Asterix aan de Schelde: het koppige verzet van Borgerhout

De bijna vier vierkante kilometer van Borgerhout zijn de enige in Antwerpen waar de N-VA niet aan de macht is. Het districtsbestuur is er immers in handen van roden en groenen. In zijn nieuwe boek vertelt Thomas Blommaert het verhaal van die linkse enclave op rechteroever. Kif Kif publiceert een fragment.

Nieuwlichters op het Moorkensplein. Wat in Borgerhout de komende zes jaar stond te gebeuren leek ons spannend want nooit eerder vertoond, het straalde lef uit en het speelde zich af onder onze neus.

 

‘Zo’n tweeduizend jaar geleden was Gallië bezet door soldaten van Caesar, de Romeinse veldheer. Héél Gallië? Nee, een kleine nederzetting bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Romeinen bepaald niet gemakkelijk.’ Zo begint elke aflevering van Asterix. Vervang ‘Gallië’, ‘Caesar’ en ‘Romeinen’ door ‘Borgerhout’, ‘Bart De Wever’ en ‘Antwerpen’ en je belandt ongeveer bij het stripverhaal dat u in handen heeft. Dat zeggen wij niet, dat zegt Patrick Paredaens. Patrick who?

Op een dag zagen wij een verhaal van twee politieke experimenten samenkomen in dit contrair dorp: de eerste coalitie ooit in de geschiedenis van dit land tussen sociaaldemocraten, groenen en marxisten en de bestuurlijke ontmaagding van de partij van Zohra Othman. Er was ook nog een derde experiment: de oprichting van een linkse enclave op rechteroever en de daaruit volgende botsingen met de troepen van Bart De Wever.

Het was een maandagvoormiddag. We zaten op de uitgeverijvergadering en bogen ons over een binnengekomen manuscript over Marinaleda een Spaans dorp met een bebaarde burgemeester, dat het kapitalisme heeft buitengesmeten, het gewone ongewoon en het ongewone gewoon heeft gemaakt. ‘Jammer dat er in ons land zo geen dorpen bestaan’, zuchtte onze chef productie toen we om allerlei redenen beslist hadden het manuscript niet uit te geven. Hij draaide zich naar ons en zei: ‘Zelfs in Zelzate zit Marx al in de oppositie!’

Het was een allusie op het boek dat wij in 2010 schreven. Ik was nog nooit in Zelzate geweest was een schets van het roodste dorp van het land en een verhaal van huisbezettingen, stakingen, in brand gestoken parkeermeters en misschien nog het meest van al van de neergang van de sociaaldemocratie en de opkomst van een donkere tint rood. Maar onze collega vergiste zich. In Zelzate had Marx nooit ergens anders gezeten dan in de oppositie. Hij was er met zes PVDA-gemeenteraadsleden wel goed vertegenwoordigd. In 2010 was dat nog een curiosum en Zelzate trok van heinde en ver journalisten aan voor een reportage over De Laatste Communisten: groeten uit stalinistisch Disneyland!

Misschien net daarom fascineerde Borgerhout ons zo hevig. Borgerhout was anders dan Zelzate. Natuurlijk was het anders. Er was de ligging, de bevolkingssamenstelling, het verleden enzovoort. Maar voor ons was dit het belangrijkste: als een twaalfjarig meisje uit Borgerhout Zohra Othman zag speechen en aan haar papa vroeg: ‘Wie is die mevrouw?’, dan moest vaderlief antwoorden: ‘Dat is Zohra Othman. Zij is schepen van Jeugd en voorvrouw van de Partij van de Arbeid, een marxistische partij die voor het belasten der euromiljonair is.’ Als meneer bij de N-VA of het Vlaams Belang militeerde, kon dat pieken.

Er was niet alleen schepen Othman, er waren ook haar collega’s. Aan de ene kant sociaaldemocraten die zich nog socialisten durven noemen en in 2012 een kartel met Groen hadden gesmeed tegen de stroom in hun partij in. Aan de andere kant groenen die in de jaren zeventig al van Borgerhout een burcht hadden gemaakt. We hoorden over het beluikje waar pater Luc Versteylen in de jaren zeventig nog een hongerstaking hield om een reeks huizen van de sloop te redden. Versteylen pende er samen met een paar andere dromers ook de beginselverklaring van Agalev neer, de beweging die zal uitmonden in de gelijknamige partij en de voorloper van Groen. Het waren jaren waarin je nog vrolijk werd van de korte berichten in de krant: ‘L.V. uit B. krijgt van de rechtbank van eerste aanleg een uitnodiging tot afhaling van aangeslagen voorwerpen zijnde vijf borstels en vier emmers. Ze waren aangeslagen bij het schilderen van fietspaden door de genaamde groene fietsers.’

Nieuwlichters op het Moorkensplein. Wat in Borgerhout de komende zes jaar stond te gebeuren leek ons spannend want nooit eerder vertoond, het straalde lef uit en het speelde zich af onder onze neus, of toch op twee kilometer van onze kleine uitgeeftempel in de Lange Pastoorstraat in Berchem. Hoorden wij daar in de verte al geen lied van Slaat op den trommele van dirredomdeine / Vive le Geus, roodgroenrood is nu de leus?

