Cafépraat is leuk. Vaak zit er ook een stuk waarheid in. Maar het lastige aan cafépraat is dat de werkelijkheid dikwijls genuanceerder en ingewikkelder is.
Als cafépraat ook buiten het café begint te circuleren - bijvoorbeeld in de media of bij beleidsmakers - wordt het gevaarlijk. Als niet-onderbouwde stellingen losgelaten worden op het publiek en zo mee het ‘maatschappelijk debat’ gaan bepalen, mag die cafépraat gerust van repliek gediend worden. Een geknipt antwoord op een verknipte vraag!
1. ‘We worden overspoeld door migranten’ *
Zoals in: "België is een magneet voor asielzoekers" "Wij zijn het OCMW van de wereld" "Met al die buitenlanders zie je niet meer dat je in België woont" "Ik herken Antwerpen niet meer: waar zijn de Belgen gebleven?" "Straks nemen de moslims het land over" …
Vluchtelingen en asielzoekers
Ten eerste moet er een onderscheid gemaakt worden in ‘soorten’ migranten. Sinds de migratiestop van 1974 laat België enkel nog bepaalde ‘groepen’ migranten binnen.
Een groep die vaak het nieuws haalt, zijn de vluchtelingen: mensen die hun land ontvluchtten wegens oorlog, ecologische problemen, (politieke) vervolging of armoede. Wanneer die mensen in België aankomen, kunnen ze ‘asiel’ of bescherming aanvragen. Ze worden dan asielzoeker. Als België erkent dat het gevaar waarvoor ze hun land ontvluchtten ernstig genoeg is, kunnen ze hier blijven. Dan worden ze ‘erkend’ als vluchteling.
Worden we nu echt overspoeld door die vluchtelingen en asielzoekers? Als we de situatie wereldwijd bekijken, is dat zeker niet het geval. De reden daarvoor is eenvoudig.
Als in een land een conflict uitbreekt, zal maar een minderheid van de mensen het geld hebben om ver te gaan reizen. De meeste mensen blijven gewoon ter plekke. Of ze verhuizen tijdelijk naar een veiliger provincie of buurland.
Maar een kleine minderheid verlaat echt zijn continent en komt bijvoorbeeld naar Europa. Van de 36,4 miljoen vluchtelingen die de Verenigde Naties in 2009 telde, bleef 42 procent in eigen land. Van alle vluchtelingen wereldwijd blijven 50 procent in Azië en 28 procent in Afrika.
"Het zijn dus net de ontwikkelings- en conflictlanden zelf die de grootste ‘last’ van vluchtelingen dragen"
Het zijn dus net de ontwikkelings- en conflictlanden zelf die de grootste ‘last’ van vluchtelingen dragen. Slechts een minderheid van 8 procent komt uiteindelijk naar Europa.
Van al die vluchtelingen wereldwijd slaagt slechts 2,7 procent erin om echt ‘bescherming’ of asiel in een ander land aan te vragen, vaak in de ‘geïndustrialiseerde’ landen. 65 procent van die asielzoekers kwam in 2010 in de Europese Unie terecht. Wereldwijd blijven de VS het topland in asielaanvragen. Gevolgd door Frankrijk, Duitsland, Zweden, Canada en het Verenigd Koninkrijk. En dan, op de zevende plaats, komt het kleine België.
Hoe zit dat dan met België in Europa? Zijn we nu echt een ‘magneet voor asielzoekers’? In 2010 zaten we alvast met 19.941 asielaanvragen (voor een overzicht: zie figuur 1). Bijna een verdubbeling tegenover de 11.587 aanvragen in 2006. Terwijl in 2010 het aantal asielaanvragen in heel de EU daalde, namen ze in België toe. Net zoals in Zweden, Frankrijk en Denemarken.
Gemiddeld krijgen landen binnen de EU 110 asielzoekers per miljoen inwoners binnen. In België zaten we, in het tweede kwartaal van 2010, met 455 asielzoekers per miljoen Belgen. Cijfers die breed in de media werden uitgesmeerd, als zouden we ‘2,5 keer zoveel asielzoekers als Nederland en 5 keer zoveel als het Verenigd Koninkrijk’ opvangen.
