Een debat over opgroeien als allochtoon in Europa, integratie en idealisme verteld vanuit de ervaringen van twee succesvolle, Marokkaanse politici. Mooie ingrediënten om als allochtoon wat bij te leren zou je denken, maar niets is minder waar. Tijdens dit debat viel één iets me meteen op; de demografie van het aanwezige publiek. De geïnteresseerde aanwezigen waren hoofdzakelijk autochtoon. Ik denk dat ik de jongste en enige allochtone toeschouwer was. Wanneer je een debat hebt over onder andere integratie, met dan nog eens drie immigranten aan het woord, verwacht ik toch een minimale interesse vanuit de allochtone gemeenschap. Een geslaagde integratie kan enkel plaatsvinden als er vanuit beide kanten moeite wordt gedaan, en de demografie van het publiek kan hierbij als een negatief signaal gezien worden. Het debat zelf gaf echter weer wat hoop. Achtergrond
ZJamila (Vlaams politica voor Sp-a van Marokkaanse afkomst) bracht de avond op gang met een korte bespreking over hoe haar jeugd eruit zag. Het is daar dat haar politieke roots als volksvertegenwoordiger zijn ontstaan. Als klein meisje ‘vertegenwoordigde’ ze immers haar anderstalige ouders. Ook de spellingswijze van haar naam kwam in deze opening ter sprake; Yamila vormt een vervlaamsing van het Arabische Zjamila. Ik kon aan haar expressie zien dat dit haar stoorde, wat volledig begrijpelijk is. Wil de integratie slagen dient men respect te tonen voor elkaars cultuur, inclusief verschillen in namen. Ahmed’s achtergrond was erg ruw; hard werkend als kind in Marokko, gebrek aan onderwijs en het snelle verlies van een ouder hebben zijn leven mede vorm gegeven. Hij kan dan ook beschouwd worden als het prototype van een hard werkende allochtoon die het aannemen van een slachtofferrol niet duldt. Ahmed Marcouch is een Nederlands pvda politicus van Marokkaanse afkomst en auteur van het boek ‘Mijn Hollandse droom’. Visies
Hoe zit het nu juist met hun respectievelijke visies omtrent de plaats van de allochtoon in onze maatschappij? Beiden zijn het er over eens dat België en Nederland veel kansen bieden die moeten genomen worden. Wanneer je hard werkt voor een bepaald doel dan zul je dat doel uiteindelijk wel bereiken, of je nu autochtoon of allochtoon bent. Er werd wel wat kritiek gegeven op de instituties die soms falen. Zo gaf Zjamila het voorbeeld van een leerkracht die Zjamila’s wens om advocate te worden van tafel veegde. Alsof de allochtoon gedoemd is tot een leven als huisvrouw of werknemer voor functies waar geen opleiding voor vereist is. Beide politici zien verder een tweedeling in de maatschappij, mede door de overheid tot stand gebracht; wanneer er zich een probleem voordoet onder de allochtone gemeenschap wordt hiervoor een gescheiden ‘oplossing’ bedacht, uit het zicht van de autochtone belg. Indien we de multiculturele samenleving willen doen slagen is een ‘1+1-formule’ nodig, terwijl men nu een ‘1&1-maatschappij’ heeft gevormd. Conclusie
Zjamila en Ahmed zijn optimistisch wanneer het gaat over onze toekomst. Zolang er instanties zijn die hard werken om de kloof tussen autochtone en allochtone belgen, die er zowel letterlijk als figuurlijk is, te dichten en zolang wij allochtonen inzien dat er ook voor ons heel wat kansen zijn heeft de multiculturele samenleving een kans op slagen.