Met auteur en activiste Rachida Aziz deel ik het feit dat we het gevolg zijn van de migratie van onze ouders. Van Marokko naar België. Van armoede naar armoede, ook al was dat niet het plan van onze ouders. Daarnaast hebben we echter nog iets gemeen: onze droom voor een radicaal gelijkwaardige samenleving. Hoe we daar invulling aan geven verschilt op sommige punten.
Maar toen ik haar boek ‘Niemand zal hier slapen vannacht’ las, was het dus net of sommige passages uit mijn dagboek kwamen, zo herkenbaar was haar verhaal. Aziz schreef het boek na een lang louteringsproces. Zo’n tien jaar geleden was ze beter gekend als modeontwerpster, onderneemster en opiniemaakster. Ik heb menig opiniestuk dat Aziz in die periode schreef al knikkend van achter mijn computer gedeeld op sociale media, maar de laatste jaren ontdekte ik een shift in haar toon. Die was bitsiger geworden, weinig vergevingsgezind. De opiniestukken stopten. Ze schoof niet meer aan tafel televisie-debatten. Ik kon me niet van de indruk ontdoen dat die verandering het gevolg was van een traumatische gebeurtenis die misschien een diepe wonde had geslagen.
Na het lezen van ‘Niemand zal hier slapen vannacht’, begreep ik dat mijn vermoeden klopte. Aziz vertelt hoe het systeem, dat rot is van het racisme, seksisme, islamofobie en andere uitsluitingsmechanismen haar bijna had gebroken. De vermoeidheid speelde haar parten, want met elk debat en elke opinie leek ze haar energie in een bodemloze put te gooien. Een burnout diende zich aan. Jarenlang proberen te voldoen aan andermans verwachtingen om steeds opnieuw het deksel op de neus te krijgen, maakte haar kapot. Tot zelfs haar lichaam nog dienst weigerde.
Aziz schreef haar leven bijeen in twaalf hoofdstukken. In elk hoofdstuk ontleedt ze zichzelf en de wereld. Ze vertelt hoe ze haar hele zijn laag na laag moest verwijderen, om uiteindelijk tot haar kern te komen. En hoe ze zichzelf daarna opnieuw heeft opgebouwd. Laag na laag, identiteit na identiteit. Hoe ze haar eigen narratief moest ontwikkelen. Ze ging op zoek naar andere verhalen dan diegene die deze witte wereld hebben geschapen. Een wereld waarin zij geen plaats leek te hebben. Dat maakt van dit boek een aanklacht, doorspekt met persoonlijke anekdoten, en een striemende afwijzing van het patriarchaal, wit denkkader waarin we gevangen zitten.
Haar taal is loepzuiver, maar gehaast, want ze heeft geen tijd te verliezen, deze auteur. Al te vaak en veel te lang heeft ze haar energie gestoken in een systeem dat haar aantrekt en afstoot. Ergens beschrijft ze het als een relatie met een abusieve partner. Ze schrijft trefzeker en legt met elke letter haar vinger op de etterende wonden, steeds opnieuw, steeds dieper. Wie niet horen wil, moet voelen.
Haar boodschap aan “de verworpenen der aarde” is helder: maak je los uit “de wurgende greep van het patriarchaat en van witheid”. Laat je niet op sleeptouw nemen door de media die zoeken naar ‘allochtonen’ of ‘moslims’ om op te draven in flauwe debatprogramma’s en steeds weer in het defensief worden gedreven. Steek je energie niet in bodemloze gesprekken. Integendeel, zegt Aziz. Investeer je energie beter in je eigen projecten, maak mee de wereld, kom bij elkaar en bekamp het establishment. Is dat een radicale boodschap? Nee. Is haar taal hard? Soms. Maar maakt dat iets uit?
‘Niemand zal hier slapen vannacht’ zit vol verwijzingen en citaten. Ik wil er graag een aan toevoegen, een Afrikaans gezegde: “Until the lions have their own historians, the history of the hunt will always glorify the hunter.”
'Niemand zal hier slapen vannacht is verkrijgbaar bij uitgeverij EPO.