En dat klopt niet. Het gaat hier immers om een relatief cijfer: het aantal asielzoekers per miljoen inwoners. Als België een kleiner aantal inwoners heeft dan Frankrijk, zal België – bij een zelfde toename van asielzoekers in Frankrijk en België – uiteraard relatief hoger scoren.
Bovendien gaat dit om een toename gemeten tijdens drie maanden. Wanneer we dit op een heel jaar bekijken, is de stijging heel wat minder. Ook gaat het in 2010 niet om 19.941 nieuwe asielaanvragen. 3.409 van die aanvragen kwamen van mensen die al in België waren, maar bijvoorbeeld nieuwe documenten hadden die het actueel gevaar in hun land bewijzen.
'Soepele' erkenning?
Die asielzoekers blijven zoals gezegd maar een miniem groepje van de vluchtelingen wereldwijd. En zelfs met die ‘toestroom’ van 19.941 asielaanvragen (wat staat voor zo’n 25.900 personen) betekent dit, op een totaal van 10.988.201 Belgen, een toename van… 0,002 procent van de bevolking.
Maar als die asielzoekers dan hun asielaanvraag in België doen: wie mag er dan uiteindelijk blijven? Is België echt zo soepel voor asielzoekers als de media en bepaalde partijen graag doen geloven? Nee, zo blijkt. Van alle asielzoekers kreeg in 2010 21,4 procent uiteindelijk een ‘erkenning’. Ongeveer 80 procent van de asielzoekers krijgt vroeg of laat te horen dat hij niet in België kan blijven.
Zijn die 80 procent dan allemaal ‘economische vluchtelingen’? Of avonturiers of leugenaars, die hier een verhaaltje komen verzinnen maar in eigen land niet echt gevaar lopen? Nee. Bij die 80 procent zitten wel degelijk mensen die gevaar lopen in eigen land, maar die bijvoorbeeld niet genoeg ‘bewijsstukken’ konden voorleggen, om hun verhaal te staven. Want de bewijslast om aan te tonen dat je echt niet naar je land terug kan, ligt bij de vluchteling zelf.
Daar zijn dus mensen bij die wel degelijk gevaar lopen, dossiers waarin echter besloten werd dat ‘het aantal doden in de herkomstregio toch onder het landelijk gemiddelde ligt’, of nog, dat er ook mogelijkheid is om in eigen land ‘naar een veiliger provincie te verhuizen’.
Dat België hier streng in is, bewijzen de cijfers. Van de vluchtelingen uit Afghanistan en Irak (waarvan verschillende internationale organisaties erkennen dat de situatie nog steeds gevaarlijk is) kregen in 2010 slechts 35% de toelating hier te blijven. De rest kreeg een negatief advies. België is, met zijn weigering van 80 procent, ook strenger dan het Europees gemiddelde (75 procent) en zelfs strenger dan Duitsland (73 procent), Zweden (68 procent) en Nederland (58 procent).
Meer dan alleen maar vluchtelingen
Migratie in België gaat uiteraard om meer dan vluchtelingen en asielzoekers alleen. Niet alle migrantengroepen halen echter even vaak het nieuws. Van alle mensen die in 2007 België binnen kwamen, waren bijvoorbeeld maar 8,7 procent asielzoeker. Wie waren dan die andere ‘migranten’? Bijna een kwart ervan waren gewoon Belgen, die bijvoorbeeld een tijd in het buitenland hebben gewoond en nu terugkomen.
68 procent van de instroom zijn ‘echte’ buitenlanders. Van die 68 procent komt ongeveer 60 procent uit andere landen van de EU. Het gaat om Nederlanders, Fransen, Italianen,… Binnen het eengemaakte Europa kunnen zij zich – als ze bewijzen over een inkomen of werk te beschikken – vrij eenvoudig in België vestigen. Met 'problemen' wordt die grote groep 'migranten' doorgaans niet geassocieerd.