In die eerste weken na de stembusgang bliezen we oude vriendschappen met Borgerhoutenaars nieuw leven in. Links en rechts stelden we een paar vragen en maakten wat ruwe aantekeningen. Eigenlijk wist niemand wat Borgerhout nu precies in de armen van roodgroenrood had geduwd. Verschillende voordorpers wezen ons op de fel veranderde bevolkingssamenstelling. ‘Een derde van de Borgerhoutenaars heeft buitenlandse roots’, vertelden ze. ‘Een derde is hipster, positivo of bobo. Die twee groepen vinden elkaar in de partijen die nu aan de macht zijn. Het laatste derde stemt Vlaams Belang of N-VA.’ En dan voegden ze er vaak aan toe dat die twee partijen het moeilijk hadden om zich aan te passen aan de andere realiteit.

Andere Borgerhoutenaars, meestal wat ouder en vaak met de spijt als een visgraat in hun keel, kwamen tot dezelfde conclusie maar vanuit een heel andere hoek. Ze noemden het roodgroenrode bestuur het beste bewijs dat het Vlaams Belang gelijk had gekregen. ‘Voorzitter Tom Van Grieken zei het al: “Het Vlaams Belang mikt niet meer op de steden.” Je moet realistisch blijven. Het is te laat voor ons.’ Er zat veel waarheid in die verzuchting want met een extreemrechts discours vielen in het superdiverse voordorp nog maar weinig stemmen te rapen.

Er waren ook Borgerhoutenaars die niks wilden zeggen. Of niks mochten zeggen, dat weten we niet. Op een dag kregen we telefoon van de N-VA-voorzitter van Borgerhout. Of het klopte dat we een afspraak hadden met zijn partijgenoot en gemeenteraadslid meneer Paredaens voor een interview? ‘Klopt.’ Hij vroeg waar ons boek in het algemeen en het geplande gesprek in het bijzonder over zouden gaan. Of onze korte duiding de N-VA-voorzitter van Borgerhout niet bevredigde zullen we nooit weten. Maar toen we hadden afgerond, sprak hij: ‘We zullen uw interviewvraag bekijken met het bestuur en ik laat u morgen iets weten.’ Twee dagen later belden we hem zelf op. ‘Meneer Blommaert’, klonk het aan de andere kant van de lijn, ‘er zal niemand van de N-VA meewerken aan uw boek.’ Later begrepen we dat we de afwijzing niet persoonlijk moesten nemen. In een lange reportage over Borgerhout voor De Standaard Weekblad noteren Eline Bergmans en Bart Brinckman dat plaatselijke N-VA-politici ‘een absoluut verbod kregen’ om aan hun reportage mee te werken.

Anderen spraken wel. Uren aan een stuk. Ze wezen ons op de regels en wetmatigheden in voordorpen als Borgerhout en op kleinigheden waar buitenstaanders als wij geen verstand van hebben. Stel nu dat het klikt tussen twee parlementsleden van verschillende partijen, laat ons zeggen tussen een groene en een liberaal. Dat is fijn maar de kans dat hun camaraderie de volgende regeringsformatie beïnvloedt blijft gering. Gebeurt hetzelfde in het klein nest dat Borgerhout heet, dan is alles mogelijk.

Kent u Luc Moerkerke? Een stem als een klok, oud-straathoekwerker, ingeweken West-Vlaming, bezieler van basketclub de Willibies, een half leven actief in de christelijke arbeidersbeweging maar ook de man die na de verkiezingen van 2012 opstapte bij CD&V en als onafhankelijke het nieuwe bewind vervoegde. Welnu, die Luc Moerkerke woonde jarenlang om de hoek van Zohra Othman en haar toenmalige levensgezel Peter Mertens. Hun zonen, ooit de Statler en Waldorf van De Zevensprong, zijn gezworen maten. Ergens onderweg raken ook de vaders en moeders Moerkerke en Mertens met elkaar bevriend. Ze trekken samen naar de basketmatchen van Tuur en Karim. Ze kijken naar de Rode Duivels, een bak bier onder hun voeten. En in verkiezingstijden gaan ze samen plakken. Dan duwen ze de koffer van de auto van Luc of die van Peter en Zohra vol affiches voor de christendemocratische en de marxistische partij en rijden Borgerhout rond. En elk plakt het zijne en achteraf drinken ze een pint of twee.

De jarenlange camaraderie tussen de families Moerkerke, Othman en Mertens: dát waren de zaken die er in een voordorp toe deden, vonden die Borgerhoutse spraakwatervallen. Niet elke verkiezingsoverwinning valt in schema’s te gieten. Er is ook zoiets als de rafelrand van de geschiedenis. Of geloofden we nu echt dat Marx of paus Franciscus een grotere rol in de geboorte van de roodgroenrode coalitie speelden dan Tuur en Karim, Romelu en Radja of de frieten van Frituur Richard?

Boeklancering: 9 april om 20u in de Roma

Met Thomas Blommaert, Joost Sierens (Voorzitter Boho2140), Paul Schyvens (De Roma), Rachida Lamrabet, Amar Zouggaghi(JES & Pleinpatrons), Fikry El Azzouzi, MC Lily, Nigel Williams en fanfare 't Akkoord. Annabelle Van Nieuwenhuyse is gastvrouw. Meer info & tickets.

Thomas Blommaert, Asterix aan de Schelde. Een reportage uit Borgerhout, EPO, 18,5€. Meer info en bestellen.

 



Over de auteur:

Thomas Blommaert werkt voor uitgeverij EPO. Hij publiceerde onder andere Ik was nog nooit in Zelzate geweest (EPO, 2010) en 'Zoekt gij Boel?' in 20 onder 35. Een selectie van de origineelste jonge schrijvers uit Nederland en Vlaanderen (Prometheus, 2011).