Us, (k)now: een liefdesbrief aan onze innerlijke tiener?

Donderdag 3 maart woonden we met een aantal leden van schrijverscollectief Words of Colour de première bij van Us, (k)now in hetpaleis. Het tweede theaterstuk van Dalilla Hermans waarbij ze tienermeisjes van kleur samenbrengt voor een midweek ‘bosklassen afro style’, is een liefdesbrief aan onze innerlijke tiener, die weliswaar toekeek met enige jaloezie.

Us, (k)now herleiden tot enkel het zoveelste relaas over racisme of een krachtige boodschap van black sisterhood zou het stuk oneer aandoen. Als toeschouwer word je meegezogen in de leefwereld van acht tienermeisjes van kleur. Over hoe moeilijk en eenzaam het kan zijn in een voornamelijk witte wereld, maar hoe de verbondenheid met gelijkgezinden de strijd draaglijk maakt. Het stuk laat echter gemengde gevoelens achter.

Us, (k)now doorprikt het standaardnarratief van het ‘sterke zwarte meisje’ dat haar emoties moet onderdrukken, altijd sterk moet zijn en geen hulp nodig heeft. In Ture, Ninette, Amani, Zuraya, Eva, Mpho, Tatiana en Agnes zien we acht meisjes die zichzelf omarmen in al hun facetten: verdrietig, boos, blij, kwetsbaar, krachtig... Het is een groep meisjes die zichzelf durft te ontdekken en daar niet mee wacht tot een quarter-life crisis. Een generatie die sterk staat in haar eigen identiteit en zelf bepaalt wat dat bruin/zwartzijn en vrouwzijn betekent, die roept: “dat gaat gij niet voor mij bepalen!”. 

Want hoewel de meisjes meer veerkracht en zelfvertrouwen toonden dan waar wij ooit van konden dromen op die leeftijd, besparen wij hen liever – voor zolang als het duurt – de bagger die steeds zonder aarzeling op zwarte vrouwen afkomt wanneer die verdomde R maar even over onze tong rolt

Maar hoe hartverwarmend de band tussen de meisjes was, zo groot was het gemis voor de volwassen vrouwen van kleur die toekeken. Zo aanwezig was het knagend gevoel dat dit stuk niet helemaal voor ons was. Voor ons, die net als deze meisjes opgroeiden met de pijn en het trauma dat ons tekende. Die nogmaals genoegen moeten nemen met verhalen waarin onze pijn en ons trauma voor een wit publiek in de kijker worden gezet. Het voelde als een gemiste kans om dieper in te gaan op micro-agressies in sociale ruimtes, confrontaties met witte vrienden, uitbuiting en intimidatie van zwarte vrouwen; zoals wel het geval was in Her(e).

Misschien ook maar goed zo. Want hoewel de meisjes meer veerkracht en zelfvertrouwen toonden dan waar wij ooit van konden dromen op die leeftijd, besparen wij hen liever – voor zolang als het duurt – de bagger die steeds zonder aarzeling op zwarte vrouwen afkomt wanneer die verdomde R maar even over onze tong rolt.

“Now let me pray to keep you from
The perils that will surely come”

Nee, het is goed zo. Wij, de grown aunties in het publiek die liefdevol en vol trots naar ons kleine zusjes keken, hebben het liever zo. Want net als in Lauryn Hills ‘To Zion’, slaan wij onze handen in elkaar en bidden we dat deze stralende, jonge meisjes minder bagage en littekens moeten dragen. 

Us, (k)now is in dat opzicht een soort liefdesbrief aan onze innerlijke tiener, die tijdens het zien van de voorstelling ergens jaloers was op de ervaring van deze jongeren. De erkenning van hun gevoelens en van hun zijn. Iets waarvan we veel later pas het gemis beseften. De tranen die gevloeid zijn bij de confessions van deze meisjes, waren niet enkel voor hen maar ook voor de 16-jarige in velen van ons. Deze momenten van (h)erkenning, begrip en verbinding zouden we pas een tiental jaar later meemaken. Sommigen onder ons wilden niet enkel het resultaat van die ‘bosklassen afro style’ zien, maar erbij zijn geweest. Zich afvragend wie we hadden kunnen zijn als we een decennium geleden naar zo’n kamp waren geweest. 

Ons innerlijk kind dat zich nog steeds ergens onbegrepen voelt, wordt na het zien van de voorstelling overstemd door onze innerlijke volwassene die hoopvol is dat het tij begint te keren. Hoopvol dat de kracht van de sisterhood die deze meisjes op en naast het podium vormden, ook verder reikt en anderen blijft inspireren. Voor ons gebeurde het in ieder geval al. Bosklassen but black, werd al beklonken in de foyer.



Over de auteur:

Words of colour is ontstaan in een bui van overmoed in een periode waar fysiek contact beperkt is.  Words of colour is ontstaan uit de nood van vrouwen van kleur om hun stem te laten horen. In een wereld waar die stem ofwel te weinig ofwel vertekend aan bod komt.