Van de 40 procent andere ‘buitenlanders’ kwamen, in 2008, 23 procent naar hier als tijdelijke student en 14 procent om hier tijdelijk te komen werken (vooral gespecialiseerde hooggeschoolden of binnen jobs waar binnen de Belgische arbeidsmarkt geen werkers voor gevonden worden). De overige helft van die buitenlanders kwam naar hier in het kader van ‘gezinshereniging’.
Ofwel via buitenlanders die toelating kregen om in België te blijven, en die dan hun partner en/of kinderen uit hun thuisland naar België laten overkomen. Ofwel via hier gevestigde burgers die trouwen met een buitenlandse partner, en dan die partner naar hier halen. Denk aan hier gevestigde Marokkanen die een bruid uit Marokko naar hier halen. Of Belgische mannen die trouwen met een Thaïse of Oekraïnse vrouw, die vervolgens ook naar België komt.
Is de toestroom van al die migranten nu zo fenomenaal? In 2007 ging het alvast om een ‘instroom’ van 160.425 mensen. Maar elk jaar is er natuurlijk ook ‘emigratie’: een groep mensen die België weer verlaat. In 2007 ging het om 91.230 mensen. Uiteindelijk houden we dus een ‘netto-instroom’ over van 69.195 mensen, of een toename van… 0,006 procent van de bevolking. Een massale toestroom? Dat valt blijkbaar nogal te relativeren.
Migratie is wel degelijk een realiteit
Laten we anderzijds een paar dingen niet uit het oog verliezen. Zo neemt het aantal migranten in België per jaar effectief toe. Die toename van migranten concentreert zich in een paar grote steden. Ook wordt voor de toekomst nog meer migratie voorspeld.
Ten eerste nam migratie vanaf de jaren tachtig alleen maar toe. Socioloog Jan Hertogen deed cijferonderzoek, waar hij per decennium, vanaf 1945, het aantal nieuwe migranten in België is gaan tellen. Hij houdt daarbij niet enkel rekening met de netto-instroom van nieuwe migranten, maar ook met de al aanwezige migranten én hun natuurlijke aangroei door geboortes. Ook de migranten die Belg worden, en zo uit de ‘migrantenstatistieken’ verdwijnen, telt hij mee.
Zijn conclusie is duidelijk. Waar tijdens de jaren tachtig 149.352 migranten in België bij kwamen, waren er dat 262.570 tijdens de jaren negentig en 551.462 tussen 2000 en 2009. In 2009 staat de teller van het totaal aantal migranten in België zo op ongeveer 1,5 miljoen. Dus ja, migratie uit het buitenland én de aangroei van reeds aanwezige migranten nemen toe (alhoewel hun aandeel in de totale Belgische bevolking niet moet overschat worden).
Ten tweede komt die toenemende migratie vooral in de grote steden terecht. Antwerpen is hier een goed voorbeeld van. In Vlaanderen heeft gemiddeld 5,8 procent van de inwoners een niet-Belgische nationaliteit; in Antwerpen bedraagt dit 14,6 procent. Antwerpen is, met haar meer dan 170 verschillende nationaliteiten, de meest diverse stad van Vlaanderen.
Als we kijken naar de origine (mensen met een andere nationaliteit, nu of vroeger), dan blijkt dat 3 op 10 Antwerpenaren vreemde roots heeft. Hierbij weerspiegelt Antwerpen wel de Belgische trend: 1 op 3 van die ‘allochtonen’ zijn gewoon EU-burgers. Nederlanders waren lang de grootste groep niet-Belgische Antwerpenaren.
Mensen van Marokkaanse en Turkse origine – waar iedereen aan denkt als we het over de Antwerpse migranten hebben – vormen uiteindelijk slechts 7,8 procent en 2,5 procent van de Antwerpse bevolking.
Maar ja, Antwerpen telt ‘veel’ migranten. En de migratie neemt toe. Tussen 2000 en 2011 neemt de Antwerpse bevolking van zo’n 450.000 mensen toe met zo’n 40.000. 53 procent daarvan zijn niet-Belgen. Waar mensen met niet-Belgische origine in 2004 nog 24,5 procent van de Antwerpse bevolking vormden, maken ze in 2011 32,2 procent uit. Tussen 2010 en 2011 neemt de Antwerpse bevolking netto toe met 9.197 ‘allochtonen’.
