Tijd voor een nieuwe Verlichting? - Paul Verhaeghe over leven en werken in onze neoliberale maatschappij

Het neoliberalisme, gedreven door het vrije marktmechanisme en winstmaximalisatie, is onze enige realiteit geworden. Ze ligt aan de grondslag van de groeiende sociale, psychologische en economische problemen waar onze maatschappij mee geconfronteerd wordt.
Tijd voor een nieuwe Verlichting? - Paul Verhaeghe over

“Nooit had de Westerse mens het zo goed, nooit voelde hij zich zo slecht.”

 

Het neoliberalisme, gedreven door het vrije marktmechanisme en winstmaximalisatie, is onze enige realiteit geworden. Ze ligt aan de grondslag van de groeiende sociale, psychologische en economische problemen waar onze maatschappij mee geconfronteerd wordt. Psychoanalyticus en gewoon hoogleraar Paul Verhaeghe geeft uitleg op de zevende Paul Verbraekenlezing.

17 maart. Ik rijd Antwerpen binnen, parkeer mijn wagen op de Waalse Kaai en stap naar het Zuiderpershuis. Sedert 2005 wordt hier elk jaar een lezing georganiseerd ter nagedachtenis van de overleden kritisch denker Paul Verbraeken. Een lange rij trotseert de motregen en opstekende wind. Ik hoor Hollands, Limburgs, Antwerps, Brabants, Oost-Vlaams en ben zelf West-Vlaming. Iedereen wil hem horen. Paul Verhaeghe, gewoon hoogleraar en vakgroepvoorzitter Psychoanalyse en Raadplegingpsychologie (Ugent). “Wie niet gereserveerd heeft, moet hier wachten” hoor ik de dame aan de inkom zeggen. Mijn naam prijkt bovenaan op de lijst. Gelukkig. Ik wandel een volle zaal binnen en weet een plaatsje te bemachtigen in het midden. Stoelen worden bijgezet, mijn buurman en –vrouw schuiven iets dichterbij. De zaal wordt muisstil.

Onbehagen

“Nooit had de Westerse mens het zo goed, nooit voelde hij zich zo slecht.“ Dat blijkt uit cijfers over het toenemende aantal depressies, mentale stoornissen, angsten en zelfdodingen. Paul Verhaeghe spreekt uit dertig jaar praktijkervaring. Hij stelt vast dat het soort problemen waar patiënten mee kampen de voorbije dertig jaar noemenswaardig veranderd zijn. De angst voor de andere is tot twintig maal hoger vandaag dan in de jaren zestig. “We leven in één van de veiligste gebieden ter wereld en toch hebben we meer angst dan bijvoorbeeld iemand uit Afghanistan.” Ook persoonlijkheidsstoornissen komen meer en meer voor. “Vroeger was identiteit nauwelijks een discussiepunt, er was meer stabiliteit.” De verklaring hiervoor vindt hij bij de fundamenten van onze samenleving.

Neoliberaal

Ruim dertig jaar geleden werden alle grote verhalen opgedoekt en werden we bevrijd van pastoren en hun moraal. Ze werden vervangen door een nieuw, dwingend en voor velen onzichtbaar verhaal. We zitten zo diep in deze nieuwe ideologie dat het moeilijk is om ze te zien. “Een verhaal wordt pas zichtbaar als verhaal, nadat het zijn dwingende karakter verloren heeft. Zolang het dwingend is, vallen verhaal en werkelijkheid samen, precies omdat de meerderheid gelooft dat dit de realiteit is. Het waanbeeld dat nu onze identiteit, omgang met anderen en onszelf vormt, is dat van het meritocratische neoliberalisme.” Onze cultuur en identiteit worden traditioneel bepaald door een wisselwerking tussen vier maatschappelijke pijlers: politiek, religie, economie en kunst. De afgelopen dertig jaar domineert vooral één maatschappelijke pijler: het economische systeem. “Het is meritocratisch, omdat het je beloont naargelang je aan bepaalde streefdoelen voldoet. Het is neoliberaal, omdat het enkel gericht is op kortetermijnwinst voor anonieme aandeelhouders, zonder rekening te houden met de belangen van burgers en de maatschappij.”

Het neoliberalisme is gericht op winstmaximalisatie en productiviteit. Het gaat uit van de maakbare mens: wie het maakt in zijn leven, heeft dat aan zichzelf te danken. Wie faalt ook. Het wekt de illusie dat wie hard werkt en talent heeft, altijd loon naar werken krijgt. Hierdoor wordt elke mislukking als een persoonlijk falen beschouwd. Nochtans is het onjuist dat iedereen met gelijke economische en onderwijskansen aan de ‘ratrace’ begint.

