Witte redder of bondgenoot: wit activisme binnen antiracismebeweging in Vlaanderen

Educate yourself’. Het is een leuze die zich doorheen het grote publiek verspreidt sinds de Black Lives Matter betogingen in 2020, hopend om witte mensen te mobiliseren. Ook zelf vertrok ik vanuit de vraag of en hoe ik als wit persoon constructief kan bijdragen aan de antiracistische strijd. Ik vatte het leerproces aan én besloot voor mijn studies Gender & Diversiteit een thesis te maken over het wit antiracisme-activisme in Vlaanderen.

Hiervoor ging ik met andere witte mensen die reeds in de antiracismebeweging actief zijn in gesprek, hopend om hier al wat antwoorden te vinden. In dit stuk wil ik een inkijk geven in hoe ik dit hele leerproces ervaar en zal ik enkele bevindingen delen die uit mijn onderzoek naar voor kwamen.

Allereerst wil ik u meenemen in hoe ik persoonlijk dit leerproces ervaar. Dat is niet bedoeld om de aandacht te leggen op de ‘moeilijkheden’ van witte mensen, wel om de verschillende obstakels te definiëren en erkennen en zo hopelijk bij te dragen aan het overwinnen van de collectieve verlamming die witte mensen soms ervaren.

Hoe beschamend ik het ook vind om het toe te geven, ik ging – en ga nog steeds – door alle bekende stappen waar een gemiddeld wit geprivilegieerd persoon doorheen gaat eens die echt de oogkleppen afzet. Na al 24 jaar in deze maatschappij te leven, begon ik nu pas met me werkelijk in te lezen over wat racisme is (dat ik dit 24 jaar lang niet eens hoefde te doen, is al een privilege op zich). Spoiler: het bleek meer te zijn dan aan bepaalde politieke partijen toegeschreven uitspraken en attitudes of persoonlijke uitspraken en acties van individuele mensen. Het was zoveel omvattender dan ik in eerste instantie dacht, waardoor ik in een fase van ongeloof en kwaadheid terecht kwam. Hoe kan het dat een systeem van racisme al zolang één van de grondslagen van de samenleving uitmaakt en ik daar, net als een groot deel van de witte bevolking, blind voor was/ben? En dat we daar ook collectief blind voor worden gemaakt? 

Als witheid centraal staat in de problematiek van racisme – dit is geen mogelijkheid, maar een vaststelling – hoe kan je dan als wit persoon deel uitmaken van de strijd tegen racisme zonder de focus weer te veel te leggen op jezelf als wit persoon, en op witheid in het algemeen?

In een tweede fase maakte dit alles plaats voor schuldgevoel. Als witheid centraal staat in de problematiek van racisme – dit is geen mogelijkheid, maar een vaststelling – hoe kan je dan als wit persoon deel uitmaken van de strijd tegen racisme zonder de focus weer te veel te leggen op jezelf als wit persoon, en op witheid in het algemeen? Verder nog: hoe kan ik zelfs deze vragen stellen zonder dat te doen? Hoewel de meningen verdeeld zijn over het belang van wit antiracisme activisme, is het meest gebruikelijke antwoord dat iets doen beter is dan niets doen. Zelf nog wat heen en weer gaand tussen ‘ik onthoud me beter volledig’ en ‘ik kan niet anders dan iets doen’, blijf ik vooral vasthaken bij de vraag ‘wat kan ik nu doen?’ en de angst om ook werkelijk met de antwoorden daarop aan de slag te gaan. Angst inderdaad, omdat dit inhoudt dat ik aan de slag moet met mijn volledige wereldbeeld en zijn.

