[Terugblik] Standpunt: Asha ten Broeke over gender >>> @deBuren

Asha ten Broeke is in Nederland al lang geen onbekende meer. Als wetenschapsjournaliste schrijft ze voor Trouw en De Volkskrant, en is ze af en toe te gast in programma’s als Pauw & Witteman. Haar uitgesproken feminisme levert haar heel wat haatmail en dreigtweets op.
[Terugblik] Standpunt: Asha ten Broeke over gender  >>>
 

Asha ten Broeke is in Nederland al lang geen onbekende meer. Als wetenschapsjournaliste schrijft ze onder andere voor Trouw en De Volkskrant, en is ze af en toe te gast in programma’s als Pauw & Witteman. Haar uitgesproken feminisme levert haar heel wat haatmail en dreigtweets op. Eén keer had ze een ontmoeting met iemand die haar regelmatig lastigvalt via Twitter: een ‘sympathieke bent’ (sic), die zijn haatcampagnes vooral als een spelletje beschouwt.

Dat laatste is een mooie illustratie van wat Ten Broeke bij deBuren kwam vertellen, al kwam het daar niet expliciet ter sprake. De lezing kaderde in een reeks die deBuren organiseert in samenwerking met kunstencentrum NONA uit Mechelen, waarbij telkens ‘een prominente spreker met een kritische stem zijn of haar actuele mening over een tijdloos thema’ kan geven. Na elke lezing volgde een kort interview door moderator Karl van den Broeck (hoofdredacteur Apache.be) aan de hand van vragen uit het publiek. Eerder kwamen al thema’s als God, filosofie en taal aan bod. (De prominente spreker voor het thema sport was overigens Hans Vandeweghe, die de laatste tijd nogal wat kritiek krijgt op zijn ‘actuele mening’. Maar daar gaat het nu even niet over.) Ten Broeke zou het over ‘gender’ hebben. Haar presentatie had de titel ‘Bloeden uit duizend kleine sneetjes. Hoe lullig microseksisme meisjes geestelijk kortwiekt’.

Microseksisme, dat zijn de dagelijkse, soms banale kleine (media)boodschappen die een heel rigide invulling van genderrollen promoten. Stereotiepe opvattingen over jongens en meisjes, over vrouwen en mannen, worden herhaald en versterken zo de beperkte en beperkende verwachtingen. Terwijl veel mensen dus denken (of de indruk wekken) dat het project van de emancipatie voltooid is, staan we met z’n allen meer dan ooit onder druk om in de ‘juiste’ hokjes te passen.
Dat begint zelfs al voor onze geboorte. Het eerste wat mensen over een baby willen weten, is of het een meisje of een jongen is. Dat is niet zo onschuldig als je zou denken. We gaan immers op allerlei manieren anders om met meisjes dan met jongens. Dat zie je ook in speelgoedreclame en kinderboekjes: meisjesdingen zijn roze of eventueel nog paars en hebben te maken met shoppen, met ‘jezelf mooi maken’, huishoudelijke klusjes en ‘als mama zijn’. De blauwe jongensspullen draaien daarentegen om avonturen, actie, en in toenemende mate om geweld. Ten Broeke documenteert dat soort alledaags seksisme op haar blog.
Naast die rigide opdeling van ‘kinderland’ in een blauwe en een roze domein merkt Ten Broeke een toenemende seksualisering op. Al op zeer jonge leeftijd krijgen meisjes constant de boodschap dat ze in de eerste plaats mooi en sexy moeten zijn. Dat gaat zelfs zo ver dat meisjes van zeven jaar aangeven dat ze ontevreden zijn over hun gewicht. Daarnaast krijgen bijvoorbeeld Lego- en Playmobil-vrouwtjes meer en meer uitgesproken vrouwelijke vormen, al dan niet beklemtoond door een opvallend decolleté. Zelfs My Little Pony is tegenwoordig opvallend geschminkt.
De toenemende seksesegregatie en seksualisering leiden op die manier tot wat in het Engels ‘rape culture’ heet. Seksuele intimidatie en zelfs verkrachting worden daarin met de mantel der liefde bedekt. Voor daders brengen we begrip op, want ‘boys will be boys’ en jongens zijn ‘nu eenmaal’ op seks belust. In plaats van jongens respect en empathie bij te brengen, leren we meisjes volgens een ‘verkrachtingsagenda’ te leven: een omwegje maken als je laat over straat moet en je komt een man tegen, je sleutels leren gebruiken om je te verdedigen en je gsm bij de hand houden om hulpdiensten te verwittigen. Een tragische illustratie van die ‘rape culture’ was de Steubenville-zaak in het Amerikaanse Ohio. Een groepje jongens maakte misbruik van een dronken meisje en postte er filmpjes van op internet. Ondanks hun respectloze gedrag en smakeloze opmerkingen was hun omgeving bezorgder om de professionele toekomst van de daders dan om het welzijn en de toekomst van het slachtoffer. Haar reputatie werd bovendien nog eens publiek door het slijk gehaald, zodat ze nog een tweede keer slachtoffer werd.