De neoliberale meritocratie corrigeerde in zijn beginperiode fouten van het vorige systeem, wat resulteerde in positieve gevolgen: De besten werden beloond en niet meer diegenen met de juiste partijkaart of connecties. De sociale mobiliteit steeg, de kloof tussen arm en rijk werd kleiner en de jobsatisfactie en betrokkenheid van de werknemer bij zijn bedrijf groeide. “Maar na een tiental jaar werd het meritocratische neoliberalisme een karikatuur. Tegenwoordig beantwoordt iedereen aan de vooropgestelde criteria om het te maken, want iedereen investeert louter daarin. Het wordt dringen aan de top, want alleen de besten kunnen het halen. Collega’s worden te duchten concurrenten, de werkgever en werknemer vertrouwen elkaar niet en zijn alleen bezig met: ‘wat kan ik er van voordeel uit halen?’ Werknemers mogen niet meer creatief zijn en moeten binnen de lijntjes kleuren die door ‘het management’, vaak in samenspraak met externe consultants, voorop gesteld worden. De werknemer heeft nauwelijks nog inspraak, wordt onverschillig en probeert louter aan de vooropgestelde criteria die zijn kansen tot succes vergroten, te voldoen. “In zo’n omgeving wordt een mens ziek, maar wie niet meedoet aan de ‘race’, wordt als ‘gestoord’ beschouwd. Een hoogopgeleide vrouw die voorrang geeft aan mama zijn, wordt beklaagd. Iemand met een mooie positie die een bevordering weigert omdat hij of zij niet wil verhuizen naar een andere woonplaats, is een watje. Iemand die vijf jaar in hetzelfde bedrijf werkt, daar is iets mis mee. Ze verspillen hun talent. Zonde.” Stilte in de zaal. “Herkenbaar,hé” fluistert mijn buurvrouw me toe. Ik knik.

Winstbejag

Het neoliberale meritocratische gedachtengoed heeft niet alleen invloed op het bedrijfsleven, maar op alle geledingen van onze maatschappij, zoals de zorgsector en het onderwijs. “Psychiatrische bedden worden vervangen door cardiobedden, omdat die drie maal zoveel opbrengen.” Het ziekenhuis is een zorgbedrijf geworden, waar alles in het teken van bedrijfswinst staat. “Naast het maximaliseren van de winst via een toename aan onderzoeken en overbodige behandelingen, beoogt de zorgsector, zoals elk bedrijf, het minimaliseren van de kosten. Besparing op personeel is daarbij een constante, maar ondertussen wordt duidelijk dat ook goedkoper en dus minderwaardig materiaal gebruikt wordt, gaande van makkelijk scheurende en potentieel giftige borstimplantaten tot heup- en knieprotheses die letterlijk doorknakken. Patiënten zijn niet langer het doel, maar wel het middel tot winstmaximalisatie.”

“In het onderwijs luidt het dictaat dat leerlingen hun competenties moeten kapitaliseren en dat ze bedrijfsklaar uit de onderwijsfabriek moeten rollen. Kleuters moeten leerdoelen halen. Leerlingen moeten ondernemer zijn van zichzelf en zichzelf verkopen. Hun kennis en vaardigheden moeten economische meerwaarde hebben, waarmee zij hun marktwaarde kunnen verhogen. We hoeven dan ook niet verwonderd te zijn als de eerste vraag van jongeren de volgende is: ‘wat brengt het voor mij op?’” Jonge ouders panikeren als ze te horen krijgen dat hun kleuter de norm voor knipvaardigheden niet haalt, want alle kinderen moeten vandaag hooggeschoold worden, anders zullen ze ‘het’ niet halen. “Nochtans is de functie van onderwijs binnen een neoliberale maatschappij niet langer het hoog opleiden van mensen, maar wel het uitsorteren en kneden van mensen tot een bepaald profiel dat binnen het economische systeem voor de hoogste productiviteit zorgt. Wat ze effectief op de werkvloer moeten doen, wordt hen op diezelfde werkvloer wel aangeleerd en niet op school.” De zaal krijgt nog meer voorbeelden te horen. Her en der klinkt geroezemoes en knikken mensen bevestigend.

