De moraal in het verhaal

Het blindelings volgens van dogma's is een fenomeen dat op veel maatschappelijke domeinen voorkomt (denk maar aan politiek populisme) en kan ook voorkomen op levensbeschouwelijk vlak maar is daar zeker de essentie niet van en evenmin automatische gevolgtrekking.
De moraal in het verhaal

Het blindelings volgens van dogma's is een fenomeen dat op veel maatschappelijke domeinen voorkomt (denk maar aan politiek populisme) en kan ook voorkomen op levensbeschouwelijk vlak maar is daar zeker de essentie niet van en evenmin automatische gevolgtrekking.

 

Binnen het hedendaags Atheïsme, of beter gezegd zoals het zich spijtig genoeg momenteel dikwijls manifesteert, heerst er een grote afzetting tegen het concept van geloof. Dit manifesteert zich niet enkel onder extreem rechtse politieke figuren dewelke een zogeheten atheïsme aanhangen feitenlijk niet vanuit een moreel bewustzijn maar louter vanuit een opportunisme om op een ideologische basis, dewelke tenonrechte claimt zich op redelijke gronden te baseren, zich intolerant op te stellen jegens ethnische minderheden. Het heerst zelfs onder zogenaamde gerenomeerde moraal-filosofen.

Het zou voor een moraal-filosooof essentiëel moeten zijn om in de eerste plaats aan zelfreflectie te doen en zich bij het filosoferen rond moraal zich bewust te zijn van diens persoonlijke overtuiging als beïnvloedingsfactor op de perceptie en invulling van moraal. Moraal bestaat uit een combinatie van zingeving en waardebepaling, daarin verschilt zij niet van religies. Menig atheïst zal zich verzetten tegen een dergelijke gelijkschakeling van atheïsme en religie, al te zeer gebeurt dit vanuit een houding van afzetting, door deze opwerping als tegenpool creeërt men eerder een vorm van contra-religie veeleer dan een autonoom inhoudelijk ingevulde levensbeschouwing. Wie zich afzet tegen religie er verkeerdelijk vanuit gaande dat dit de essentie van atheïsme is, zet zich daarbij af tegen de zingeving van anderen en in principe daardoor tegen zingeving in zijn geheel. Zingeving is immers zowel een universele als een persoonlijke beleving en kan niet vanuit een model opgelegd worden, noch éénzijdig gedefiniëerd, noch in een religieuze context, noch in een vrijzinnige.

Individuen hebben een beeld op de maatschappij alsook een verwachtingspatroon dewelke steeds beïnvloed wordt door voorbeeldmodellen of deze nu levensbeschouwelijk of anders geladen zijn. Het is dan ook onheus om religieuze patronen als dogma's te omschrijven en vrijzinnige als filosofisch. Bepalend daarentegen is het intellectuele engagement, bezinning en zelfreflectie, dit kan zowel vanuit een atheïstisch als een religieus uitgangspunt. Het blindelings volgens van dogma's is een fenomeen dat op veel maatschappelijke domeinen voorkomt (denk maar aan politiek populisme) en kan ook voorkomen op levensbeschouwelijk vlak maar is daar zeker de essentie niet van en evenmin automatische gevolgtrekking. Als geen ander zou een zichzelf claimend moraalfilosooof dit moeten inzien.

Geloof kan zelfs een emanciperende functie hebben, (zelfs ?) feitelijk ligt dit in haar oorsprong (zowel bijvoorbeeld in het Christendom als in de Islam). Een hedendaagser voorbeeld van emancipatie binnen een godsdienstig kader is Martin Luther King Jr, onbetwistbaar één van de (om niet dé te zeggen) allergrootste politieke én levensbeschouwelijke figuren uit de 20e eeuw. Indien men zich als atheïst hiervan bewust is, gaat men zich duidelijker focussen op de overeenkomsten dan de verschillen. De verscheidenheid is immers een logisch gevolg van de individuele invulling en niet de overtuiging doch de diepzinnigere en genuanceerde wijze waarop dit beleefd wordt doorslaggevender. Uiteindelijk zijn allen een kijk op hetzelfde concept van zingeving en waardebepaling enkel voor ieder vanuit diens persoonlijke uitvalshoek. Daarom is een afwijzende houding tenaanzien van een religieuze benadering op zich een kortzichtige houding dewelke afwijkt van de essentie. Het automatisch veroordelen of minachten van een religieuze overtuiging komt in feite neer op het ontzeggen van een andere, persoonlijke benadering. Dit laatste getuigt hoegenaamd niet van veel verlichting.

Intelligentie impliceert ook het vermogen diens eigen positie te kunnen plaatsen in een groter geheel en alsdusdanig voldoende te zelfrelativeren, het inzicht in diens eigen begrensdheid en het besef dat men slechts diens eigen begrenzing kan overstijgen door externe inzichten. Een verruimd inzicht is geen teken van zwakte of toegeving zoals populisten graag stellen, het vraagt daarentegen meer zelfvertrouwen en fundering om zich durven open te stellen en de toetsing aan anderen geloofwaardig te doorstaan, alsook de waarde van andere inzichten te kunnen erkennen.

Een gelovige is iemand die voor zichzelf uitmaakt een antwoord te hebben op dé vraag. Een agnost is iemand die stelt het antwoord niet te weten. Een atheïst is iemand die de vraag bewust niet stelt. Wie claimt te kunne stellen dat een God niet bestaat is geen atheïst, maar veeleer iemand die een "ander" geloof propageert, en niet meteen een tolerante vorm.