Tien bedenkingen bij Silkes experiment

In haar sociaal experiment brengt Silke de dagdagelijkse scheldpartijen aan het licht die gesluierde moslima’s op straat en sociale media moeten ondergaan. Toch slagen onze media er in de hoofddoek het onderwerp van de discussie te maken.
Tien bedenkingen bij Silkes experiment
 

1. In haar sociaal experiment brengt Silke de dagdagelijkse scheldpartijen aan het licht die gesluierde moslima’s op straat en sociale media moeten ondergaan. Toch slagen onze media er in de hoofddoek het onderwerp van de discussie te maken.

2. Hoofddoek, geen hoofddoek, minirok, topless. I couldn’t care less. De essentie van het debat zou moeten zijn dat er nog steeds vrouwen worden lastigvallen omwille van wat ze dragen in de publieke ruimte. Het zelfbeschikkingsrecht van een vrouw zou moeten primeren. En daar heeft wetgever noch de rest van de samenleving zich te bemoeien.

3. Er wordt in onze contreien vaak geponeerd dat moslims onverdraagzaam zijn naar andere moslims die hun geloof afvallen. Ze zouden beter wat verdraagzaamheid leren van hun landgenoten. Vraag maar aan Silke, zij verloor 3/4de van haar vrienden nadat ze 10 dagen als moslima door het leven ging.

4. Blijkbaar vinden velen het de normaalste zaak van de wereld dat een jonge vrouw – zolang het maar een moslima betreft – wordt lastiggevallen op straat. Ze had maar geen hoofddoek moeten dragen. Dat niemand over deze kromme redenering valt zegt veel over de huidige zeitgeist in onze samenleving.

5. Op social media schermden velen met de verlichtingswaarden en de scheiding van kerk en staat om de slechte behandeling van Silke te rechtvaardigen. Terwijl de verlichtingswaarden net pluralisme en gelijkheid van alle burgers hoog in het vaandel dragen. En de scheiding van kerk en staat enkel slaat op de relatie tussen de kerkelijke macht (of moskee/synagoge as you wish) en de overheid en dus niet op de relatie tussen de overheid en de burgers.

6. Als kinderen van de verlichting voelen we ons in het Westen verheven boven alle andere culturen. De tering naar de nering zetten is voor de meesten te hoog gegrepen. We geloven enkel in de vrijheid van eredienst en meningsuiting wanneer die overeenkomt met onze eigen opvattingen/denkkader. Dezelfde vrijheid toekennen aan minderheden – zoals de grondwet doet – is dan weer een brug te ver.

7. Wanneer moslima’s klagen over fysieke en verbale dreigementen in de publieke ruimte wordt hier nooit gehoor aan gegeven. Wanneer een autochtone vrouw 10 dagen moslima speelt staan de kranten vol met deze problematiek. Net zoals we pas bij racisme stil stonden toen de vrouw van een blanke VRT-journalist er het slachtoffer van werd.

8. Of het nu Femme De La Rue is, of de Volt-reportage over verbaal geweld waar holebi’s in Brussel en Antwerpen geconfronteerd mee worden of het experiment van Silke, het valt steeds op dat dezelfde actoren die zich mengen in deze debatten nooit consequent de lijn kunnen trekken naar andere groepen. Ze zijn verontwaardigd over homofobie maar niet over xenofobie. Ze klagen islamofobie aan maar zwijgen over seksisme. Ze klagen seksisme aan maar verdedigen racisme.

9. Waarom halen mensen steeds extreme voorbeelden uit Saudi Arabië en Afghanistan aan om racisme en islamofobie in onze contreien te rechtvaardigen en vergoelijken? Wat hebben die landen te maken met moslims in België?

10. Hoe lang gaan we deze belachelijke discussies over stukjes klederdracht nog voeren? Hoe moeilijk kan het zijn om een minimum aan respect voor je medeburgers op te brengen ongeacht hun religieuze of ideologische overtuiging, geaardheid, gender of etnie?