Dat politici in verkiezingsluwe periodes minderheden gerelateerde thema’s angstvallig vermijden berust natuurlijk geheel op het toeval.
Wie de afgelopen dagen in het buitenland vertoefde of zijn nieuwsgaring louter bij de commerciële zenders haalt zal het gemist hebben. Vorige week vierden we 50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie in België. Ter gelegenheid van deze heugelijke gebeurtenis werden de afgelopen weken verschillende evenementen en projecten rond dit thema op poten gezet.
Vanuit politieke hoek was er opvallend veel aandacht voor deze evenementen. Het was zeer bevreemdend om op al deze festiviteiten politici vol lof te horen spreken over hun medeburgers met Turkse en Marokkaanse roots. In hun toespraken roemden ze de bijdrage van Marokkaanse en Turkse medeburgers aan de Belgische economie. Waarna ze zich haastten naar een lezing van de Boerenbond waar ze de bijdrage van de agro-culturele sector aan de Belgische economie bejubelden. Om vervolgens richting een seminarie van Unizo te trekken om de bijdrage van Vlaamse zelfstandigen aan de Belgische economie te prijzen. Ach ja, het zijn verkiezingen nietwaar. Desalniettemin klonken de toespraken van de eminenties er niet minder oprecht op. Dat politici in verkiezingsluwe periodes minderheden gerelateerde thema’s angstvallig vermijden berust natuurlijk geheel op het toeval.
In de schaduw van het hele circus rond 50 jaar migratie woedde er op sociale media een verhit debat. Velen vroegen zich af of die 50 jaar migratie wel een reden was tot feestvieren. De kritiek kwam uit onverwachte hoek. Namelijk van nakomelingen van de eerste generatie Marokkaanse en Turkse gastarbeiders. Velen ergerden zich aan de goednieuwsshow die er werd opgehangen rond dit jubileum. Zo werd er te weinig aandacht besteed aan de vele obstakels die Belgen met migratieachtergrond nog moeten overwinnen. Gaande van discriminatie op de arbeidsvloer en op de huisvestingsmarkt tot achterstelling in het onderwijs. Volgens criticasters was er dus weinig recht tot feesten. Een argument waar veel voor valt te zeggen.
In het debat leggen we helaas nog steeds de verkeerde klemtonen. Laat 50 jaar migratie nu net het uitgelezen moment zijn om de nadruk te leggen op de positieve aspecten van migratie. Over de meerwaarde die deze migratie heeft bijgebracht aan de Belgische samenleving op alle vlakken. In het huidige minderhedendebat wordt vaak vergeten dat België destijds vragende partij was voor Marokkaanse en Turkse migranten. Terwijl men in bepaalde kringen graag doet alsof deze migranten een gunst verleend werd doordat ze het hier mochten komen werken. En dat Belgen met Marokkaanse en Turkse roots net wat meer dankbaarheid moeten vertonen voor de geboden kansen.
Als er nu net één groep is aan wie zowel autochtonen als allochtonen van de tweede en de derde generatie dankbaar moeten zijn dan is het wel de eerste generatie migranten. Het zijn deze pioniers die het vuile en harde werk kwamen verrichten eind jaren 60 begin jaren 70, toen de Belgische economie nog boomde. Het zijn zij die enorme offers brachten om een betere toekomst te bieden voor hun kinderen. Zij die dankzij hun noeste labeur en ijzeren discipline mee hebben gebouwd aan het welvarende België waar wij nu allemaal de vruchten van plukken. Het is dan ook stuitend om te zien hoe het net deze mensen zijn die nauwelijks worden betrokken bij alle activiteiten rond 50 jaar migratie.
Maar laten we ons toch behoeden voor al te veel negativiteit. Ik beschouw de vieringen van 50 jaar migratie als een eerbetoon aan de pioniers van het eerste uur. Zij verdienen beter dan dit. De eerste generatie Marokkaanse en Turkse migranten zijn mijn rolmodellen. Het is aan deze moedige mannen en vrouwen aan wie wij zoveel verschuldigd zijn. Een prijs die wij nooit zullen kunnen terugbetalen. Die oeverloze discussies over de multiculturele samenleving zetten we wel verder op een andere dag. Maar laten we nu hulde brengen aan het pionierswerk van deze helden.