Het is wraakroepend dat ons onderwijssysteem systematisch het zelfvertrouwen van allochtone jongeren afbreekt, hun kansen ontzegt en er in faalt om voldoende van deze jongeren voor te bereiden op het hoger onderwijs
Getuigenissen
In de afgelopen jaren sprak ik tientallen, wellicht honderden Belgische professionals en high potentials met een migratieachtergrond. Voortdurend bestookte ik hen met vragen over hoe zij gekomen waren tot waar ze nu staan. Wat hun ervaringen waren met racisme en discriminatie in het onderwijs en op de arbeidsvloer.
Hoe keken zij naar de bestaande machtsstructuren en de politieke verhoudingen in ons land? Welke mechanismes schuilden er volgens hen achter? En bij wie lag nu de verantwoordelijkheid voor de hardnekkige achterstelling van minderheden in België? Op welke manier dachten zij dat we deze negatieve spiraal konden keren? Wie kon hier het beste antwoord op bieden? De politiek of het middenveld? Via een grass roots beweging, activisme of via de bestaande structuren? En hoe dachten zij mensen uit hun gemeenschap te kunnen mobiliseren en de dominante meerderheid te overtuigen van de noodzaak om deze zaken te bestrijden?
De meeste vertrokken van een en-en-verhaal. De schuld lag deels bij de minderheden zelf, alsook bij een politieke klasse die halsstarrig weigerde discriminatie aan te pakken en deels bij een samenleving die blind is voor racisme. Er waren er die enkel de eigen gemeenschap met de vinger wezen. Er waren kansen genoeg, redeneerden ze, we slaagden er gewoon niet in die te verzilveren.
Ik aanhoorde uiteenzettingen over ‘hoe het kapitalisme kansarmen en minderheden systematisch onderdrukt’ of ‘hoe het liberalisme en ondernemersschap een antwoord konden bieden op de problemen van minderheden’.
Sommigen waren provocerend, ‘de problemen van deze groepen stammen af van een beperkte kennis van het Nederlands en onvoldoende wil om zich aan te passen’, anderen kwamen aanzetten met ronduit lachwekkende analyses, ‘discriminatie is een hersenspinsel van allochtonen’.
Hun antwoorden waren al even divers als hun achtergronden. De verschillende invalshoeken leverden geen eenduidige verklaring of een antwoord op de achterstelling van minderheden in onze samenleving. Toch viel er een rode draad te bespeuren door al hun verhalen. Allen hebben ze een onmetelijke strijd moeten leveren op de schoolbanken. De meesten onder hen voelden ze zich tekort gedaan door hun leerkrachten. Ze hadden het gevoel dat er niet naar hun werd geluisterd. Dat hun capaciteiten en vaardigheden niet ten volle werden benut.
Ze werden steevast naar lagere onderwijsrichtingen gestuurd. Ze voelden dat er niet te veel van hun werd verwacht omdat ze allochtonen waren. Dat ze onder impuls van leerkrachten of de voorloper van het huidige CLB, het PMS werden doorverwezen naar lagere onderwijsrichtingen. Sommigen voelden zich ook benadeeld tegenover autochtone studenten of werden zelfs tegengewerkt door onderwijzers en professoren.
Structurele uitsluiting
Dat dit probleem van structurele aard is, bewijzen verschillende onderzoeken. Net vandaag publiceerde De Standaard de resultaten van een grootschalig onderzoek van de Universiteit Antwerpen. Meer dan 11.000 scholieren werden bevraagd rond dit thema. Uit de resultaten bleek dat een meerderheid van de respondenten zich niet gerespecteerd voelt door hun leerkrachten. Ze worstelen ook met het stereotype beeld dat bij de leerkrachten over hun heerst. Allochtone studenten blijken ook gemotiveerder om een diploma te behalen dan autochtone studenten. Wat eerder ook al werd aangehaald in een Nederlands onderzoek van de Universiteit Utrecht. Dit onderzoek stelde vast dat allochtone studenten ambitieuzer zijn dan autochtone studenten. Hetzelfde geldt overigens ook voor allochtone professionals, volgens het arbeidsmarktadviesbureau Intelligence Group. In haar masterscriptie constateerde Kylie Pinceel (UA) eerder dit jaar al dat allochtone kinderen twee keer zo vaak worden doorverwezen naar lagere onderwijsrichtingen als hun autochtone klasgenootjes. Ook al hebben ze dezelfde schoolresultaten en is Nederlands de thuistaal.
Maar is het nu niet te gemakkelijk om enkel op het onderwijs te schieten? Hoe zit het met de verantwoordelijkheid van de ouders en de zelfredzaamheid van deze jongeren? Wie de verschillende onderzoeken naast elkaar legt, ziet dat factoren zoals de betrokkenheid en de participatie van de ouders alsook de leerdiscipline van de studenten een rol speelt, maar slechts in geringe mate.
Meer nog, uit een recent onderzoek van de Universiteit Gent naar het studietraject van allochtone jongeren en de zoektocht naar een eerste baan, blijkt dat deze ernstige discrepanties tussen de verschillende bevolkingsgroepen in ons land louter te wijten zijn aan zuiver etnische verschillen. Ongeacht studieresultaten en sociale afkomst moeten allochtone jongeren vaak hun jaar overdoen en ondervinden zij sterke discriminatie op de arbeidsmarkt.
Desondanks het feit dat allochtone jongeren ambitieuzer en gemotiveerder zijn vertaalt zich dat niet in een grotere instroom in het hoger onderwijs. Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat deze jongeren botsen op verschillende obstakels in hun studieloopbaan en systematisch worden doorverwezen naar lagere onderwijsrichtingen.
Deze drempels vormen een loodzware last voor de slaagkansen van etnisch culturele minderheden in onze maatschappij. De achterstand die ze oplopen in het lager en secundair onderwijs heeft nefaste gevolgen voor de vooruitzichten van deze jongeren. Tot dezelfde conclusie komen sociologen aan de VUB in hun boek Zwart op Wit. Het is wraakroepend dat ons onderwijssysteem systematisch het zelfvertrouwen van allochtone jongeren afbreekt, hun kansen ontzegt en er in faalt om voldoende van deze jongeren voor te bereiden op het hoger onderwijs. Het is nu afwachten of de grote onderwijshervorming soelaas biedt.