Paradox

Aan materiaal om als wit persoon op zoek te gaan naar antwoorden op de vraag wat je kan doen binnen de antiracismestrijd is er tegenwoordig geen gebrek – wat trouwens niet kan gezegd worden over de beschikbaarheid van materiaal voor mensen die zelf doelwit zijn van racisme. Zelf al veel ‘tips’ verzameld hebbende, vind ik het toch nog moeilijk ze allemaal in elkaar te passen. Zo is er een eerste advies dat luidt dat witte mensen vooral actief moeten luisteren. Dit lijkt me logisch, aangezien ik zelf geen ervaring heb met racisme en ik dus niet in een positie ben om daar nieuwe informatie over te verschaffen of bestaande informatie tegen te spreken. Toch, zo luidt het volgende advies, mag dit luisteren niet uitmonden in een stilzwijgen, want zij die niet spreken noch actie ondernemen, houden het systeem juist mede in stand. Ik blijf het echter een dunne lijn vinden tussen mij uitspreken waar nodig en de spreekwoordelijke microfoon overnemen. Het gevaar van whitesplaining en white saviourism loert namelijk altijd om de hoek. 

Verder wordt er ook gezegd dat we als witte persoon ons privilege moeten inzetten. Hoewel ik ondertussen de oefening kan maken waarbij ik tot een lijst kom van privileges waarover ik beschik, heb ik toch schrik dat het niet duidelijk zal zijn wanneer ik mijn privilege inzet dan wel van dit privilege gebruik maak en daar ook van geniet. Neem nu dat ik een spreekgelegenheid aanneem om te spreken over racisme en white privilege, waarbij ik dus mijn privilege om te kunnen spreken aanwend om bewustwording te creëren. Zorg ik er dan effectief voor dat mensen die zelf doelwit zijn van racisme niet steeds de onderwijzende taak op zich moeten nemen, of ga ik hier net spreken in naam van iemand anders? Ondanks de vele ‘tips’ die ik dus reeds verzamelde, klinkt alles me nog vaak abstract in de oren.

Witte muur

Ik moet eerlijk bekennen dat er situaties zijn waarin ik hetgeen ik de afgelopen tijd leerde prima in de praktijk had kunnen brengen, en de abstractie van de educatie dus eerder een excuus lijkt om niet door de angst te hoeven gaan. Binnen de veilige omgeving van mijn studie en mijn stage – waar iedereen er quasi dezelfde mindset op nahoudt – durf ik de activist in mezelf wat loslaten en opkomen voor wat ik belangrijk vind. Ook bij de mensen die het dichtst bij me staan, lukt het me redelijk om diepgaand in gesprek te gaan, en hier en daar een zaadje te planten wat betreft een andere visie en houding. Alleen, in contexten waar ik vooral verwacht word een andere rol aan te nemen – die van brave jobstudent, goede vriendin, enz. – is het heel wat moeilijker om radicaal op te komen voor mijn overtuigingen en normen. Dat maakt dat ik in de bakkerij waar ik in het weekend werk niet durf zeggen dat het helemaal niet ok is dat een bepaalde lekkernij nog op een heel foute manier benoemd wordt. Of dat ik eerder diep in mijn stoel wegzak dan mijn stem durf te gebruiken wanneer mijn vrienden gebruikmaken van wel heel ongepaste woordenschat. Op deze momenten voel ik me steeds weer een fraudeur: opkomen voor sociale rechtvaardigheid en gelijke rechten wanneer ik me zelf veilig voel, maar de mensen die zich in vele maatschappelijke contexten veel onveiliger voelen en die persoonlijk getroffen worden door wat ik hierboven beschrijf en om wie het echt draait, in de kou laten staan wanneer ik me zelf onbeschut waan. Sterk van ver, ver van sterk. 

In gesprek met witte antiracisme activisten

Naast mijn persoonlijke zoektocht, besloot ik ook voor mijn studies Gender & Diversiteit een thesis te maken over wit activisme binnen de antiracismebeweging. Hiervoor ging ik in gesprek met witte mensen die reeds actief zijn binnen de antiracismebeweging in Vlaanderen. Het doel was hun visies, motivatie en aanpak kritisch in beeld te brengen – en bij uitbreiding antwoorden verzamelen op de vraag of en hoe je als wit persoon constructief kan deelnemen aan de strijd tegen racisme.

