Schuermans roept op tot opnieuw overheidsgericht te leren denken, de overheid moet zijn sturende macht kunnen behouden als tegengewicht op de groeiende macht van het grootkapitaal.
Geert Schuermans kreeg van zijn werkgever Samenlevingsopbouw vrijaf om een boek over ongelijkheid te schrijven. Schuermans gebruikt diverse onderzoekstechnieken zoals analyse van literatuur, gesprekken met academici en diepte-interviews met toppolitici van zes democratische partijen.
Een mooi citaat dat het bestaansrecht van dit boek weergeeft is van Marcel Van Dam (De Volkskrant): “De politiek is verworden tot een proces van aanpassing aan veranderingen die worden geïnitieerd en gestuurd door anonieme machten waarop de bevolking geen greep heeft zoals privatisering, verzelfstandiging en commercialisering.”
In 2008 bracht de financiële elite de wereldeconomie op de rand van de afgrond. Er is een toenemend besef dat (onuitgesproken) maatschappelijke keuzes achter het economisch systeem een directe impact hebben op ieders leven. Hierdoor wordt het thema ongelijkheid steeds belangrijker in diverse sectoren.
Wat is ongelijkheid?
Ongelijkheid gaat veel verder dan enkel het financiële aspect, het gaat ook over verschillen in scholing, voeding, cultuurparticipatie…Dat zijn allen factoren die wijzen op ongelijkheid. Maar hoe je het draait of keert, geld speelt wel een centrale rol in het gelijkheidsgebeuren.
In België is de inkomstongelijkheid relatief stabiel gebleven vooral dankzij sterke vakbonden en hun inzet om tot cao’s te komen. Een ander verhaal is de vermogensongelijkheid dat wel groter wordt en waar de ware macht zich concentreert.
De relatie tussen vermogen en macht en politieke invloed is problematisch en duidt op een democratisch deficit.
Hoe aanpakken?
Schuermans houdt een terecht pleidooi voor het versterken van de indirecte solidariteit (lees: sociale zekerheid) om ongelijkheid aan te pakken, en maant aan tot voorzichtigheid wat betreft het bejubelen van innovatieve bottum up projecten die taken overnemen van de overheid. Hierdoor ontstaat een vacuüm, de overheid neemt steeds minder op waardoor er een beleidsleegte ontstaat die door ongekende top-down machten kan worden ingenomen. In een wereld waar 1% steeds rijker wordt en lees meer macht krijgt is dit een reel gevaar.
Hij wijst op het probleem van onderbescherming waardoor mensen hun rechten niet kunnen doen gelden. Het is nodig het aantal uitkeringstrekkers naar beneden te halen en de minima van de uitkeringen omhoog te trekken. De minimumlonen zijn in de laatste 20 jaar met nauwelijks 1% gestegen terwijl de gemiddelde lonen in dezelfde periode met 14% zijn gestegen.
Daarnaast moet deze zorg anders georganiseerd worden zodat ze daadwerkelijk bij de juiste mensen terecht komt, dit kan door het opzetten van een lokaal proactief kader waarbij zorgaanbieders zelf contact opnemen met personen in plaats van omgekeerd.
Ongelijkheid is een groeiend probleem en heeft ook een economische negatieve impact. Schuermans roept op tot opnieuw overheidsgericht te leren denken, de overheid moet zijn sturende macht kunnen behouden als tegengewicht op de groeiende macht van het grootkapitaal. De staat heeft ten minste het voordeel dat ze in principe de democratische legitimiteit heeft om de richting aan te wijzen.
De olifant en de vlinder
Schuermans sluit af met een metafoor van professor Bea Cantillon: zij sprak over een olifant en een vlinder. De vlinder verwees naar de sociaal innovatieve projecten die net als een vlinder fascinerend en verleidelijk zijn door hun beweeglijkheid, hun kleur en hun speelsheid.
De olifant, die voor de sociale zekerheid staat, is grijs en log. Maar als het erop aankomt om werkelijk iets te bewegen, zal die olifant letterlijk en figuurlijk meer gewicht in de schaal kunnen leggen. Daarom is het cruciaal de olifant niet als vanzelfsprekend te nemen en hem de aandacht en zorg te geven die hij verdient.