Antwoord van Samira Azabar aan Etienne Vermeersch: Mag het gedaan zijn met riddertje spelen?

Mag het gedaan zijn met riddertje spelen? lk heb de indruk dat u het moeilijk vindt om uw harnas en witte paard op te bergen. Maar de waarheid is dat er geen moslimjonkvrouwen zijn die gered dienen te worden door een 'verlichte profeet' anno 2013.
Antwoord van Samira Azabar aan Etienne Vermeersch: Mag

Dat u een selectie maakt om uw Groot Gelijk te 'bewijzen' is uw ding. Ze voorstellen als de gangbare gang van zaken, vooral die van mij, is intellectueel oneerlijk.

 

Geachte Mijnheer Vermeersch,

Mag het gedaan zijn met riddertje spelen? lk heb de indruk dat u het moeilijk vindt om uw harnas en witte paard op te bergen. Maar de waarheid is dat er geen moslimjonkvrouwen zijn die gered dienen te worden door een 'verlichte profeet' anno 2013.

In uw open brief (DWM 08/03) aan mij gericht geeft u aan dat ik wel degelijk een rationeel denkend wezen ben. Maar als u daarna stelt dat ik 'beïnvloed ben door diep gewortelde motieven' en om emotionele redenen geen afscheid kan nemen van de islam, lijkt u mijn rationaliteit toch ernstig in twijfel te trekken. Ook verwijt u mij met het vingertje in de lucht 'een gebrek aan adequate kennis'. U vindt het blijkbaar nodig om me te onderwijzen in de islam. Verder springt u plots 25 jaar in de tijd om uw traumatisch verleden met God uit de doeken te doen en bovendien - als een ware psycholoog - te verklaren waarom ik halstarrig blijf geloven dat de islam vrouwvriendelijk is: blijkbaar om een - onvermijdelijk - pijnlijk afscheid uit te stellen. Een afscheid waar u de moed had om voor te kiezen en zich sindsdien bevrijd voelt. Na heel wat knip en plak werk van Dame Google komt u tot de conclusie dat er maar één waarheid is, namelijk dat islam en vrouwenemancipatie onverenigbaar zijn. Een waarheid die weliswaar enkel draait om het eigen Groot Gelijk.

Wellicht denkt u dat ik hetzelfde meemaak, maar laat me u verzekeren: u hoeft me niet te bevrijden noch te bekeren want ik voel me in mijn huidige context niet onderdrukt door mijn persoonlijke islambeleving. Ook niet door mijn ouders, broers, zussen, of wie dan ook. Ik weet dat ze, ondanks alles, me door dik en dun zouden blijven steunen en liefhebben. Dat hebben ze eerder al meermaals bewezen. Zij zijn dan ook niet de reden waarom ik de islam de rug niet toekeer.

De ware reden is dat het me de nodige kracht en geloof biedt om te blijven strijden voor datgene waarin ik geloof, voor mijn idealen. De islam biedt mij juist een toetssteen om structureel onrechtvaardige, discriminerende, patriarchale structuren het hoofd te bieden en ze te bestrijden. Om niet mee te stappen in de logica van de sterkste maar te blijven geloven in alternatieven die menselijkheid teweegbrengen in een samenleving waar we vergeten zijn wie de meest kwetsbaren zijn maar enkel uit zijn op maximaal kapitalistisch gewin en daarvoor multi-inzetbare, stressbestendige, efficiënte volgzame moderne 'slaven' nodig hebben.

De Koran is overgeleverd in een bepaalde tijd en ruimte en was dan ook heel revolutionair. Voor vele moslims, waaronder mezelf, dient de Koran als het ware als een leidraad en een werkinstrument om vandaag de dag waarachtige rechtvaardigheid te kunnen nastreven.

Om de geest van de Koran te begrijpen is kennis van de toenmalige context onontbeerlijk. Het is overduidelijk dat u die kennis mist, wellicht een verklaring voor uw toepassing van 7de eeuwse regels in een context van de 21ste eeuw die uiteraard kant noch wal raakt. Uw uitgangspunt van een letterlijke lezing houdt geen steek, moslims zouden zich - in uw logica - eerder met paard en kameel verplaatsen omdat auto's toen niet bestonden.

Als ik in het interview uitleg hoe de Koran onder andere de gelijkheid van man en vrouw vooropstelt is het me vooral te doen om de idee dat zowel man als vrouw uit dezelfde 'nafs' (ziel) zijn geschapen. Dat jij mijn inbreng verklaart aan de hand van de dominante lezing van het Bijbels scheppingsverhaal doet wellicht menig wenkbrauwen fronsen. Uw reeks 'teksten' (wellicht bedoel je verzen) die u opsomt houden voor mij geen steek. Maar dat wist u wellicht al. U weet bovendien goed genoeg dat de Koranische tekst niet op één manier gelezen en geïnterpreteerd kan worden, maar dat er ontelbare tafsiers zijn.

Dat u een selectie maakt om uw Groot Gelijk te 'bewijzen' is uw ding. Ze voorstellen als de gangbare gang van zaken, vooral die van mij, is intellectueel oneerlijk. Laten we dan nog maar zwijgen over het feministisch gehalte van die daad. Ook het aanleveren van onbetrouwbare 'hadiths' en ze voorstellen als authentieke bronnen is - op z'n minst gezegd - vals.

U hoeft zich dan ook geen zorgen te maken dat u me pijn hebt gedaan. U hebt me slechts lichtjes geïrriteerd, maar ook daar ben ik snel overheen geraakt mede dankzij de reacties van Blommaert, De Ley, Leman, Maly en Pastoors maar ook en vooral dankzij familie, vrienden, collega's en andere bondgenoten. Zij hebben blijkbaar nog wel het gezond verstand om mij als mens zelf te laten bepalen welke inspiratie, strijd en passies ik belangrijk acht in mijn leven.

Uw brief maakte weliswaar één punt duidelijk namelijk de nood aan humanitaire acties om bepaalde academici uit hun ivoren toren te bevrijden. Misschien zouden we daar meer op moeten inzetten - uiteraard op voorwaarde dat ze bevrijd willen worden...

Vriendelijke groet,
Samira Azabar