We gaan naar een diepe sociaal-politieke instabiliteit in Europa

Het democratische deficit is enorm en het houdt niet op. Verkozen bestuurders hebben weinig invloed op de grote mechanismen in de samenleving. Die worden nu bepaald door een volstrekt ondemocratische Europese Unie en door industriële actoren - de 'markten' - die geen democratische controle dulden.
We gaan naar een diepe sociaal-politieke instabiliteit

we moeten de samenleving heruitvinden

 

Jan Blommaert is hoogleraar taal, cultuur en globalisering aan de universiteiten van Tilburg en Gent. Hij is tevens directeur van Babylon – Centrum voor de Studie van de Multiculturele Samenleving. Hij publiceerde vele boeken en in 1993 kreeg hij de Arkprijs van het Vrije Woord voor zijn bijdragen over het migrantenvraagstuk. Een gesprek over crises in de politiek, de democratische samenleving, de kerk en de multiculturele samenleving.

U bent een Vlaming. Zoals we allemaal weten heeft het erg lang geduurd voordat de huidige regering er was in België: maar liefst 541 dagen. Een echte crisisperiode. Discussies over een mogelijke opdeling van België, de taalstrijd… allemaal zouden het oorzaken zijn van het steeds maar weer uitblijven van een regeerakkoord. Wat was volgens u de belangrijkste oorzaak?

“Dit is typisch een crisis van de regeringsvorming en weinig anders. De crisis begon eigenlijk al in 2007, toen de Christen-Democraten onder Yves Leterme in een kartel met de nationalisten van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) en Bart De Wever een overwinning boekten met een zeer radicaal Vlaams-nationalistisch verkiezingsprogramma. Die Vlaams-nationalistische radicalisering zorgde eerst voor een reeks onoplosbare knelpunten in de regeringsonderhandelingen, en maakte daarna het Kabinet Leterme vleugellam. Wat we sinds 2010 hebben meegemaakt is een verhevigde uitloper hiervan. Verhevigd, want de N-VA won op z'n eentje (zonder kartel) de verkiezingen, en bracht zo een uiterst radicale Vlaams-nationalistische agenda naar de onderhandelingstafel. De economische crisis zouden ze eenvoudig oplossen door de quasi-onafhankelijkheid van Vlaanderen. De onderhandelingsposities lagen zo mogelijk nog verder uiteen dan in 2007, vandaar de hopeloos lange regeringsvorming. Die is echter uitgedraaid op een behoorlijk sterk kabinet zonder N-VA. We kunnen daar tevreden mee zijn.”

In Nederland heeft het ook een tijdje geduurd voordat de huidige regering er was. Inmiddels regeren het CDA en de VVD al weer ruim een jaar met gedoogsteun van de PVV. Een prachtig voorbeeld toch van hoe de democratie optimaal functioneert?

“Het is een fundament van de democratie dat partijen die het bestuur op zich nemen daarvoor ook verantwoordelijkheid moeten nemen. Daarover gaan verkiezingen: je geeft je stem aan een partij opdat die partij regeringsverantwoordelijkheid zal nemen. Dat wil zeggen: het risico op zich neemt achteraf op fouten te worden afgerekend. De gedoogsteun van de PVV is dan ook fundamenteel ondemocratisch: ze eist medezeggenschap in het bestuur, maar weigert daarvoor de politieke verantwoordelijkheid te nemen. Ik heb nooit begrepen hoe de regeringspartijen dit hebben kunnen aanvaarden, dan ja, vanuit een uitgesproken rechtse ideologische logica, waarbij men nog liever een draak van een regering vormt met extreem-rechts dan een volwaardige regering met centrum-links.”

In uw boek De crisis van de democratie waarschuwt u voor anti-intellectualisme. Waarom? En zijn er niet andere, veel belangrijkere problemen in onze samenleving?

“Zeker en vast. Het feit dat men algemeen aanvaardt dat de economie niet meer onderworpen is aan de democratie, is een uiterst scherp probleem. Ratingbureaus hebben meer macht dan eender welk parlement, en men vindt dit vanzelfsprekend. Het democratische deficit dat we thans meemaken is enorm, en de vraag of we nog een democratie zijn moet gesteld worden. Ze wordt doorgaans gesteld door intellectuelen, en ze wordt gesteld vanuit een heldere analyse van de situatie. Dat is traditioneel de inbreng van intellectuelen in het politieke systeem dat we democratie noemen: ze voorzien in deskundige kritiek op het systeem. Als die kritiek stilvalt of wordt gesmoord, blijft er van de democratie niet veel meer over want die kritiek is een vorm van permanente kwaliteitszorg. De huidige afkeer van intellectuelen is een afkeer van democratische kritiek en tegenspraak. Die kritiek is zeker in een crisisperiode van buitengewoon belang. Men kan weinig problemen oplossen met intellectuelen alléén; maar men kan er nog minder oplossen zonder intellectuelen.”