De lezing schetste een duidelijk en overzichtelijk maar somber beeld. Ten Broeke illustreerde haar verhaal ook rijkelijk met beeldmateriaal en verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek. En passant maakte ze duidelijk dat wetenschappelijke verklaringen voor genderverschillen dikwijls evengoed gekleurd zijn door vooroordelen – ook daar is al heel wat onderzoek naar verricht. Hoewel de neuropsychologie en evolutiebiologie bijvoorbeeld sterk bijdroegen aan het succes van de Mars-en-Venus-boeken van John Gray hebben die ‘wetenschappen’ ondertussen al sterk moeten inbinden en schiet er zowel van hun eerdere resultaten als van hun onderzoeksterrein niet veel meer over. (Evolutiebioloog Mark Nelissen mocht op 4 juni in De Standaard nochtans wel nog verkondigen dat racisme ‘diep in onze genen verankerd’ is.)
Na de lezing mocht Ten Broeke een en ander nog wat nader belichten aan de hand van vragen uit het publiek. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de slinger zo ver is doorgeslagen, ondanks de tweede feministische golf? Is het allemaal wel zo erg als ze het voorstelt? En de meest gestelde vraag: wat doen we daar nu aan? Het antwoord op die laatste vraag was teleurstellend, omdat het natuurlijk waar is: er is geen handleiding, laat staan een toverformule. We moeten werken aan bewustwording. Dus ja, het is belangrijk dat we ons druk maken over ‘roze eilanden’ in speelgoedwinkels en over denigrerende boodschappen op T-shirts, zelfs al zijn er veel ergere vormen van onderdrukking en van seksueel geweld. (Dat staat trouwens ook in ‘Reclaiming The F Word’ van Catherine Redfern en Kristin Aune.)

De uiteenzetting was helder en boeiend, en een goede inleiding voor wie nog niet helemaal thuis is in het thema. Anderzijds is het jammer dat zulke lezingen nog nodig zijn, of dat ze nog zo aan de oppervlakte kunnen blijven, want zowel het wetenschappelijk onderzoek als het activisme staan al veel verder. Zo draaide Ten Broekes verhaal hoofdzakelijk rond de twee binaire genderidentiteiten (man-vrouw) en hoe die opdeling vooral nadelig uitvalt voor de keuzevrijheid en ambities van meisjes. Facebook erkent ondertussen nochtans al een vijftigtal (!) genderopties. Daarvan zijn er dus heel wat voor wie de maatschappelijke verwachtingen nog complexere gevolgen hebben. Homofoob en transfoob geweld passen in een veel intersectioneler verhaal. Ten Broeke weet dat ook wel – dat is duidelijk te zien aan haar artikels en haar blog. In de loop van de lezing verwees ze er ook letterlijk naar. Zo haalde ze bijvoorbeeld aan dat de wereld van Lego en Playmobil nog altijd hoofdzakelijk door blanke personages bevolkt wordt, en dat ook speelgoedreclames er nog niet in slagen om de diversiteit van de werkelijkheid te benaderen. Maar zo’n intersectioneel perspectief is blijkbaar nog niet aan een ruimer publiek besteed. Er waren zelfs in het beperkte publiek in deBuren al mensen die het niet helemaal met Ten Broeke eens waren – vandaar onder andere de vraag of het wel allemaal zo erg is. Ook op dat vlak is er met andere woorden nog veel werk aan de bewustmakingswinkel.

>> Meer info over de lezing vind je hier op de website van deBuren. Binnenkort zou daar ook de podcastversie ter beschikking moeten zijn.

>>> Bekijk het dossier 'Gender & Diversiteit', een samenwerking tussen Kif Kif, Ella vzw en het VOK