Het eerste wat me opviel, was dat de mensen met wie ik in gesprek ging met dezelfde vragen en struikelblokken worstelden als ik. Alleen zorgde dat in mijn geval voor verlamming, terwijl zij reeds voluit voor actie kozen. Ze wezen me er vooral op dat vragen en struikelblokken deel uitmaken van dit proces maar reikten toch een aantal zaken aan waar je als wit persoon mee aan de slag kan gaan, wil je actief meestrijden tegen racisme.

Enkel vertrekken vanuit verontwaardiging of louter hopen op applaus of beloning, is volgens mijn gesprekspartners geen goede motivatie om in de antiracismestrijd te stappen. Er is een diepere motivatie nodig, die niet enkel gaat om het ‘helpen’ van je medemens, maar om het bevrijden van een volledige samenleving

Allereerst is het belangrijk aan de slag te gaan met jezelf. Racisme en wit privilege niet zomaar als een theoretisch discours beschouwen, maar jezelf in die vergelijking plaatsen en aan de slag gaan met alle emoties die dit met zich meebrengt. Met andere woorden, het is belangrijk je bewust te worden van je eigen privileges, macht en belangen in de maatschappij en vervolgens na te denken hoe je deze kan inzetten. Ten tweede is het belangrijk je eigen beweegredenen onder de loep te nemen, waarom je je voor de strijd tegen racisme wil inzetten. Enkel vertrekken vanuit verontwaardiging of louter hopen op applaus of beloning, is volgens mijn gesprekspartners geen goede motivatie om in de antiracismestrijd te stappen. Er is een diepere motivatie nodig, die niet enkel gaat om het ‘helpen’ van je medemens, maar om het bevrijden van een volledige samenleving.

Hoe je je dan best binnen die antiracismestrijd navigeert als wit persoon? De ultieme tip: luisteren! Ga jezelf niet over-identificeren met mensen die doelwit zijn van racisme en denk ook niet in hun plaats, maar luister naar wat ze te zeggen hebben en blijf daar ook altijd voor openstaan. Nederigheid is dé essentiële waarde in het engagement van witte mensen. Het is dan ook belangrijk over al deze elementen voortdurend te blijven reflecteren. Op die manier blijf je openstaan, voor veranderingen en feedback, en kan je jezelf bijsturen waar nodig. 

Deze tips zijn allemaal gericht op wat je als individu kan doen, maar uiteraard verander je op je eentje niet de hele maatschappij. De mensen waarmee ik in gesprek ging, wezen ook op het belang om buiten jezelf mee te werken aan verandering, idealiter op structureel niveau. Hoe? Daar was nog niet iedereen aan uit – zoals gezegd ben ik niet de enige met vragen – al kwam er wel op tafel dat het belangrijk is je uit te spreken wanneer je met racisme geconfronteerd wordt en dat ook deel uitmaken van een organisatie een goede stap is.

Levenslang proces

Ik besef dat ik op basis van wat ik hier zeg geen pluimen noch medaille verdien – wat überhaupt nooit het doel zou mogen zijn wanneer je je als wit persoon inzet tegen racisme. Sterker nog: er zijn heel wat dingen om me op te veroordelen. Ik schreef dit stuk dan ook niet vanuit de overtuiging dat ik mijn doel bereikt hebt, dat ik me na het maken van een thesis activist kan en mag noemen. Dit schrijven komt er vooral vanuit een drang om nuance en eerlijkheid binnen te brengen in het hevige debat dat er vandaag soms woedt. Vanuit vele posities in het verhaal heerst er denk ik onduidelijkheid over wat te doen, waar te beginnen. Wat me dan ook vooral duidelijk werd tot nu toe, is dat zich inzetten voor een sociaal rechtvaardige en inclusieve wereld een levenslang proces is van zoeken, zich vragen stellen en adapteren aan de veranderende context. Met andere woorden: luister, leer en ageer! 



Over de auteur:

Rani Simoens studeert af binnen de master Gender & Diversiteit aan de UGent. Ze doet onderzoek naar wit activisme binnen de antiracismebeweging.