Hoe zorgen we ervoor dat de democratie uit de door u verwoorde crisis komt? Is er licht aan het eind van de tunnel?

“Neen, ik ben zeer pessimistisch. Het democratische deficit is enorm en het houdt niet op. Verkozen bestuurders hebben nauwelijks nog invloed op de grote mechanismen in de samenleving. Die worden nu bepaald door een volstrekt ondemocratische Europese Unie en door industriële actoren - de zogeheten 'markten' - die geen democratische controle dulden. Het zal eerst nog veel slechter worden vooraleer het beter wordt. We gaan naar een diepe sociaal-politieke instabiliteit in Europa, en die leidt nu al tot nieuwe vormen van politiek die de gevestigde politieke organisaties zowel rechts als links voorbij snellen. Denk aan de PVV en Breivik op rechts, en de Occupy-beweging op links.”

De kerken hebben al decennia crisismomenten. Steeds meer kerken komen leeg te staan of worden gesloopt, steeds minder mensen hebben iets met de kerk, de kerk wordt steeds meer overbodig. Is dit alles erg voor een samenleving?

“Ik zie enkel propvolle kerken. Ik woon in een zeer gemengde en arme buurt in Antwerpen, en in de straat waar ik woon zijn de afgelopen jaren zestien (!) nieuwe evangelische kerken geopend door Afrikanen, Brazilianen en Latijns-Amerikanen. Ze hebben een fenomenaal succes. Ik doe daar onderzoek naar, en die kerken zijn naast spirituele 'providers' ook kernen van solidariteit en materiële steun voor de zwakste en meest kwetsbare groepen in de samenleving. Waar de staat tekort schiet in haar opvangtaken, ziet men religieuze organisaties die rol overnemen. Ik word daar niet meteen vrolijk van, want het succes van die kerken wijst op een ernstig probleem in de structuur van onze samenleving: een nood die door niemand anders gelenigd wordt.”

Wat is de belangrijkste taak van de Katholieke kerk in Nederland én Vlaanderen als het gaat de huidige economische crisis én het misbruikschandaal?

“Het beklemtonen en uitdragen van een mens- en maatschappijbeeld waarin menselijke waardigheid, solidariteit en rechtvaardigheid centraal staan. Die waarden staan enorm onder druk vandaag de dag, en ze behoren tot de basiswaarden van de Kerk van Christus. Ik geef even mee dat in het huidige tijdsgewricht het verdedigen van deze waarden de Kerk meteen aan de linkerzijde van het maatschappelijke en politieke spectrum plaatst. Er is dus inderdaad een 'linkse kerk' (lacht).
Wat het misbruikschandaal betreft kan ik kort zijn. Ik heb zelf zeven jaar doorgebracht in de kostschool van een Benedictijner abdij, en een aantal van de monniken die ons daar begeleidden zijn achteraf ook tegen de lamp gelopen. Ik heb toen altijd gedacht: laat die mensen huwen en een gezin stichten; het celibaat maakt mensen abnormaal. Ik vind dat nog altijd. In dat opzicht steun ik iedereen die binnen de kerk voor hervormingen ijvert."

Het debat over de islam lijkt steeds meer uit een crisis te komen. Het heftige is er inmiddels wel uit, de discussies vallen in herhaling. Deelt u deze analyse?

“Het is een eindig debat dat vooral door absurditeit en onwetendheid wordt gekarakteriseerd. Wat de laatste jaren allemaal is gezegd over de islam tart elke verbeelding. Het begrip 'massahysterie' is er volmaakt op van toepassing. Ik ga ervan uit dat men beetje bij beetje zal beginnen te snappen dat het een schijnprobleem is dat de aandacht afleidt van meer fundamentele zaken. In de eerstkomende jaren zullen vragen rond integratie en inburgering zich sterk uitbreiden. De kernvraag zal worden: hoe blijf ik geïntegreerd en volwaardig burger als langdurig werkloze? Als chronisch zieke? Als laagopgeleide alleenstaande moeder? Men zal snel merken dat deze vraagstukken veel breder zijn dan wat men er nu onder verstaat.”

