De NAVO bombardeert doelwitten in Libië, “om de mensenrechten te beschermen”. Althans, dat moeten wij geloven.
Vandaag lezen we in de kranten dat de 'responsibility to protect' niet meer is dan een laagje vernis om militaire interventies wereldwijd goed te praten. Een Frans vliegdekschip dat opereerde in het kader van de NAVO-operatie 'Unified Protector' liet tweeënzeventig oorlogsvluchtelingen aan hun lot over. Drieënzestig mensen vonden een gruwelijke dood omdat de NAVO de andere kant op keek. Militair interveniëren om mensenrechten te beschermen, wie gelooft dat nog?
Op 27 maart nam de NAVO het commando over de militaire interventie in Libië over. Officiële doelstelling: een no-fly zone afdwingen en onschuldige burgers beschermen tegen het geweld van de troepen van Kadhafi. We hebben immers de “responsibility to protect”, de morele verantwoordelijkheid om, desnoods gewapenderhand, in te grijpen als mensenrechten worden geschonden. België stuurde als kleine maar 'betrouwbare NAVO-partner', vier F16's. Vandaag blijkt opnieuw dat mensenrechten een populair argument zijn om militaire interventies te verkopen, maar niet de echte motivatie.
De escalatie van de oorlog in Libië drijft duizenden mensen op de vlucht. De kranten berichten dat op 25 maart tweeënzeventig oorlogsvluchtelingen met een boot uit Tripoli vertrokken. Ze willen Italië bereiken maar de boot komt in problemen en zwalpt stuurloos op de golven. Een militaire helikopter vindt hen maar redding blijft uit. Voedsel en water raken op. Een paar dagen later wordt de boot opgemerkt door een Frans vliegdekschip maar de Fransen weigeren alle hulp.
De vluchtelingen worden aan hun lot overgelaten. Dag na dag sterven er mensen op de boot, vrouwen, kinderen, baby's. Tenslotte spoelen elf overlevenden aan op de Libische kust. De Franse zeemacht onkent in alle toonaarden. Volgens een woordvoerder van de NAVO had de alliantie geen weet van het 'incident'. Dat is weinig geloofwaardig. Twee vliegtuigen stegen immers van het vliegdekschip op en vlogen over de vluchtelingen heen. De Italiaanse kustwacht was gewaarschuwd en had een alarmsignaal uitgestuurd.
Mensenrechten blijken een goed verkopend argument voor militaire interventie, maar zodra mensenlevens gered kunnen worden, laat de coalitie het afweten. Onze volksvertegenwoordigers en onze regering slepen ons mee in een militaire operatie waarvan ze het eindresultaat niet kunnen omschrijven. Zij maken ons als burgers mee verantwoordelijk. Bombaderderen voor mensenrechten, wie gelooft dat nog?
Ondertussen blijkt het VN-mandaat waaronder de NAVO optreedt in de handen van onze politici behoorlijk rekbaar. De VN-resoluties1970 and 1973 gaan over het beschermen van burgers en het afdwingen van een no-fly zone. Het Kadhafi-regime aan de kant schuiven hoort daar niet bij. Maar de NAVO laat er geen twijfel over bestaan: hoe vaag de militaire doelstellingen deze interventie ook zijn en hoe onvoorspelbaar de uitkomst van deze oorlog, het moet zonder Kadhafi.
Voor het gemak wordt het conflict gereduceerd tot een gemakkelijk te hanteren tegenstelling: Kadhafi en al zijn aanhangers aan de slechte kant, de rebellen aan de goede. Wie die rebellen precies zijn en waar ze met Libië naartoe willen, weet eigenlijk niemand. Wapenleveringen aan de rebellen mogen voorlopig niet, al wordt er hier en daar driftig voor gelobbyd.
Engeland, de VS, Frankrijk en Italië sturen militaire adviseurs en hebben dus al 'boots on the ground'. De coalitie geeft bovendien financiële en logistieke steun. Niet gewapende groepen worden op die manier gemarginaliseerd. Ze worden niet serieus genomen en verdwijnen compleet uit beeld als actoren in de oplossing voor het conflict en de politieke toekomst van het land.
Op die manier verscherpen de tegenstellingen en verkleint de ruimte voor een politieke uitweg. De NAVO-interventie doet het conflict alleen maar verder escaleren en veroorzaakt op die manier nog meer slachtoffers. Mensen die voor de oorlog vluchten worden aan hun lot overgelaten.
Dat van een snelle militaire overwinning geen sprake zal zijn, is vijftig dagen na de eerste bommen wel duidelijk. "The game is over for Kadhafi,” sloeg NAVO-secretaris-generaal Rasmussen afgelopen zondag. Maar Adminraal Mike Mullen, de stafchef van het Amerikaanse leger zat dichter bij de waarheid toen hij twee weken geleden zei dat de interventie een patsstelling nadert.
De 'gemakkelijke' doelwitten zijn uitgeschakeld, de troepen van Kadhafi trekken zich terug in steden en dorpen. De rebellen blijken niet in staat om daar voor langere tijd de controle te veroveren. Burgerslachtoffers vermijden kan misschien nog als het gaat om militaire doelwitten in de woestijn, maar in dichtbevolkte steden is dat onmogelijk.
Zogenaamde drones, onbemande vliegtuigen, inzetten, zoals de VS nu doen, beperkt het aantal slachtoffers evenmin. Dat maakt de dodentol van de inzet ervan in Pakistan pijnlijk duidelijk. De NAVO is nog niet weg uit Afghanistan of ze stort zich in de volgende uitzichtloze oorlog.
Wie gelooft de NAVO nog?
De NAVO bombardeert doelwitten in Libië, om de mensenrechten te beschermen. Althans, dat moeten wij geloven. Vandaag lezen we in de kranten dat de 'responsibility to protect' niet meer is dan een laagje vernis om militaire interventies wereldwijd goed te praten. Een Frans vliegdekschip dat opereerde in het kader van de NAVO-operatie 'Unified Protector' liet tweeënzeventig oorlogsvluchtelingen aan hun lot over. Drieënzestig mensen vonden een gruwelijke dood omdat de NAVO de andere kant op keek. Militair interveniëren om mensenrechten te beschermen, wie gelooft dat nog?