Hier kunnen ze niets betekenen, of krijgen ze de kans niet om zich nuttig te maken.
Een vraag die de afgelopen weken voer was voor discussie. Media, politici en de man op straat braken er hun hoofd over. Onbegrijpelijk: wat zet een jongere opgegroeid en opgetogen in een van de grote Europese steden ertoe alles achter te laten en te strijden in een land ver hier vandaan? Al-Mawada organiseerde in samenwerking met Samenlevingsopbouw, Motief en Atlas de vijfde infocus meeting. Op donderdag 2 mei, werden Midden Oostenexperts Rik Coolsaet, Rudi Vranckx, Brahim Laytouss en Abied Alsulaiman uitgenodigd om hierover te debatteren.
De moderator van dienst, Zohra Salhi, begon de avond met een korte toelichting. Het debat werd gestuurd door enkele stellingen die de heren kregen voorgeschoteld aan de hand van een filmpje waarin een familielid van een van de jongeren die vertrokken is, werd geïnterviewd. Hoewel er een aantal raakvlakken tussen de verschillende sprekers waren, was het ook duidelijk dat er veel verschillen waren in de manier waarop ze de situatie bekeken.
Syrië, twee jaar later
Rudi Vranckx bijt de spits af en licht toe hoe hij Syrië achterliet. Chaos, drama en uitzichtloosheid zijn de woorden die een beeld oproepen van het vele lijden. Zelf heeft hij geen idee hoe de situatie zal evolueren. Een land dat al meer dan twee jaar alles inzet om bevrijd te worden en verschillende kampen die dat op een verschillende manier invullen. Abied Alsulaiman, zelf Syriër, vult aan dat Syrië een land is met een grote diversiteit. Het Syrische volk als eenzijdig beschouwen geeft een vertekend beeld.
Verschillende hypotheses
Dat een aantal jongeren zijn vertrokken om het land vooruit te helpen, is niemand ontglipt. Zonder brief of uitleg hebben ze het land verlaten. Wat de motieven waren, is ongekend. Om toch een idee te krijgen wat hen ertoe leidde, kregen de experts de gelegenheid om hier een antwoord op te geven.
Volgens Laytouss ligt de oorzaak vooral in de manier waarop zij de islam en de sharia interpreteren en beleven. Door een oppervlakkige kennis van de religie zouden ze een vertekend beeld hebben op wat ‘jihad’ bijvoorbeeld inhoudt. Jihad beperkt zich niet enkel op een enge interpretatie, namelijk die van het effectief strijden. Dat is volgens Laytouss wel de boodschap die ze krijgen en die hen ertoe drijft daar te strijden. Het is volgens hem van uiterst belang om daar op in te pikken en dit te voorkomen door de juiste islamitische informatie te verspreiden.
Hoewel Rik Coolsaet begrijpt wat Laytouss bedoelt, is hij het er niet mee eens. Volgens hem ligt de oorzaak niet in de islam of eender welke religie. Dat de jongeren vertrokken zijn heeft niets met religie te maken. Ook al zou je hen langs alle kanten informeren en duidelijk maken dat ze de islam foutief interpreteren, de kans is heel klein dat je hen kan tegenhouden. Het gaat om een fenomeen dat zich in de geschiedenis meermaals heeft voorgedaan en telkens werd er met volle overtuiging van uitgegaan dat het de schuld is van ‘het boek’. Niettemin blijkt dat het meestal gaat om jongeren die gefrustreerd zijn. Van alle jongeren die zijn gegaan is er slechts één die werkt bijvoorbeeld. Hier kunnen ze niets betekenen, of krijgen ze de kans niet om zich nuttig te maken. Volgens Coolsaet gaat het om jongeren die zelf iets willen ondernemen, de stap daarna is dit legitimeren. Ze zoeken een manier om hun beslissingen te verantwoorden. Het is dus niet zo dat ze gebrainwashed worden, ze ondergaan het zelf. Net zoals het ook het geval was bij de jongeren die jaren geleden naar Irak en Afganistan vertrokken. Het verschil nu is dat de groep steeds jonger wordt, wat toch wel verontrustend is.
Wat heeft Syrië nodig?
Uit de ervaring die Vranckx heeft opgedaan in Syrië en het contact dat hij er had met de plaatselijke bevolking en de strijders, kan hij afleiden dat de bevolking in de eerste plaats niets heeft aan de jongeren die vanuit alle uithoeken van de wereld komen. ‘Als je het aan de strijders vraagt, hebben ze vooral nood aan wapens, steun en dialoog met de buitenwereld.’, zegt Rudi. ‘De mensen vragen dat er wordt ingegrepen om de bombardementen te stoppen. Dat mensen van buitenaf komen is een vreemd element in Syrië. Ze beschouwen hen niet als terroristen, maar ze horen er ook niet thuis.’, maakt Vrankx duidelijk. ‘Als ze toch komen dan kennen ze de taal en de cultuur niet. Bovendien hebben de meesten nooit gestreden en moeten ze daar dus eerst in opgeleid worden. Eigenlijk zijn ze dan meer een last dan hulp.’
Terug van weggeweest, wat nu?
Nog een punt ter discussie is wat er moet ondernomen worden als de jongeren terugkomen. Zijn het potentiële terroristen die opgesloten moeten worden of eerder getraumatiseerde jongeren die ondersteund moeten worden? Een vraag waar veel rond wordt gespeculeerd. Volgens Rik Coolsaet zijn de jongeren in de eerste plaats slachtoffers van hun eigen daden en moeten ze samen met hun familie opgevangen worden. De jongeren die oorlogsmisdaden hebben verricht moeten hier wel ter verantwoording voor worden gesteld.
In grote lijnen is Rudi Vrankx het hier wel mee eens. De jongeren moeten ondersteund worden. Er moet gekeken worden wat de motieven van hun vertrek waren. Dit moet allemaal afgezonderd van de media gebeuren. Zeker tijdens de eerste periode. Hij is het echter niet eens met het tweede punt. Het is niet mogelijk om te achterhalen wat er in Syrië precies is gebeurd. Hen verantwoordelijk stellen is praktisch niet haalbaar.
Wat denkt het publiek?
Een volle zaal zorgt zeker in dit geval voor veel reacties. Salhi moest het geen twee maal vragen, of de eerste vraag werd gesteld. De discussies die werden gevoerd maakten duidelijk dat dit een onderwerp is dat leeft en dat er veel meningen en invalshoeken zijn om de situatie te bekijken. Eén ding is zeker, zolang er geen duidelijkheid is wat de motieven zijn en wat er allemaal precies is gebeurd, kan er blijven gespeculeerd worden. Daarnaast dreigen we soms het grotere geheel uit het oog te verliezen. Een geheel bevlekt met wandaden die niet goed te praten zijn.