Veranker het recht op energie in de grondwet

Vele goedbedoelde overheidsmaatregelen ten spijt neemt de energiearmoede in Vlaanderen enkel toe. ‘Daarom is het de hoogste tijd om het recht op energie te verankeren in onze grondwet,’ stelt Geert Marrin van de sector Samenlevingsopbouw. Op die manier wil Samenlevingsopbouw een ultieme dam opwerpen tegen energiearmoede. De sector wordt daarin gesteund door professor Bernard Hubeau van de Universiteit Antwerpen.
Vele goedbedoelde overheidsmaatregelen ten spijt neemt de energiearmoede in Vlaanderen enkel toe. ‘Daarom is het de hoogste tijd om het recht op energie te verankeren in onze grondwet,’ stelt Geert Marrin van de sector Samenlevingsopbouw. Op die manier wil Samenlevingsopbouw een ultieme dam opwerpen tegen energiearmoede. De sector wordt daarin gesteund door professor Bernard Hubeau van de Universiteit Antwerpen. Energiearmoede stijgt Sinds de liberalisering van de energiemarkt in 2003 stijgt de energiearmoede in Vlaanderen alleen maar. Nu al zijn meer dan 100.000 Vlaamse gezinnen aangewezen op de duurdere aardgas en elektriciteit van de distributienetbeheerder omdat ze de energiefactuur van hun commerciële leverancier niet langer konden betalen. Maar liefst 170.000 gezinnen wonen in een energieverslindende woning, die niet voldoet aan de minimale kwaliteitseisen van de Vlaamse Wooncode. Alsof dat allemaal niet volstaat, zorgt het succes van de zonnepanelen ervoor dat de distributienettarieven nog zullen stijgen. Dit zal deze gezinnen nog dieper onderdompelen in een moeras van schulden. ‘De armste lagen van de bevolking torsen de zwaarste energielasten,’ stelt Bernard Hubeau. Maar ook de waterfactuur neemt fors toe. Het aantal Vlaamse gezinnen dat omwille van betalingsproblemen volledig van water werd afgesloten, verdrievoudigde in 2010 tot 2.362. Goedbedoelde maar ontoereikende beleidsinitiatieven De diverse overheden in ons land namen de afgelopen jaren tal van beleidsinitiatieven om dit probleem het hoofd te bieden. ‘Maar hoe goedbedoeld ook, in de projecten van de sector Samenlevingsopbouw kunnen we niet anders dan vaststellen dat deze maatregelen ontoereikend zijn,’ werpt Geert Marrin op. Hij geeft ook enkele voorbeelden: grote groepen van mensen met beperkte financiële middelen komen niet in aanmerking voor de sociale maximumprijzen voor water, gas en elektriciteit. De minimale leveringen van aardgas en elektriciteit zijn niet gegarandeerd. Nieuwe systemen van schuldafbouw in de budgetmeters voor gas en elektriciteit zijn hopeloos ingewikkeld en hebben perverse neveneffecten. Overheidssteun voor investeringen in energiebesparing en/of structurele woonkwaliteit blijkt nauwelijks toegankelijk voor kansengroepen. En private huurders van woningen van ondermaatse kwaliteit worden door de overheden al helemaal aan hun lot overgelaten. Het recht op energie in de grondwet Aangezien al deze maatregelen geen resultaat opleveren, dringt er zich een grondigere ingreep op. Samenlevingsopbouw pleit daarom voor de invoering van een nieuw grondrecht: het recht op energie. Hieronder verstaat de sector: een gegarandeerde en toereikende levering van de nutsvoorzieningen elektriciteit, gas en water. De huidige decretale erkenning voldoet niet. Ze is ten eerste maar zeer gedeeltelijk: van het recht op water is bijvoorbeeld nog geen spoor te bekennen. De decretale erkenning is ten tweede zeer minimaal: het gaat niet om een recht op toereikende energie, maar enkel om een minimale levering. Bovendien wordt zelfs die minimale levering in de praktijk niet altijd gerealiseerd. Nog steeds worden in Vlaanderen gezinnen volledig afgesloten van water, gas en elektriciteit. Daarenboven zijn er nog meer gezinnen die dan weer de facto worden afgesloten: een gezin dat geen geld heeft om de budgetmeter op te laden, wordt in de praktijk gedwongen om zichzelf af te sluiten. Samenlevingsopbouw erkent dat een grondwettelijke verankering van het recht op energie niet zal volstaan om de energiearmoede de wereld uit te helpen. Maar toch kan de kracht van een grondrecht volgens de sector niet onderschat worden. Bernard Hubeau formuleert het zo: ‘Een grondrecht heeft een belangrijke symbolische en pedagogische waarde, maar tegelijk ook meer dan dat. Zo is een grondrecht belangrijk bij de interpretatie van regels in geschillen. Bovendien worden nieuwe regels en maatregelen er aan getoetst. Het grondrecht op energie maakt tenslotte ook dat een achteruitgang op het vlak van energiearmoede niet langer aanvaard zal worden.’ Om al deze redenen beschouwt de sector Samenlevingsopbouw de verankering van het recht op energie in de grondwet als de ultieme dam tegen energiearmoede.