Kunt u deze laatste opmerking nader uitleggen? Wat bedoelt u precies?

“De kwestie van 'integratie' hebben we tot nu toe vooral begrepen als 'culturele' (en religieuze) integratie: het zijn allochtonen (moslims) die een 'integratieprobleem' hebben. Welnu, gegeven de sociaal-economische tendens binnen de Europese Unie zullen we snel merken dat 'integratie' een veel breder begrip is. Dat gaat namelijk ook over hoe men in staat is volwaardig lid te blijven van een gemeenschap, z'n menselijke waardigheid kan blijven behouden en z'n grondrechten gevrijwaard ziet. En dit begrip zal in toenemende mate slaan op mensen die door sociaal-economische factoren gemarginaliseerd worden, niet door culturele. Wie arm is, ervaart integratieproblemen. En met het onvermijdelijke vooruitzicht van verregaande verarming in onze samenlevingen ligt het voor de hand dat we naar een samenleving gaan waarin een heel brede marge reële integratieproblemen heeft.
Dit kan als heilzaam effect hebben dat we zullen zien dat het migratiedebat zoals het tot nu toe is gevoerd ten gronde irrelevant is, want de reële problemen van integratie zijn van een heel andere orde dan degene die we tot nu toe hebben gebruikt in het definiëren van 'integratie'. Moslim, katholiek of jood: men is slechts geïntegreerd in zoverre men erin slaagt zich te verzekeren van een redelijke welstand en welvaart in een systeem waarin deze dingen steeds competitiever, exclusiever en voorwaardelijker worden. Duitsland is in dat opzicht een schrikbarend voorbeeld: we zien daar een enorme toename van working poor: mensen die twee-drie banen combineren, en toch nog beneden het bestaansminimum leven. Hun tweederangs burgerschap heeft niets te maken met cultuur of religie, alles met hun plaats in de arbeidsmarkt. Men lost dit probleem van marginalisering dan ook niet op door het verbieden van de boerka.”

De multiculturele samenleving is in korte tijd door een aantal Europese leiders, waaronder Rutte en Merkel, ‘mislukt’ verklaard. Waarom?

“Die uitspraken vallen net op een scharniermoment, waarin de Europese Unie via de zogeheten 'Lissabon-strategie' kiest voor een uitdrukkelijk neoliberaal model van sociaal-economische huishouding, en daarbij de Europese traditie van de welvaartsstaat vaarwel zegt. De uitspraak over de multiculturele samenleving staat model voor een ruimer geheel aan aanvallen op de zogenaamde 'knuffelstaat', die veel te soft zou zijn geweest voor werklozen, laagopgeleiden en zo meer en die daardoor tonnen geld door middel van uitkeringen zou hebben 'verspild'. Met die erfenis wil men komaf maken, en men hanteert het voorbeeld van de multiculturele samenleving als een geval-bij-uitstek: die 'nutteloze' allochtonen heeft men véél te lang 'verwend' en véél te weinig 'voor hun verantwoordelijkheid gesteld'. En die tijd is voor Sarkozy, Merkel, Cameron, Wilders en anderen definitief voorbij.”

Hoe zorgen we ervoor dat het diversiteitsdenken ondanks de crisis toch bevorderd wordt?

“Het antwoord hierop is 'de heruitvinding van de samenleving', de titel van mijn laatste boekje. We moeten terug naar de reële samenleving met haar ongelijkheden, gelaagdheden en complexe structuren. En het beleid moet uitgaan van deze realiteit, niet van een wensdroom (zoals 'de kennis-economie') of een nostalgisch en daardoor chauvinistisch ideaal (Henk en Ingrid). Beleid dat zich niet baseert op de realiteit is om evidente redenen irrelevant, en het bouwt haast vanzelf een reeks sociale conflicten in het hart van de samenleving. Het maakt die samenleving dus onstabiel en potentieel gewelddadig. Wie z'n beleid bijvoorbeeld enkel oriënteert op de belangen van de middenklasse, die aliëneert de onderklasse en maakt de kloof en het potentieel voor conflict tussen beide dieper en breder. We moeten dus dringend die echte samenleving herontdekken en de eigenschappen ervan hanteren als basis voor beleid. Die eigenschappen zijn misschien niet altijd prettig of begeesterend. Maar dat betekent niet dat men kan doen alsof ze er niet zijn.”

Greco Idema is eindredacteur van Nieuwwij.nl