Ten derde zal die migratie in de komende jaren ook nog toenemen. Op basis van de huidige trends in geboortes, sterftes en migratie in België, maakte het nationaal instituut voor statistiek AD SEI en het Planbureau een reeks ‘projecties’ voor de toekomst. Daaruit komen een paar opvallende resultaten. Zo werd gekeken naar het natuurlijk saldo (het aantal geboortes in België min het aantal sterftes) en het migratiesaldo (het aantal immigraties min het aantal emigraties).
Vanaf 2005 wordt een sterke stijging van die twee voorspeld tot 2014. Daarna zouden de stijgingen weer wat afnemen, maar het zou wel maken dat in 2020 11.538.140 inwoners in België wonen, wat een toename betekent van bijna één miljoen tegenover 2007. Die toename is deels te wijten aan meer geboortes, maar dus ook aan een toename van migranten. (zie figuur 2)
Rekening houdend met de ‘natuurlijke’ aangroei van de reeds aanwezige migranten én de instroom van nieuwe migranten, zouden er tussen 2010 en 2019 738.876 migranten bijkomen. Of vijf keer zo veel als in de jaren tachtig. (zie figuur 3) Na 2020 zou die toename weer afnemen.
Vanaf 2045 worden er meer sterftes verwacht dan geboortes in België. Dat ‘negatief natuurlijk saldo’ zal een stuk gecompenseerd worden doordat vanaf 2030 migratie opnieuw op gang zou komen. (zie figuur 4) Tegen 2060, zo wordt voorspeld, zouden we in België met meer dan 12,5 miljoen zijn.
Voor een stad als Antwerpen geeft dat interessante cijfers. Tegen 2028 zou de stad er 70.000 inwoners bij krijgen: een groei die vooral tussen nu en 2018 zal gebeuren. Deels door migratie, maar ook deels door meer geboortes. Tegen 2018 zal Antwerpen 32 procent meer 0 tot 2-jarigen tellen; tegen 2020 47 procent meer vijfjarigen. De stad zal nog meer verkleuren én verjongen.
Wat is het probleem?
Waarom wordt migratie nu zo vaak als een probleem voorgesteld? Media en beleidsmakers (én cafégangers) halen vaak drie soorten argumenten aan. Een eerste is dat van de ‘gigantische migratiestromen’ waar we niet op zijn voorbereid: zo wordt onze samenleving onder de voet gelopen, luidt het.
Ten tweede is er het cultureel argument: migranten nemen hun eigen levenshouding mee, en dat leidt onherroepelijk tot samenlevingsproblemen en een ‘botsing van beschavingen’. Een derde argument is dat al die migranten onze samenleving vreselijk veel geld kosten, geld dat er niet is...
Het eerste en tweede argument zijn in hetzelfde bedje ziek. Ze nemen beiden een stukje van de realiteit en blazen dat buiten proportie op. Ja, er komen meer migranten naar het westen, en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen. Maar op Europees en vooral mondiaal niveau valt dat erg te relativeren.
Voorts heeft het geen zin in een panische kramp te schieten. Beter aanvaarden we migratie voor wat het is: niet noodzakelijk een ‘probleem’, maar iets van alle tijden én het logisch gevolg van een meer geglobaliseerd wereldbestel. Het gaat er niet meer om of we ‘voor’ of ‘tegen’ zijn.
Het gaat erom hoe we met die nieuwe migratierealiteit omgaan, en de nieuwe vragen dat dat onze samenleving stelt. Maar dat doen we best rustig en doordacht, in plaats van ons te laten opjagen door opgeklopte angst- of haatgevoelens die niet in verhouding zijn met het eigenlijk ‘probleem’.
Ook het tweede argument klopt een deel van de realiteit op. Ja, er zijn ‘samenlevingsproblemen’. Als verschillende culturen elkaar ontmoeten, willen er al eens vragen rijzen over hoe met die verschillen om te gaan. Ja, migranten zien er anders uit en kleden zich anders, hebben soms een ander geloof of ‘levensvisie’. Ja, er zijn jonge Marokkanen die ‘onze vrouwen lastig vallen’ en Afrikaanse vrouwen die veel te luid telefoneren op de tram.
