De Zee die Zonen nam

Een gedicht als eerbetoon aan de Tunesische moeders van zonen verdwenen op zee, op weg naar Lampedusa. In hun hart brandt een vernietigend verlangen. Als Tunesische jongens “branden” (de overtocht wagen), verbranden ze hun gezinnen.
De Zee die Zonen nam
 

 Een gedicht als eerbetoon aan de Tunesische moeders van zonen verdwenen op zee, op weg naar Lampedusa. In hun hart brandt een vernietigend verlangen. Als Tunesische jongens “branden” (de overtocht wagen), verbranden ze hun gezinnen. De moedige keuze van de Tunesische “harraga”, of “branders” – als we moeten leven voor niets, dan sterven we liever voor iets – is een collectieve tragedie van ontelbare gezinnen. Ze roepen ons op om even stil te staan bij de gevoelens van een moeder die niet weet of haar zoon dood is of levend. Hún keuze: als hij niet terugkeert naar huis, moge hij dan terugkeren naar God.

Zonen wachten op vertrek
Moeders op terugkeer
Kustwacht der moeders, bewakers in de nacht
Aan het sop van golven die zonen bedolven
Inlichtingendienst der moeders, ketens aan de benen
Van zonen zo vrij
Onbekommerd en roekeloos
Moedeloos en hongerig
Naar leven, vrijheid en geluk

Straten vol moeders zonder zonen
Gesluierd hun zielen en alles rondom
Schimmen van zonen schemeren door sluiers

Stilte
In haar hart een vernietigend verlangen
Haar hart gestolen, meegenomen op zee
Wachten
Op zijn terugkeer
Naar huis, of naar God
Naar het leven, of de dood

Van het lichaam geen spoor, zijn ziel op de dool
Ze zweeft ergens nergens
Brandt in het vagevuur
Doolt gekweld rond in de eeuwigheid
Tot geliefden haar te ruste kunnen leggen
Met de zekerheid van de dood

De geliefden, de moeders
Verteerd door waarschijnlijkheid
Zoekend naar zekerheid
Rouwen of hopen
Gesloten of open

Ze vult leegte met leegte en afwezigheid
Zijn afwezigheid een allesoverheersende aanwezigheid

Verlaten rust
Alles staat stil sinds die dag
De dag waarop hij brandde in de zee
De klok aan de muur die de tijd tikt
Elke seconde zonder hem
Meedogenloos lege eeuwigheid
Wachten, vergeten wat geluk is
Tijd tikt, vogels fluiten, wind waait door bomen en stof
Ze zou ook hun stilstand eisen
Zoals hij dat met haar leven deed
Zodat het hele leven met haar wacht
Tot ze afscheid kan nemen van een verdwenen zoon
Tot hij terugkeert naar huis of God
Ze gelooft in dood en waarheid

Hij is weg
Zij alleen in het lege land dat hem niet waardig was
Leeg ook haar dagen en haar wachten op nieuws

Een gewonde vrouw
Geslagen
Wonden verborgen onder gewaad
Niemand ziet haar lijden
Maar het bloed dringt door de naden van het gewaad
Een gewond land
Geslagen
Opgestaan en weer neergegaan
Niemand ziet het lijden
Tranen dringen door land en grond
Zoals het bloed door de naden van het gewaad
Tot de schim uit het water weer naar het land kwam
Toen de tranen het veranderden
In de zee die de zonen nam

Pieter Stockmans
31 januari 2013, Gedichtendag
Jebeniana, Tunesië

Dit artikel is onderdeel van het project "Tussen vrijheid en geluk".
Volg ons op Twitter: @VRIJHEIDenGELUK https://twitter.com/VRIJHEIDenGELUK


Pieter schuimt Tunesië af en zoekt antwoorden op de vragen "wie zijn de Tunesische harraga, wat maken hun families door?" Stel je voor: je loopt rond in een wijk, laat het woord "harraga" vallen en wordt onmiddellijk in een café getrokken om verhalen van tientallen jongeren te aanhoren. Rusteloze jongeren uit verwaarloosde spooksteden die vanbinnen sterven van verveling, die elke seconde van elke dag denken aan ontsnappen uit de kooi van hun lege levens, die stikken zonder de zuurstof van Europa, wiens zuchtend uitademen de voorbode is van een zoveelste wanhoopsdaad... Hun verhaal in ons boek "Tussen Vrijheid en Geluk" en op onze facebookpagina.