. Dit was zonder twijfel de mooiste dag van mijn reis. Ik ben blij dat ik mijn ervaring kan delen met degene die dit leest.

© 2014 – C.H.I.P.S. StampMedia – Bahram Maaruf