Maar de aandacht die in de media gegeven wordt aan hoofddoeken, vrouwenbesnijdenis bij Antwerpse Somaliërs of moslimmeisjes die niet mee willen gaan zwemmen, staat totaal niet meer in verhouding met het effectieve ‘probleem’.
De vraag is of al die ‘culturele botsingen’ nu echt dé essentie van 'de problemen' zijn. Of er zich bij de migratie niet veel dringender problemen stellen.
Hoe het komt dat zo veel ‘allochtonen’ de school verlaten met lagere diploma’s; dat ze zo moeilijk aan het werk geraken en – indien wel – enkel in de lager betaalde arbeidssectoren; dat armoede bij ‘allochtonen’ nog steeds veel hoger ligt dan bij ‘autochtonen’; dat allochtonen in slechtere woningen wonen en meer problemen hebben met hun gezondheid; dat racisme in de samenleving nog toeneemt.
Als er al over die problemen gesproken wordt, is het steevast de schuld van de allochtoon zelf, én komt dat ook door ‘zijn cultuur’: ‘ze willen niet werken, meneer’, ‘ze zijn crimineel omdat dat cultureel ingebakken is’… Dat is natuurlijk gemakkelijk. Blame the victim: het feit dat wij er als samenleving niet in slagen de verschillen echt te integreren, wordt plots de verantwoordelijkheid van de allochtoon zelf.
Het wordt tijd dat we de ‘samenlevingsproblemen’ terug in proportie gaan zien en gaan ‘deculturaliseren’. Dat we inzien dat problemen met migranten vaak erg weinig te maken hebben met hun ‘cultuur’, maar veeleer met hoe onze samenleving sociaal en economisch functioneert en daarbij mensen uitsluit.
Dat vraagt natuurlijk een andere bril waarmee we naar de werkelijkheid kijken. Niet de bril die veel media of beleidsmakers ons vandaag opzetten. Migratie dient vandaag zelfs steeds meer als bliksemafleider. De problemen met migranten terugbrengen tot hun ‘cultureel niet aangepast zijn’, of de migratiestromen overdrijven tot bedreigende tsunami’s, dienen vaak hetzelfde doel.
Migratie voorstellen als hét maatschappelijk probleem, om het zo niet te moeten hebben over andere essentiële aspecten: de dreigende sociale besparingen, de toenemende werkloosheid en financiële crisis, de toenemende armoede.
Behalve bliksemafleider, worden migranten ook de zondebok: na de Walen, kunnen ook migranten de schuld krijgen voor wat mank loopt in ons land. Naast een splitsing met Wallonië, meent men in een strengere migratiepolitiek een oplossing te vinden.
Het derde argument sluit hier bij aan. Ook dat heeft maar een heel selectief zicht op de realiteit. Ja, migratie zal ons extra kosten.
Migranten vallen (tijdelijk) meer terug op sociale bijstand, we hebben nood aan extra scholen, kinderopvang en dienstverlening, er moet geïnvesteerd worden in extra opleidingen en Nederlandse les om al die migranten te ‘integreren’.
Maar zeggen ‘dat daar geen geld voor is’, is niet waar. Er is vandaag genoeg geld in België. En het zit geconcentreerd bij enkele superrijke families en industriëlen. 10 procent van de Belgen bezit meer dan de helft van de Belgische rijkdom. Grote bedrijven als Electrabel maken superwinsten, maar betalen amper belastingen.
Een beleid zou er voor kunnen kiezen die rijken en bedrijven meer te belasten, en zo meer geld vrij maken voor een echte sociale politiek. In plaats daarvan kiest het beleid er vandaag voor die rijken buiten schot te houden: vermindering van vennootschapsbelasting, wettelijke belastingontduiking als de ‘notionele intrestaftrek’ installeren, 20 miljard euro belastingsgeld steken in het ‘redden van de banken’, toelaten dat managers van diezelfde banken nadien nog eens topbonussen opstrijken…
Ironie van het verhaal: dezelfde partijen die deze dingen voorstaan, roepen ook het hardst dat er geen geld meer is voor een sociale (migratie)politiek. Migratie dient hier opnieuw als bliksemafleider: angst- en haatgevoelens opwekken en ‘allochtonen’ tegen ‘autochtonen’ opzetten, in de hoop dat ze daardoor niet zullen kijken naar het échte probleem: de concentratie van rijkdom en een steeds manker lopende herverdeling ervan.