Frustratie

De laatste dertig jaar zijn de inkomensverschillen sterk gestegen. Dat brengt voor alle sociale groepen problemen met zich mee, want hoe groter de inkomensverschillen, hoe meer mentale stoornissen, tienerzwangerschappen, agressie, criminaliteit en drugsgebruik. Daarnaast daalt de levensverwachting, lichamelijke gezondheid en sociale mobiliteit. Ook onderwijsresultaten en gevoelens van veiligheid en geluk gaan bergaf. We evolueren naar een nieuwe statische klassenmaatschappij met een kleine toplaag die neerkijkt op de alsmaar groeiende onderlaag. “Het is immers hun eigen schuld: te weinig inzet en te weinig talent.” De nieuwe elite heeft de top bereikt door geld en diploma’s. Ze bewaakt en breidt haar privileges uit. De onderlaag voelt zich vernederd, schuldig en vooral machteloos. “Machteloosheid zet mensen aan tot zinloos geweld en zelfdestructief gedrag. Denk aan de onlusten in de voorsteden van Parijs (2005) of aan de rellen in Londen (2011), waar vaak eigen wijken vernield werden door een bevolkingsgroep die niets meer te verwachten en niets te verliezen heeft. Onder de heethoofden ook veel hoogopgeleiden, die toevallig een verkeerde achternaam dragen om ‘het’ te maken.”

Op individueel vlak kan dit leiden tot zelfdoding, zelfverminking en agressief gedrag. Veel kinderen vallen al op hun tiende uit de boot en moeten met het gevoel een mislukkeling te zijn hun identiteit uitbouwen. ‘Loser’ is het populairste scheldwoord in de lagere school. Sommige van die losers komen in opstand, maar het merendeel wordt sociaal angstig, depressief en nagenoeg altijd hyperconsumerend. “Een maatschappij waarin je maar meetelt als je succes hebt, leidt tot angst. Angst voor de anderen, want iedereen is een potentiële concurrent.” De competitiedrang die onze maatschappij in zijn greep houdt, is moordend. Ze maakt mensen ziek.

“Ook de economie, het domein waar het neoliberalisme zou moeten werken, faalt. Een vrije markt zou ons betere en goedkopere producten en diensten opleveren. De realiteit is exact het omgekeerde. Nogal wat onderzoek heeft uitgewezen dat een meer egalitair gerichte economie zowel productiever, als efficiënter is.” De zaal hangt aan zijn lippen.

Kantelpunt

“Het Scandinavisch sociaaldemocratische model bewijst dat het anders kan. Daar heeft de neoliberale meritocratie nooit de bovenhand gekregen. Er worden vandaag economisch en sociaal veel betere resultaten gehaald. We hebben een politicus nodig die met dezelfde standvastigheid als Bart De Wever dit sociaaleconomische verhaal op de politieke agenda zet.” We zijn een hooggeschoolde maatschappij die terug vertrouwen moet krijgen in haar eigen capaciteiten om een mening te formuleren. Mensen moeten weer samenwerken, de krachten bundelen, want het neoliberale systeem houdt zichzelf in stand door mensen te isoleren en uit elkaar te drijven.

We zijn het kantelpunt voorbij. Meer en meer mensen worden zich ervan bewust dat er iets moet veranderen in onze maatschappij. Er worden her en der initiatieven genomen en krachten worden gebundeld. Slow Food en Slow Science Movement zijn hier voorbeelden van. Het aantal mensen dat er voor kiest om duurzame producten, zoals Max Havelaar, te consumeren, stijgt gestaag. Misschien heerst door de crisis het gevoel dat we op de grenzen zijn gebotst van het verhaal dat vandaag onze levens domineert.

“Het is tijd voor een nieuwe verlichting. Een herziening van het economische en politieke bestel. En die verandering begint bij onszelf, want het neoliberalisme zit in ons allemaal. Het maakt deel uit van wie wij zijn, van onze identiteit.”

Tijdens de vragenronde wordt de professor bestookt met vragen. Zijn betoog laat niemand onberoerd. Ik drink een spuitwatertje en laat de mensenmassa achter mij in de foyer. Mijn kijk op onze maatschappij is veranderd.

Meer lezen:

- Het essay is in boekvorm te verkrijgen: Neoliberale waanzin. Efficiënt, flexibel en gestoord. 52p., VUBPRESS, ISBN 9789070289270 Te bestellen op: http://www.aspeditions.be/article.aspx?article_id=DENEOL446P