Bronnen:
UNHCR, 2009 Global trends, 15 juni 2010 UNHCR, Asylum levels and trends in Industrialised Countries 2010, 28 maart 2011
EUROSTAT, Population and social conditions, 27/10/2010
Fedasil jaarverslag 2009: statistieken
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, jaarverslag 2009
Hertogen J., 7/1/2010, BuG 121
Stad Antwerpen, Kerncijfers stad Antwerpen 2010 www.antwerpen.buurtmonitor.be
Hertogen J., 20/11/2009, BuG 119 Geldof D., Een stedelijke bevolkingsexplosie op komst Studiedienst Vlaamse Regering, SVR-bevolkingsprojecties 2009-2030 * Een cafépraat-stelling uit de reeks: 1) ‘We worden overspoeld door migranten!’ 2) ‘Migranten weten wat voor paradijs het hier is. Ze komen speciaal voor onze sociale bijstand.’ 3) ´Huwelijksmigratie en gezinshereniging zijn de nieuwe migratiepoorten. Hier aangekomen, vragen die extra migranten ook massaal steun. Dat moet aan banden worden gelegd!’ 4) ‘Migranten krijgen meer sociale voorrechten dan Belgen.’ 5) ‘Migranten vallen massaal terug op sociale bijstand’ 6) ‘Migranten vallen terug op bijstand omdat ze niet willen werken!’ 7) ‘Die migranten hebben nooit bijgedragen, en zouden hier dan ineens steun krijgen? We kunnen toch niet het OCMW van de wereld zijn?’ 8) ‘Antwerpen voert een eigen migratiepolitiek. Maar de situatie in Antwerpen is ook bijzonder, en vraagt dus om bijzondere maatregelen.’ 9) ‘Extra migranten geeft ook extra vraag naar scholen, Nederlandse les, kinderopvang, sociale huisvesting, dienstverlening… En daar is gewoon geen geld voor!’ 10) ‘Er is ook veel geld nodig voor vergrijzing en gezondheidszorg. En dan nog al die migranten? Willen we nog voor onze eigen mensen kunnen zorgen, moeten we een strengere migratiepolitiek voeren.’
Hertogen J., 20/11/2009, BuG 119 Geldof D., Een stedelijke bevolkingsexplosie op komst Studiedienst Vlaamse Regering, SVR-bevolkingsprojecties 2009-2030 * Een cafépraat-stelling uit de reeks: 1) ‘We worden overspoeld door migranten!’ 2) ‘Migranten weten wat voor paradijs het hier is. Ze komen speciaal voor onze sociale bijstand.’ 3) ´Huwelijksmigratie en gezinshereniging zijn de nieuwe migratiepoorten. Hier aangekomen, vragen die extra migranten ook massaal steun. Dat moet aan banden worden gelegd!’ 4) ‘Migranten krijgen meer sociale voorrechten dan Belgen.’ 5) ‘Migranten vallen massaal terug op sociale bijstand’ 6) ‘Migranten vallen terug op bijstand omdat ze niet willen werken!’ 7) ‘Die migranten hebben nooit bijgedragen, en zouden hier dan ineens steun krijgen? We kunnen toch niet het OCMW van de wereld zijn?’ 8) ‘Antwerpen voert een eigen migratiepolitiek. Maar de situatie in Antwerpen is ook bijzonder, en vraagt dus om bijzondere maatregelen.’ 9) ‘Extra migranten geeft ook extra vraag naar scholen, Nederlandse les, kinderopvang, sociale huisvesting, dienstverlening… En daar is gewoon geen geld voor!’ 10) ‘Er is ook veel geld nodig voor vergrijzing en gezondheidszorg. En dan nog al die migranten? Willen we nog voor onze eigen mensen kunnen zorgen, moeten we een strengere migratiepolitiek voeren.’